Sjabloon:1975:HVII

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 22 aug 2019 om 21:14 (Nieuwe pagina aangemaakt met '<big>'''HOOFDSTUK VII REGELS VAN ETHIEK'''</big></br> {{template:1975:HVII1|1. Algemene beginselen}}</br> {{template:1975:HVII2|2. Ongeoorloofde inlichtingen}}</br...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

HOOFDSTUK VII REGELS VAN ETHIEK

1. Algemene beginselen

Wedstrijdbridge behoort te worden gespeeld in strikte overeenstemming met de spelregels. Het is onjuist een straf voor een overtreding van een tegenstander kwijt te schelden, zelfs als men meent door die overtreding niet benadeeld te zijn. Indien deze spelregels de niet-overtredende partij een keuze uit meer mogelijkheden toekennen na een door een tegenstander begane onregelmatigheid, is het correct de meest voordelige mogelijkheid te verkiezen. Nadat de overtredende partij de voorgeschreven straf voor een onopzettelijke overtreding heeft ondergaan, is zij gerechtigd tot iedere voor haar voordelige wijze van bieden of spelen, zelfs als zij daardoor zou blijken profijt te trekken van haar overtreding. De verantwoordelijkheid voor het bestraffen van onregelmatigheden en het herstellen van schade berust uitsluitend bij de wedstrijdleider en deze spelregels, niet bij de spelers zelf.
Het opzettelijk overtreden van een spelregel is een ernstige inbreuk op de regels van ethiek, ook al is daarvoor een straf bepaald die men bereid is te ondergaan. De overtreding kan des te ernstiger zijn indien daarop geen straf is gesteld.
Men is niet verplicht aandacht te vestigen op een onopzettelijke overtreding van de spelregels door zijn eigen partij. Een speler behoort evenwel niet te trachten zulk een overtreding te camoufleren, bijvoorbeeld door opnieuw te verzaken, door een kaart te verbergen waaruit een verzaking zou kunnen blijken of door de kaarten voortijdig dooreen te mengen.

2. Ongeoorloofde inlichtingen

De communicatie tussen partners gedurende het bieden en het spelen dient uitsluitend plaats te vinden door het doen van biedingen en het spelen van kaarten zonder meer, niet door de manier waarop dit geschiedt, noch door bijzondere opmerkingen en gebaren, noch door aan de tegenstanders gestelde vragen en de hun gegeven uitleg. Biedingen behoren steeds op dezelfde toon te worden gedaan, zonder bijzondere nadruk of stembuiging en zonder onnodige haast of aarzeling 1). Het spelen dient te geschieden zonder nadruk, gebaren of bijzondere gedragingen en zoveel mogelijk in een gelijkmatig tempo.
Indien een speler beschikt over ongeoorloofde informatie door een opmerking, vraag, uitleg, gebaar, bijzondere gedraging, speciale nadruk, stembuiging, haast of aarzeling van zijn partner, behoort hij zorgvuldig te vermijden hiervan voor zijn partij enig voordeel te trekken.
Het onopzettelijk veranderen van het tempo of de manier van bieden of spelen vormt op zichzelf geen overtreding van de regels van ethiek, maar gevolgtrekkingen hieruit mogen slechts door een tegenstander worden getrokken en dan op eigen risico. Het is in hoge mate onbehoorlijk te pogen een tegenstander te misleiden door woord of gebaar, door haast of aarzeling bij bieden of spelen (bijvoorbeeld het aarzelen met een singleton) of door de manier van spelen of bieden.
Iedere speler mag pogen een tegenstander te misleiden door een bieding of speelwijze, zolang deze niet berust op een geheime afspraak met zijn partner. Het is volkomen correct informatie aan de tegenstanders te onthouden door steeds in eenzelfde tempo en op dezelfde wijze te bieden en te spelen.
Indien een overtreding van de regels van ethiek, beschreven in dit gedeelte (Ongeoorloofde inlichtingen) leidt tot nadeel voor een niet in overtreding zijnde tegenstander, dient de wedstrijdleider:
a) een arbitrale score toe te kennen (zie artikel 16), indien een speler uit de voor de hand liggende mogelijkheden een keuze heeft gedaan, die redelijkerwijze zou kunnen zijn gesuggereerd door het tempo, het gedrag of een opmerking van zijn partner; of
b) een arbitrale score toekennen (zie artikel 12), indien een niet in overtreding zijnde tegenstander een onjuiste gevolgtrekking heeft gemaakt uit een opzettelijk misleidende inlichting.
De zwaarst mogelijke overtreding van de regels van ethiek is het uitwisselen van inlichtingen tussen twee partners door middel van vooraf overeengekomen, niet door deze spelregels gewettigde communicatiemethoden. De hiervoor opgelegde straf is gewoonlijk royement.

