Sjabloon:1997:44

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 13 aug 2019 om 17:02 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''ARTIKEL 44 Volgorde en verloop van het spelen'''</br> {{template:1997:44A|A. Voorspelen in een slag}}</br> {{template:1997:44B|B. Bijspelen in een slag}}</br> {...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

ARTIKEL 44 Volgorde en verloop van het spelen

A. Voorspelen in een slag
De speler die in een slag voorspeelt, mag elke kaart uit zijn hand spelen (tenzij hij is onderworpen aan een beperking na een onregelmatigheid, begaan door zijn partij).

B. Bijspelen in een slag
Na het voorspelen speelt iedere speler op zijn beurt een kaart en de vier aldus gespeelde kaarten vormen een slag (voor de wijze waarop de kaarten moeten worden gespeeld en gerangschikt, zie artikel 65).

C. Verplichting om te bekennen
Bij het spelen in een slag moet elke speler indien mogelijk bekennen. Deze verplichting gaat boven alle andere voorschriften van deze Spelregels.

D. Niet kunnen bekennen
Indien een speler niet kan bekennen, mag hij elke andere kaart spelen (tenzij hij is onderworpen aan een beperking na een onregelmatigheid, begaan door zijn partij).

E. Slagen met troeven
Een slag die troef bevat, wordt gemaakt door de speler die de hoogste troef heeft gespeeld.

F. Slagen zonder troeven
Een slag die geen troef bevat, wordt gemaakt door de speler die de hoogste kaart van de voorgespeelde kleur heeft gespeeld.

G. Voorspelen na de eerste slag
De speler die de slag heeft gemaakt, speelt voor in de volgende slag.