Overleg sjabloon:2017:68
ARTIKEL 68 - Opeisen en afstaan van slagen
Opeisen en afstaan zijn initiatieven om het
spelen te bekorten. Het is de taak van de tegenstanders
om al dan niet in te stemmen met
zo’n opeisen of afstaan. Het spelen wordt gestaakt
met twee uitzonderingen:
1. Als een tegenspeler een of meer slagen afstaat
(de eventueel resterende opeisend) en
zijn partner maakt onmiddellijk bezwaar zal
de WL gebieden dat het spelen verdergaat.
Hij zal de speler die slagen afstond waarschuwen
dat hij geen voordeel mag trekken
uit de wetenschap dat zijn partner denkt dat
zijn partij nog een slag zou kunnen halen.
Deze situatie illustreert ook weer een uitzondering
voor het ontstaan van strafkaarten.
Getoonde kaarten door de tegenspelers, om
het opeisen/afstaan te ondersteunen of te
betwisten, worden teruggenomen en worden
geen strafkaarten. De informatie ontstaan
door die kaarten is geoorloofd voor de leider
en ongeoorloofd voor partner/tegenspeler.
De inleiding bij dit artikel verwijst naar gevallen
als de volgende:
Voorbeeld:
Dummy: HB8 (met mogelijk kaarten in andere
kleuren).
De leider speelt de 5 naar de dummy en gaat
in de denktank. Als RT nu AV neerlegt of laat
zien, laat hij de leider alleen maar weten dat
het niet uitmaakt: hij zal de benodigde kaart
spelen om de slag te winnen. Deze kaarten
worden geen strafkaarten, maar het kan raadzaam
zijn voor RT om in deze en de volgende
slag AV te incasseren – het bezit van deze
kaarten is nu immers OI voor diens partner, LT
van de leider. Als de leider met een speelwijze
vervolgt waardoor hij misschien geen tweede
slag in die kleur hoeft te verliezen (LT komt
aan slag en heeft een logisch alternatief) kan
de WL geroepen zijn de score aan te passen.
2. Artikel 68D. Dit artikel behandelt wat er in de
praktijk aan veel tafels gebeurt als een claim
wordt betwist. Het artikel zegt dat, op verzoek
van de niet-opeisende partij, en met instemming
van alle vier de spelers, het spelen
verder mag gaan. Geen OI, geen strafkaarten,
laat ze gewoon doorspelen. Als ook
maar iemand bezwaar maakt wordt het op
de traditionele manier afgehandeld door de
WL te roepen. De WL behoort niet te suggereren
om het spel uit te spelen, maar hij
mag toelaten dat ze het spel alsnog uitspelen
als hij ervan overtuigd is dat zijn aanwezigheid
aan tafel alleen maar was gevraagd
om duidelijkheid te krijgen over deze
(nieuwe) mogelijkheid.