1) De orgániserende instantie kan echter verplichte pauzes voorschrijven, bijvoorbeeld gedurende de eerste biedronde of na een sprongbod.

3. Gedragsregels

Een speler dient zich altijd hoffelijk te gedragen ten opzichte van zijn partner en zijn tegenstanders. Hij dient zorgvuldig iedere opmerking of handeling te vermijden die ergernis of verwarring zou kunnen veroorzaken bij een andere speler of het genoegen van het spel zou kunnen verstoren. Iedere speler behoort steeds op dezelfde correcte wijze te bieden en te spelen, daar iedere afwijking van de juiste normen het ordelijk verloop van het spel kan verstoren.
Bovendien worden de volgende handelingen als onbehoorlijk beschouwd:
a) het gebruik van verschillende aanduidingen voor hetzelfde bod;
b) ieder teken van goed- of afkeuring van een bieding of een spelen;
c) een aanduiding dat men verwacht of van plan is een slag te winnen of te verliezen, voordat iedereen heeft gespeeld;
d) een commentaar of een handeling tijdens het bieden of spelen, waardoor de aandacht wordt gevestigd op een bepaald voorval tijdens dat bieden of spelen, op de stand van de score of op het aantal slagen, dat nog gehaald moet worden voor het bereiken van een gunstig resultaat;
e) het vrijwillig geven van een inlichting, die alleen in antwoord op een desbetreffende vraag behoort te worden verstrekt;
f) het opzettelijk kijken naar een andere speler gedurende het bieden of spelen of naar de hand van een andere speler, bijvoorbeeld met de bedoeling zijn kaarten te zien of om te zien van welke plaats hij een kaart neemt (het is echter geoorloofd gebruik te maken van een inlichting, verkregen doordat men onopzettelijk een kaart van een tegenstander ziet);
g) het afwijken van het normale tempo van bieden of spelen met de bedoeling de andere spelers in verwarring te brengen;
h) het onnodig verlaten van de tafel voordat het einde van de ronde is aangekondigd.
Uit een oogpunt van hoffelijkheid dient een speler zich te onthouden van:
a) het besteden van onvoldoende aandacht aan het spel (bijvoorbeeld indien een speler kennelijk geen belangstelling heeft voor zijn hand of veelvuldig een herhaling van het bied verloop vraagt);
b) het leveren van ongevraagd commentaar gedurende het spelen, bijvoorbeeld op het bieden of op de juistheid van het contract;
c) het gereedhouden van een kaart voordat hij aan de beurt is om voor te spelen of te spelen;
d) het wanordelijk neerleggen van reeds gespeelde kaarten of het dooreenmengen van zijn kaarten voordat over het resultaat van een spel overeenstemming is bereikt;
e) het opeisen of afstaan van slagen als er enige twijfel bestaat over de afloop van de gift;
f) het onnodig rekken van het spelen met de bedoeling de andere spelers in verwarring te brengen;
g) het ontbieden van de wedstrijdleider op een voor deze of voor de andere spelers onhoffelijke wijze.

4. Afspraken tussen partners

Het is strijdig met de ethiek zijn partner inlichtingen te verschaffen door een bieding of een speelwijze, gebaseerd op een uitdrukkelijke of een stilzwijgende afspraak, tenzij deze inlichtingen ook voor de tegenstanders volledig en vrijelijk te verkrijgen zijn (zie artikel 40).
Het is een speler toegestaan af te wijken van een bekend gemaakte afspraak, zolang zijn partner niet van de afwijking op de hoogte is (maar regelmatig voorkomende afwijkingen bij een paar kunnen leiden tot stilzwijgende afspraken, die moeten worden bekend gemaakt). Geen speler is verplicht de tegenstanders te onthullen dat hij van een bekendgemaakte afspraak is afgeweken; indien de tegenstanders als gevolg daarvan zijn benadeeld doordat zij uit een dergelijke afwijking een verkeerde conclusie hebben getrokken, kunnen zij geen aanspraak maken op schadeloosstelling.
Bij het uitleggen van de betekenis van partners bieding of spelen in antwoord op een vraag van een tegenstander (zie artikel 40) behoort een speler alle bijzondere informatie te geven die hem op grond van afspraak of ervaring met deze partner ten dienste staat, maar hij behoeft niet mede te delen welke gevolgtrekkingen hij heeft gemaakt voor zover deze berusten op zijn algemene kennis van bridge en zijn ervaring. Het is een speler niet geoorloofd, indien zijn partner een verkeerde uitleg heeft gegeven, deze onmiddellijk te verbeteren of op enigerlei wijze te laten blijken dat er een vergissing is begaan. (Hij dient geen voordeel te trekken uit de ongeoorloofde inlichting die hij hierdoor heeft ontvangen). Hij is nóch volgens de spelregels nóch moreel verplicht op welk later tijdstip dan ook de tegenstanders mede te delen dat de uitleg onjuist was. Indien een speler zich na het geven van een uitleg realiseert dat deze onjuist was of onvolledig, behoort hij onmiddellijk de wedstrijdleider te ontbieden (die artikel 21 of artikel 40 b zal toepassen). 1)

