Sjabloon:1959:HVIII

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 24 aug 2019 om 18:53 (Nieuwe pagina aangemaakt met '<big>'''HOOFDSTUK VIII DE WEDSTRIJDLEIDER.'''</big> Art. 109 t/m 123</br> {{template:1959:109|Art. 109. De taak van de wedstrijdleider.}}</br> {{template:1959:110|...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

HOOFDSTUK VIII DE WEDSTRIJDLEIDER. Art. 109 t/m 123

Art. 109. De taak van de wedstrijdleider.

De taak van de wedstrijdleider omvat onder meer:
  • het noteren van de inschrijvingen;
  • het kiezen van het geschikte wedstrijdschema en het vaststellen van de voorwaarden, waaronder zal worden gespeeld;
  • het handhaven van de orde en de zorg voor een regelmatig verloop van de wedstrijd;
  • het toepassen van de spelregels;
  • het opleggen van straffen en het toekennen van arbitrale scores;
  • het beslechten van onenigheden;
  • het verzamelen van de scores en het maken van een opstelling van de resultaten;
  • het bewaren van de scores en de aantekeningen.
De wedstrijdleider behoort te worden bijgestaan door zoveel assistenten als hij nodig heeft voor het vervullen van de taak, die hem in de spelregels is opgelegd.

Art. 110. Het herstellen van onregelmatigheden.

Het is de taak van de wedstrijdleider, een verstoring van de voor het ordelijk verloop van de wedstrijd vereiste gang van zaken te herstellen op een wijze, die niet in strijd is met deze spelregels. Daartoe mag hij een arbitrale score toekennen, het spelen van een spel verlangen of uitstellen, of zijn beslissing over feiten of reglementaire kwesties aanhouden.

Art. 111. De aandacht vestigen op het recht tot protest.

Indien de wedstrijdleider om enige reden meent, dat een herziening van zijn beslissing mogelijk zou kunnen zijn (bijv. bij het volgens art. 115 toekennen van een arbitrale score), behoort hij de spelers in te lichten omtrent hun recht tot protest, doch het niet geven van deze inlichting geeft geen recht op enige bijzondere tegemoetkoming.

Art. 112. Beslissing als de feiten vaststaan.

Indien de wedstrijdleider wordt ontboden voor het regelen van een kwestie over de spelregels, over de gang van zaken of over de bied- en speelmanieren, behoort hij in de gevallen waarin de feiten vaststaan, als volgt te handelen:
a. indien er geen straf in de spelregels is voorgeschreven of volgens zijn eigen mening nodig is, behoort hij de spelers hierover in te lichten en hun opdracht te geven verder te gaan met bieden of spelen;
b. indien een geval kennelijk valt onder een spelregel, die een billijke straf voor de onregelmatigheid voorschrijft, behoort hij die straf op te leggen en toe te zien, dat die wordt ondergaan;
c. indien de spelregels een keuze tussen twee of meer straffen toelaten, behoort hij deze straffen uit te leggen en toe te zien, dat een juiste straf wordt uitgekozen en ondergaan;
d. indien een laakbare overtreding is begaan en daarvoor geen billijke straf in de spelregels is voorgeschreven, mag hij een arbitrale score toekennen.

Art. 113. Beslissing als de feiten betwist worden.

Indien de spelers het niet eens zijn over de feiten, waarvan de kennis noodzakelijk is voor de beslissing van de wedstrijdleider, behoort hij zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen, hoe zijn beslissing in elk der gevallen zou zijn.
Indien hij overtuigd is, dat hij de feiten voldoende heeft vastgesteld voor het nemen van een juiste beslissing, behoort hij dadelijk te beslissen. Is dit niet het geval, dan behoort hij een voorlopige regeling te treffen, gebaseerd op de meest waarschijnlijke verklaring van de feiten, en behoort hij de spelers opdracht te geven verder te gaan volgens deze regeling, onverminderd hun recht tot protest ter vaststelling van de feiten, zoals dit in Hoofdstuk IX is geregeld.

Art. 114-115. Toekenning van een arbitrale score bij viertallenwedstrijden. Vervanging van een spel.

