Sjabloon:2017:51

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 28 jul 2019 om 03:47
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

ARTIKEL 51 Twee of meer strafkaarten

A. Beurt van overtreder om te spelen

Als een tegenspeler aan de beurt is om te spelen en die tegenspeler heeft twee of meer strafkaarten die reglementair gespeeld kunnen worden, bepaalt de leider welke strafkaart in die beurt moet worden gespeeld.

B. Beurt van partner van overtreder om voor te spelen

1.   (a) Wanneer een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft in dezelfde kleur en de leider eist 1) van de partner van de overtreder in die kleur voor te spelen, zijn de kaarten in die kleur geen strafkaarten meer en worden ze opgenomen; de tegenspeler mag elke reglementaire kaart bijspelen in die slag.
(b) Wanneer een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft in dezelfde kleur en de leider verbiedt 1) de partner van de tegenspeler voor te spelen in die kleur, zijn de kaarten in die kleur geen strafkaarten meer en worden ze opgenomen; de tegenspeler mag elke reglementaire kaart bijspelen in die slag. Het verbod blijft van kracht zolang die speler aan slag blijft.
2.   (a) Wanneer een tegenspeler strafkaarten heeft in meer dan één kleur (zie artikel 50D2(a)) en zijn partner moet voorspelen, mag de leider van de partner van de tegenspeler eisen 1) in één van de kleuren voor te spelen waarin de tegenspeler een strafkaart heeft [maar B1(a) hierboven is dan van toepassing].
(b) Wanneer een tegenspeler strafkaarten heeft in meer dan één kleur en zijn partner moet voorspelen, mag de leider de partner van de tegenspeler verbieden 1) in een of meer van die kleuren voor te spelen; de tegenspeler neemt dan alle strafkaarten in elke verboden kleur op en mag elke reglementaire kaart bijspelen in die slag. Het verbod blijft van kracht zolang die speler aan slag blijft.
(c) Wanneer een tegenspeler strafkaarten heeft in meer dan één kleur en zijn partner moet voorspelen, mag de leider ervoor kiezen geen voorspeelbeperking op te leggen; in dit geval mag de partner van de tegenspeler elke willekeurige kaart voorspelen en de strafkaarten blijven als strafkaarten op tafel liggen 2). Als hiervoor gekozen wordt, blijven de artikelen 50 en 51 van toepassing zolang de strafkaarten op tafel liggen.

1) Zie artikel 59 als de speler niet kan voorspelen zoals voorgeschreven.
2) Als de partner van de tegenspeler met de strafkaarten aan slag blijft, dan zijn de vereisten en mogelijkheden van artikel 51B2 weer van toepassing bij de volgende slag.