1) Twee voorbeelden kunnen de verantwoordelijkheden van de spelers (en de wedstrijdleider) verduidelijken nadat een misleidende uitleg is gegeven aan de tegenstanders. In beide volgende voorbeelden heeft Noord geopend met 1 Sans Atout en heeft Zuid, die een zwakke hand heeft met lange Ruiten, 2 Ruiten geboden, bedoeld als stopbod; Noord geeft echter in antwoord op een desbetreffende vraag van West de uitleg, dat het bod van Zuid sterk is en conventioneel, vragend naar de hoge kleuren.

Voorbeeld 1: Foutieve uitleg. De onderhavige conventie houdt in, dat 2 Ruiten een stopbod is; de fout zit in de door Noord gegeven uitleg. Deze uitleg is een inbreuk op de regels, omdat Oost-West recht hebben op een juiste beschrijving van de door Noord-Zuid gebruikte conventie (indien een overtreding nadelige gevolgen heeft voor Oost-West, dient de wedstrijdleider een arbitrale score toe te kennen). Als Noord zich vervolgens zijn vergissing bewust wordt, is het in zijn belang onmiddellijk de wedstrijdleider hiervan in kennis te stellen - dit kan dienen om het door zijn overtreding veroorzaakte nadeel te verkleinen. Zuid moet niets doen om de foutieve uitleg te corrigeren gedurende het bieden; als hij leider of blinde wordt kan hij vrijwillig de gegeven uitleg verbeteren.
Voorbeeld 2: Foutief bod. De conventie is, zoals door Noord uitgelegd, 2 Ruiten is sterk en conventioneel; de fout lag in het bod van Zuid. Hier is geen sprake van inbreuk op de regels, aangezien Oost-West een juiste beschrijving hebben gekregen van de door Noord-Zuid gebruikte conventie; zij kunnen geen aanspraak maken op een juiste beschrijving van de handen van Noord-Zuid. (Zonder rekening te houden met eventuele benadeling dient de wedstrijdleider het behaalde resultaat te handhaven). Zuid mag de uitleg van Noord niet onmiddellijk corrigeren (of de wedstrijdleider waarschuwen) en hij is niet verplicht dit later te doen.

In beide gevallen weet Zuid, na het horen van de uitleg, gegeven door Noord, dat zijn bod van 2 Ruiten verkeerd is begrepen. Deze wetenschap valt onder het begrip 'ongeoorloofde inlichtingen' (zie 2) en Zuid moet er derhalve voor zorgen, dat hij zijn volgende acties niet baseert op deze wetenschap (indien hij dat wel doet, dient de wedstrijdleider een arbitrale score toe te kennen). Als Noord bijvoorbeeld 2 Sans Atout antwoordt, heeft Zuid de ongeoorloofde informatie dat dit bod slechts een vierkaart in een hoge kleur ontkent; maar het is Zuid's verantwoordelijkheid te handelen alsof Noord een krachtige poging heeft gedaan een manchebod te bereiken tegenover een zwak antwoord, maximale kracht aangevend.

5. Toeschouwers

Een toeschouwer dient zich tijdens het bieden of spelen van iedere reactie hierop te onthouden (bijvoorbeeld door zijn aandacht te verplaatsen van de hand van de ene speler naar die van een andere). Hij dient op geen enkele wijze een speler te storen. Tijdens de ronde moet hij zich onthouden van bijzondere gedragingen of opmerkingen van welke aard ook (met inbegrip van conversatie met een speler). Hij mag niet de aandacht vestigen op enige onregelmatigheid of vergissing, noch zich uitspreken over enige kwestie betreffende een voorval of een spelregel, behalve op verzoek van de wedstrijdleider.