Overleg:Hoofdstuk I Definities

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 26 jul 2019 om 11:23

Toelichting op de definities

Highlights

In hoofdstuk I van de Spelregels staan diverse begrippen omschreven. In het wedstrijdleidersjargon is dan tenminste duidelijk wat er met deze termen wordt bedoeld. Veel van de definities worden later in de spelregels gebruikt. Het is dan ook van belang dat een wedstrijdleider deze definities kent. De meeste definities spreken voor zich, maar bij sommige is attentie geboden.

Arbitrale score: Er is een onderscheid tussen kunstmatige en vervangende arbitrale scores.
Bieding en bod: Let op het verschil tussen bod en bieding: pas en (re)doublet zijn een bieding, maar geen bod.
Deelnemer: Een deelnemer is de eenheid die meedoet aan een wedstrijd. Bij een parenwedstrijd is dat een paar en bij een viertallenwedstrijd een viertal. Bij een twaalftallenwedstrijd bestaat een deelnemer dus uit twaalf personen.
Bord: Een plastic mapje waar de kaarten ingaan wordt in het NBBR bijvoorbeeld een spel genoemd. In de spelregels maar ook in het WR en CR wordt de officiële naam bord gehanteerd.
Honneurs: Let op welke kaarten honneurs zijn. De tien is ook een honneur.
Kleur en Speelsoort: Let op het verschil tussen kleur en speelsoorl: sans atout is wel een speelsoort, maar geen kleur.
Ronde en zitting: De precieze definities van ronde en zitting zijn van belang.
Tegenspeler en Tegenstander: Let op het verschil tussen een tegenspeler en een tegenstander. een tegenspeler bestaat alleen tijdens de speelperiode.
Trek: Het begrip trek wordt in Nederland alleen nog in zijn formele betekenis gebruikt.
Score ofwel trekpunten: Als we de score gaan uitrekenen, bestaat het totaal uit een aantal onderdelen. Als de leider het contract maakt, hebben we de punten voor de gemaakte slagen en de premies voor het maken van een deelscore, een manche of een slem. De punten voor de gemaakte slagen heten de trekpunten.
Uitkomst: Let erop dat uitkomen alleen maar het voorspelen in de eerste slag is.
Verzaken: Verzaken gebeurt niet alleen wanneer iemand niet bekent, maar ook wanneer iemand niet aan een voorspeelbeperking voldoet terwijl hij dat wel kan.

Aanullende definities

Naast de in het hoofdstuk “Definities” van de Spr. staan elders in de Spr., vaak kris en kras door de Spr. heen, via kopjes of in een subartikel, belangrijke begrippen gedefinieerd. Deze zouden eigenlijk thuishoren in het hoofdstuk "Definities".
Hieronder staat een aanvulling op het hoofdstuk “Definities” en in welk artikel de definitie van de begrippen te vinden is:

Art. 8: Einde van een ronde

Art.8 Einde van de laatste ronde en van een zitting

Art.12B1: Schade (oorzakelijk nadeel/voordeel)

Art.16A: Geoorloofde Informatie

Art.16B Ongeoorloofde Informatie (zijde partner) Zie ook 14C (door spelherstel), 73C1 (zijde partner), 16C (ingetrokken handelingen), 16D (anderszins)

Art.16B1b: Logisch Alternatief

Art.17A: Begin van de Biedperiode

Art.17D1: Uitlegperiode

Art. 17D1:Einde van de Biedperiode

Art.18C: Voldoende bod

Art.18D: Onvoldoende bod

Art.22A: Einde van het Bieden

Art.23A: Vergelijkbare bieding

Art.25A: (Niet-)bedoelde bieding

Art.25B: Voorgenomen bieding (bedoelde bieding)

Art.40B1b: Speciale Afspraak

Art.40A1b: SK en ook Art.40B2aii: SK. Via 80B2f is het WR-NBB geldig. Via art. 6 WR-NBB is een SK verplicht.

Art.41A: Gedekte uitkomst

Art.9A3: Rechten van de Blinde, Art.9A4: Rechten van de Blinde, Art.9B1b: Rechten van de Blinde, Art.42A: Rechten van de Blinde, Art.42B: Rechten van de Blinde

Art.43: Beperkingen voor de blinde

BSC/HOM-regeling: Via Art.80B2f en Art.40B2ai is er rechtsgeldigheid voor de BSC/HOM-regeling voor wedstrijden genoemd in de aanhef van deze regeling. Een RB kan zijn eigen regeling maken.

