Sjabloon:1959:HV
HOOFDSTUK V HET SPELEN. Art. 44 t/m 89
HET SPELEN. Art. 44 t/m 46
HET VOORSPELEN EN HET BIJSPELEN. Art. 47 t/m 62
GETOONDE KAARTEN. Art. 63 t/m 70
HET VERZAKEN. Art. 71 t/m 76
SLAGEN. Art. 77 t/m 82
NIET VOLDOEN AAN EEN STRAF. Art. 83
OPEISEN EN AFSTAAN VAN SLAGEN. Art. 84 t/m 89
HOOFDSTUK V HET SPELEN. Art. 44 t/m 89
Art. 44. Het begin van het spelen.
Art. 45. De rechten van de blinde. Het ongeoorloofd bijspelen of aanwijzen van een kaart door de blinde.
Art. 46. Handelingen waardoor de blinde zijn rechten verbeurt.
HET VOORSPELEN EN HET BIJSPELEN. Art. 47 t/m 62
Art. 47-49. Volgorde en verloop van het spelen.
Art. 50-52. Gespeelde kaart.
Art. 53. Terugnemen van een gespeelde kaart.
Art. 54. Voor de beurt spelen door een tegenspeler.
Art. 55-57. Ten onrechte voorspelen.
Art. 58. Gelijktijdig voor- of bijspelen.
Art. 59. Niet kunnen voor- of bijspelen zoals vereist is.
Art. 60-62. Spelen, voordat een straf is bekrachtigd.
GETOONDE KAARTEN. Art. 63 t/m 70
Art. 63-66. De leider toont één of meer kaarten.
Art. 67. Een tegenspeler toont één of meer kaarten.
Art. 68-69. Behandeling van een strafkaart.
Art. 70. Een tegenspeler toont ten onrechte al zijn kaarten.
HET VERZAKEN. Art. 71 t/m 76
Art. 71. Informeren naar een mogelijke verzaking.
Art. 72-73. Herstel van een verzaking.
Art. 74. Handelingen, die een verzaking voldongen maken.
Art. 75-76. Gang van zaken na een voldongen verzaking.
SLAGEN. Art. 77 t/m 83
Art. 77. Rangschikken van de slagen.
Art. 78-79. Inzien van slagen.
Art. 80-81. Een slag met een onjuist aantal kaarten.
Art. 82. Bij vergissing toegeëigende slag.
Art. 83. NIET VOLDOEN AAN EEN STRAF.
OPEISEN EN AFSTAAN VAN SLAGEN. Art. 84 t/m 89
Art. 84. Afstaan van een slag, die niet kan worden verloren.
Art. 85. Afstaan van een gewonnen slag.
Art. 86-87. Opeisen of afstaan van slagen door een tegenspeler.
Art. 88. Opeisen of afstaan van slagen door de leider.
Art. 89. Beslissing over een betwiste eis.