Art. 114. Bij viertallenwedstrijden behoort de wedstrijdleider, als de tijd het toelaat, in plaats van toekenning van een arbitrale score, een nieuw spel te laten spelen:

a. indien geen van beide viertallen schuld heeft, of als beide tot de overtreding hebben bijgedragen; of
b. indien slechts één paar schuld heeft en het andere paar van dat viertal het spel reeds te voren heeft gespeeld met een voor hen gunstig resultaat; of
c. indien het ene paar van een viertal in overtreding is en het andere paar van dat viertal het spel nog niet heeft gespeeld.

Het nieuwe spel moet door beide paren van de desbetreffende viertallen worden gespeeld, ten einde tussen hen het resultaat vast te stellen, maar de overige spelers behoeven dit nieuwe spel niet te spelen.

Art. 115. Bij viertallenwedstrijden behoort de wedstrijdleider in plaats van het spel te vervangen een arbitrale score toe te kennen, als één paar schuld heeft en het paar van het andere viertal niet, terwijl het tweede paar van dit viertal een gunstig resultaat met dat spel heeft behaald. In zulk een geval behoort de wedstrijdleider aan het niet-schuldige viertal toe te kennen:

  • bij wedstrijden met toekenning van matchpunten: het normale aantal matchpunten;
  • bij wedstrijden met waardering volgens totaalpunten: het aantal punten, dat het vermoedelijk zou hebben behaald, als de onregelmatigheid niet zou zijn geschied.


Art. 116-119. Gang van zaken, als de kaarten van een bord zijn verwisseld.

Art. 116. Indien is vastgesteld, dat de kaarten of de handen van een bord zijn verwisseld, bepaalt de wedstrijdleider zo nauwkeurig mogelijk, welke resultaten met dit spel in de oorspronkelijke kaartverdeling zijn behaald en welke na de verwisseling. Hij verdeelt de resultaten dienovereenkomstig in twee groepen en waardeert de resultaten van elke groep afzonderlijk op de wijze, zoals dit in de volgende twee artikels is geregeld.

Art. 117. Bij parenwedstrijden en persoonlijke wedstrijden worden voor elke score matchpunten toegekend volgens art. 100, plus ½ matchpunt voor elke score in de andere groep. De wedstrijdleider mag echter de scores volgens een andere methode waarderen, als hij daartoe door een bijzondere regeling gemachtigd is. De methode die hij de eerste maal toepast voor het waarderen van een score, behaald met een spel waarvan de kaarten zijn verwisseld, moet hij evenwel ook toepassen in alle soortgelijke gevallen, die zich in dezelfde zitting mochten voordoen.

Art. 118. Bij viertallen wedstrijden met toekenning van matchpunten stelt de wedstrijdleider vast, in welke gevallen beide scores van de desbetreffende viertallen met het oorspronkelijke spel werden behaald. Deze blijven geldig. In alle andere gevallen wordt rekening gehouden met de volgens art. 100 per paar berekende matchpunten en:

a. indien beide paren van het viertal meer dan het gemiddelde van de per paar berekende matchpunten behaald hebben, of als het ene paar meer dan het gemiddelde en het andere paar juist het gemiddelde heeft behaald, wordt aan dat viertal één matchpunt toegekend;
b. indien het ene paar boven het gemiddelde en het andere paar van dat viertal er beneden is, of als beide paren juist het gemiddelde hebben behaald, wordt aan dat viertal een half matchpunt toegekend;
c. indien beide paren beneden het gemiddelde blijven, of als het ene paar het gemiddelde en het andere paar minder heeft behaald, wordt aan dat viertal geen matchpunt toegekend. 1)

1) In Nederland kan dit artikel niet worden toegepast, omdat dit is gebaseerd op de Amerikaanse matchpuntenberekening. Zie de noot op art. 101.

Art. 119. Bij wedstrijden tussen twee viertallen met waardering volgens totaalpunten wordt een nieuw spel gegeven, en door beide paren van beide viertallen gespeeld; de reeds bereikte resultaten vervallen.


Art. 120. Facultatieve bevoegdheden.