Alerteerregeling: Via Art.80B2f is het WR-NBB geldig. Daarin staat in art. 8 genoemde regeling (die in een aparte regeling is beschreven) geldt voor wedstrijden waarvoor het WR-NBB geldt. Als een RB het WR-NBB overneemt, dan is daarmee de alerteerregeling impliciet verplicht.

Art.50B: Strafkaart (groot of klein)

Art.73E1: Misleiding

STOP-regel:Via Art.80B2f is het WR-NBB geldig. Daarin staat in art. 10 dat de in Art.73A2 genoemde waarschuwing geldt middels de STOP-kaart of het woordje STOP voor een sprongbod.

Art.75B1: Foutieve uitleg (of verkeerde uitleg), en ook Art.20F1, kijk voor de gevolgen bij 21B1a, 40B4, 75B3 en 75D3.

Art.75C: Foutieve bieding

Art.87A: Onklaar bord

Splitscore Een splitscore is een niet-complementaire score. De NZ-score en OW-score zijn niet elkaars tegengestelde. De splitscore komt voor in 11A (Na het niet-roepen van de wedstrijdleider), 82C(Na een fout van de wedstrijdleider), 12C1(e) (Na arbitrale score met schuld voor beide partijen), 43B (Na voordeel tegenspelers EN het vestigen op de onregelmatigheid door de blinde die zijn rechten verloren heeft), 12C2 (Na kunstmatige arbitrale score met schuld door beide partijen), en na verkeerde invoer na constatering door wedstrijdleider 79B3

Gebruikte Afkortingen

Overzicht gebruikte afkortingen


AAP: Algemeen Arbitrage Protocol

ACBL: American Contract Bridge Ligua

AS: Arbitrale Score. Soms het eindresultaat van een rechtzettingsprocedure.

BSC: Bruine Sticker Conventie

CR-NBB: Competitie Reglement NBB

DS: Disciplinaire Straf

EBL: European Bridge Ligua. Opvolger van de IBL en grootste zone binnen de WBF

GI: Geoorloofde Informatie

GL: Gewoon Lid (van de NBB). Leden van de NBB zijn Clubs. Clubs hebben zelf een RB, en (meestal) een WR en een WL.

HOM: Hoogst Ongebruikelijke Methoden

IBL: International Bridge Ligua opgericht in 1932 en in 1949 hernoemd naar EBL

KAS: Kunstmatige Arbitrale Score

LHO: Left Hand Opponent (= LT)

LT: LinkerTegenstander. In engelse tekst vaak LHO (LeftHandOpponent)

LA: Logisch Alternatief (zie 16B1b)

NBB: Nederlandse Bridge Bond

NOP: Niet Overtredende Partij

OI: Ongeoorloofde Informatie

OP: Overtredende Partij

OT: OverTreder

PS: Procedurele Straf

PC: ProtestComité: orgaan aangesteld door RB zoals in 93B bedoeld. Zie ook WW132

PK: ProtestKommissie: orgaan van de NBB om protesten af te handelen zoals in 93C bedoeld. Zie protestreglement en WW111.

RHO: Right Hand Opponent (= RT)

RB: Regelend Bestuur (bijv. voor een club het clubbestuur, of voor een districtswedstrijd het districtsbestuur). In de Spr. wordt het RB aangeduid met toernooiorganisator (80B1)

RT: RechterTegenstander. In engelse tekst vaak RHO (RightHandOpponent)

SK: SysteemKaart

Spr.: Spelregels (voor Wedstrijd Bridge). De Nederlandse versie bevat bovenop de internationale versie het BiddingBox reglement (zie appendix Spr. blz. 109), de trefwoorden-index en beslissingen van de NBB/VBL van 80A1c (in de Ned. Spr. “het Bondsbestuur”)

VBL: Vlaamse Bridge Liga. In Nederlandstalig België wordt eveneens het Nederlandse Spr.-boekje gebruikt.

WBF: World Bridge Federation

WL: WedstrijdLeider. De NBB reikt het diploma “WedstrijdLeider” uit aan mensen die alle examens en stages met succes hebben afgerond, maar in de Spr. is het iemand die door het RB is aangesteld (80B2a).

WR-NBB: Wedstrijd Reglement NBB

WW: WekoWijzer. Zie https://www.bridge.nl/kennisbank/wekowijzer/