Overleg sjabloon:2017:62C

Waarom 62C3?

Jacqueline stelde me een vraag over 62C3 die eigenlijk ging over het bestaansrecht van 62C3.

Allereerst de tekst van 62C3: "Als beide partijen verzaken in dezelfde slag en slechts één partij gespeeld heeft in de volgende slag, moeten beide verzakingen hersteld worden (zie artikel 16C2). Elke door een tegenspeler teruggenomen kaart wordt een strafkaart.".

De impliciete vraag was: "Waarom dit subartikel, je kan toch zeggen dat de ene partij een voldongen verzaking heeft en de andere niet?". Goede vraag.

Het subartikel 62C3 is pas met de Spr.versie van 2017 ingevoerd en gaat over maar één specifiek spelmoment, het moment dat één partij heeft voorgespeeld in de slag die volgt op de slag waarin beide partijen hebben verzaakt. Waarom was er op dat ene moment een lacune in de Spr.?

We gaan eerst kijken naar de normale situatie, dat slechts één partij heeft verzaakt.

Voorbeeld: Noord verzaakt. Oost had de slag gewonnen en speelt voor in de volgende slag. Het laatste herstelmoment voor noord's verzaking is nu:

• Als zuid nu bijspeelt is noord's verzaking voldongen geworden en wordt er doorgespeeld (63A1, 63B).
• Als zuid niet bijspeelt kan de vorige slag worden hersteld. (63A1 is nog niet aan de orde, dus je volgt 62A)

M.a.w. het recht een verzaking in de vorige slag te herstellen eindigt pas als die partij speelt in de volgende slag. Houdt dat even in gedachten.

Nu, als beide partijen verzaken in dezelfde slag. We gaan nu naar het moment dat pas één partij heeft gespeeld in de volgende slag (dat is het spelmoment dat 62C3 beschrijft en 62C3 gaat alleen daarover).

Volgens de verzakingsregels (63A1, 63B) moet er, vanwege de verzaking van de voorspelende partij, worden doorgespeeld, want de verzaking is voldongen. Maar..... het uiterste herstelmoment van de tweede OP is nog niet voorbij. Volgens de regels is hun verzaking nog niet voldongen en hebben ze nog recht op herstel. Maar nu heb je een conflictsituatie in je Spr., je kan op dit moment niet beide regels tegelijkertijd toepassen, èn doorspelen, èn herstellen. Je moet dus een keuze maken.

Als de regels nu zo zouden zijn dat op dit moment beide verzakingen voldongen zouden zijn (er wordt doorgespeeld), dan zou dat voor de tweede OP niet rechtvaardig aanvoelen. De niet-voorspelende OP zou dan ineens minder tijd krijgen om zich te realiseren dat die verzaakt heeft. Dat terwijl de tweede verzaking heel goed juist ingegeven kunnen zijn door de eerste verzaking. Stel, de eerste OT treuzelt met bijspelen terwijl de volgende tegenstander weet dat die eerste OT zou moeten kunnen bekennen. Het gevolg zou kunnen zijn dat de tweede OT nu denkt dat juist de verzaakkleur gevraagd wordt. Dus door een sterk gevarieerd tempo van bijspelen, concentratieverlies, en "o, een nieuwe kleur gevraagd?", kan zo een verzaking worden “uitgelokt”. Vervolgens zou de eerste OP nu meteen kunnen voorspelen in de volgende slag en daarmee beide verzakingen voldongen maken. Dan is jouw verzaken “ingegeven” door het verzaken van tegenpartij, en dan zou je nog minder hersteltijd hebben ook?

Anderzijds, als je zou zeggen voor de partij die voorspeelt is de verzaking voldongen, voor de andere partij niet en we gaan de slag toch voor beide partijen herstellen (feitelijk hetzelfde als de situatie van een dummy die zijn rechten heeft verloren en de verzaking van de leider voldongen maakt – welke verzaking wel wordt hersteld, 43B2b), dan kan het zijn dat indien de tegenspelers hebben voorgespeeld, zij opeens 2 strafkaarten hebben bovenop de automatische strafslag(en) en de leider helemaal geen straf heeft. Dus doordat de leider extra verzaakt raak je en het voordeel van je verzaking kwijt (wat je normaliter wel hebt) omdat de slag hersteld wordt, en je hebt 2 strafkaarten (2 omdat de kaart waarmee verzaakt wordt strafkaart wordt, maar ook de kaart die in de volgende slag bewust wordt getoond), en je hebt nog steeds je strafslag(en). En dat omdat de tegenpartij extra verzaakt?

Om deze vreemde situatie, die uitsluitend bestaat op dat ene specifieke spelmoment, op te lossen is er een apart regeltje aan dat ene, specifieke speelmoment gewijd (62C3) die zegt dat als de aandacht op dàt moment op de verzakingen wordt gevestigd, dat dàn beide verzakingen worden hersteld. En het bestaan van dat regeltje wordt herhaald in 63B.

Hebben echter beide partijen in de volgende slag gespeeld, dan zijn beide verzakingen voldongen. En op eerder moment worden beide verzakingen natuurlijk hersteld. Niets nieuws onder de zon. Maar indien beide partijen in dezelfde slag verzaken wordt het laatste herstelmoment dus even opgerekt, met als gevolg: beide verzakingen zijn voldongen, of worden beide hersteld.