Overleg sjabloon:2017:68

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 28 jul 2019 om 22:25 (Nieuwe pagina aangemaakt met ' ARTIKEL 68 - Opeisen en afstaan van slagen Opeisen en afstaan zijn initiatieven om het spelen te bekorten. Het is de taak van de tegenstanders om al dan niet in t...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)


ARTIKEL 68 - Opeisen en afstaan van slagen Opeisen en afstaan zijn initiatieven om het spelen te bekorten. Het is de taak van de tegenstanders om al dan niet in te stemmen met zo’n opeisen of afstaan. Het spelen wordt gestaakt met twee uitzonderingen: 1. Als een tegenspeler een of meer slagen afstaat (de eventueel resterende opeisend) en zijn partner maakt onmiddellijk bezwaar zal de WL gebieden dat het spelen verdergaat. Hij zal de speler die slagen afstond waarschuwen dat hij geen voordeel mag trekken uit de wetenschap dat zijn partner denkt dat zijn partij nog een slag zou kunnen halen. Deze situatie illustreert ook weer een uitzondering voor het ontstaan van strafkaarten. Getoonde kaarten door de tegenspelers, om het opeisen/afstaan te ondersteunen of te betwisten, worden teruggenomen en worden geen strafkaarten. De informatie ontstaan door die kaarten is geoorloofd voor de leider en ongeoorloofd voor partner/tegenspeler. De inleiding bij dit artikel verwijst naar gevallen als de volgende: Voorbeeld: Dummy: HB8 (met mogelijk kaarten in andere kleuren). De leider speelt de 5 naar de dummy en gaat in de denktank. Als RT nu AV neerlegt of laat zien, laat hij de leider alleen maar weten dat het niet uitmaakt: hij zal de benodigde kaart spelen om de slag te winnen. Deze kaarten worden geen strafkaarten, maar het kan raadzaam zijn voor RT om in deze en de volgende slag AV te incasseren – het bezit van deze kaarten is nu immers OI voor diens partner, LT van de leider. Als de leider met een speelwijze vervolgt waardoor hij misschien geen tweede slag in die kleur hoeft te verliezen (LT komt aan slag en heeft een logisch alternatief) kan de WL geroepen zijn de score aan te passen. 2. Artikel 68D. Dit artikel behandelt wat er in de praktijk aan veel tafels gebeurt als een claim wordt betwist. Het artikel zegt dat, op verzoek van de niet-opeisende partij, en met instemming van alle vier de spelers, het spelen verder mag gaan. Geen OI, geen strafkaarten, laat ze gewoon doorspelen. Als ook maar iemand bezwaar maakt wordt het op de traditionele manier afgehandeld door de WL te roepen. De WL behoort niet te suggereren om het spel uit te spelen, maar hij mag toelaten dat ze het spel alsnog uitspelen als hij ervan overtuigd is dat zijn aanwezigheid aan tafel alleen maar was gevraagd om duidelijkheid te krijgen over deze (nieuwe) mogelijkheid.