In de gevallen, dat de door de wedstrijdleider te volgen gedragslijn niet duidelijk in dit reglement is bepaald, en vooral als hem facultatieve bevoegdheid is gegeven met betrekking tot het geven van strafpunten of de strafmaat, behoort hij volgens de volgende algemene richtlijnen te handelen:
a. in alle gevallen, dat in dit reglement vrijheid van handelen is toegestaan behoort straf of herstel te worden toegepast in overeenstemming met de aard en de ernst van de overtreding;
b. in twijfelachtige gevallen en in het bijzonder als er meningsverschil over de feiten bestaat, behoren de oorspronkelijke rechten of het meest waarschijnlijke resultaat van elk paar zo nauwkeurig mogelijk te worden vastgesteld;
c. geen enkele deelnemer mag een wezenlijk voordeel genieten ten koste van een andere, tenzij de eerste in geen enkel opzicht schuld heeft en de overtreding van de andere vaststaat.

Art. 121. Straffen bij persoonlijke wedstrijden.

Bij persoonlijke wedstrijden past de wedstrijdleider de strafbepalingen van dit reglement en de bepalingen omtrent het toekennen van een arbitrale score gelijkelijk toe tegenover beide spelers van het overtredende paar, zelfs als slechts één van hen voor de onregelmatigheid verantwoordelijk is. De wedstrijdleider mag echter bij het toekennen van arbitrale scores geen strafpunten aan de maat van de overtreder geven, als volgens zijn mening deze maat in geen enkel opzicht voor de overtreding verantwoordelijk is.

Art. 122. Disciplinaire straffen.

Behalve het volgens dit reglement opleggen van straffen en toekennen van een arbitrale score, kan de wedstrijdleider ook strafpunten geven voor enige overtreding, die het spelen onnodig vertraagt of belemmert, andere deelnemers in ongelegenheid brengt, inbreuk maakt op de juiste gang van zaken, of het toekennen van arbitrale score nodig maakt.
De volgende minimum aantallen strafmatchpunten behoren te worden opgelegd bij parenwedstrijden Of persoonlijke wedstrijden met toekenning van matchpunten, en een gelijkwaardig aantal strafpunten bij viertallenwedstrijden en bij wedstrijden met waardering volgens totaalpunten, terwijl de wedstrijdleider ze mag verhogen voor ernstige of herhaalde overtredingen.

a. voor onnodige vertraging, die andere spelers in ongelegenheid brengt, één strafrnatchpunt:
b. voor het tijdens de zitting vergelijken van de resultaten met een andere deelnemer, twee strafrnatchpunten;
c. voor het bespreken van het bieden, het spelen of het resultaat van een spel, op zulk een wijze, dat het aan een andere tafel gehoord zou kunnen worden, één strafmatchpunt;
d. voor een onregelmatige handeling (zoals verzuimen de kaarten te tellen, een verkeerd spel spelen, enz.) waardoor voor enige deelnemer een arbitrale score nodig wordt: een aantal strafmatchpunten, gelijk aan 10% van het hoogste aantal matchpunten, dat een deelnemer met dat spel zou kunnen behalen. Indien een niet overtredende deelnemer verplicht is een arbitrale score te aanvaarden, terwijl dit niet een gevolg is van eigen fout of eigen keuze, behoort hem een vergoeding te worden toegekend, gelijk aan 10% van het hoogste aantal matchpunten, dat een deelnemer met dat spel zou kunnen behalen.
e. voor het te laat komen: na de eerste vijf minuten, twee strafmatchpunten voor elke volgende vijf minuten of deel er van. Deze straf mag worden kwijtgescholden voor de eerste zitting van een wedstrijd, als de inschrijving nog open is.
f. voor nalatigheid, zich stipt te houden aan de wedstrijdbepalingen of aan enige instructie van de wedstrijdleider: twee strafmatchpunten;
g. voor een ongepaste of onheuse opmerking, die andere deelnemers kan kwetsen: één tot vijf strafmatchpunten.

Art. 123. Sehorsîng en uitsluiting van spelers.

Teneinde zijn plicht tot handhaving van orde en gehoorzaamheid te kunnen vervullen is de wedstrijdleider speciaal gerechtigd:
a. een speler voor de lopende zitting of een deel er van te schorsen; (De beslissing van de wedstrijdleider te dezen opzichte is definitief.)
b. een speler, paar of viertal uit te sluiten om redenen, die onderworpen zijn aan de goedkeuring van het wedstrijdcomité of van de organisatie, die de wedstrijd heeft uitgeschreven.