Sjabloon:1997:HVI1II

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 13 aug 2019 om 08:27 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''PARAGRAAF II Onregelmatigheden Art 46 t/m 47'''</br> {{template:1997:46|ARTIKEL 46 Onvolledige of foutieve benaming van een kaart uit de blinde}}</br> {{templat...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

PARAGRAAF II Onregelmatigheden Art 46 t/m 47

ARTIKEL 46 Onvolledige of foutieve benaming van een kaart uit de blinde

A. Juiste wijze om kaart uit de blinde aan te duiden
Bij het noemen van een uit de hand van de blinde te spelen kaart behoort de leider duidelijk zowel de kleur als de hoogte van de gewenste kaart te noemen.

B. Onvolledige of foutieve benaming
In geval van een onvolledige of foutieve benaming door de leider ten aanzien van de te spelen kaart uit de blinde gelden de volgende beperkingen (tenzij de andere bedoeling van de leider onomstotelijk vaststaat):

1. Onvolledige aanduiding van de hoogte van de kaart

Als de leider bij het spelen uit de blinde “hoog” zegt of woorden van gelijke strekking gebruikt, wordt hij geacht de hoogste kaart genoemd te hebben; in de vierde hand kan hij geacht worden de laagst winnende kaart van de aangeduide kleur genoemd te hebben; als hij de blinde opdraagt de slag te nemen, wordt hij geacht de laagste kaart te hebben genoemd waarmee de slag kan worden gemaakt. Als hij “laag” zegt of woorden van gelijke strekking gebruikt, wordt hij geacht de laagste kaart te hebben genoemd.

2. Aanduiding van de kleur, niet van de hoogte van de kaart

Als de leider de kleur aanduidt maar niet de hoogte van de kaart, wordt hij geacht de laagste van de aangegeven kleur te hebben genoemd.

3. Aanduiding van de hoogte van de kaart, niet van de kleur

Als de leider de hoogte van de kaart aanduidt maar niet de kleur:
(a) Bij het voorspelen
De leider wordt in dit geval geacht de kleur te vervolgen waarmee de blinde de voorafgaande slag gemaakt heeft, aangenomen dat er een kaart van de aangegeven hoogte in die kleur aanwezig is.
(b) In alle andere gevallen
In alle andere gevallen moet de leider een kaart van de aangegeven hoogte uit de blinde spelen als dit reglementair mogelijk is; maar als er twee of meer kaarten zijn die reglementair gespeeld kunnen worden, moet de leider aangeven welke hij bedoelt.

4. Aanduiding van een kaart die niet in de blinde aanwezig is

Als de leider een kaart noemt die niet in de blinde aanwezig is, is de aanduiding ongeldig en mag de leider elke andere reglementaire kaart kiezen.

5. Noch kleur, noch hoogte wordt aangeduid

Als de leider het spelen van een kaart aangeeft zonder de kleur of de hoogte te noemen (door bijvoorbeeld te zeggen “Speel maar iets” of woorden van gelijke strekking), mag elke tegenspeler aangeven welke kaart uit de blinde gespeeld moet worden.


ARTIKEL 47 Terugnemen van gespeelde kaart

A. Om te voldoen aan een straf
Een eenmaal gespeelde kaart mag teruggenomen worden om te voldoen aan een straf (maar een teruggenomen kaart van een tegenspeler kan een strafkaart worden - zie artikel 49).

B. Om een onreglementair spelen te herstellen
Een gespeelde kaart mag teruggenomen worden om een onreglementair of gelijktijdig spelen te herstellen (zie artikel 58 voor gelijktijdig spelen; zie bovendien, wat betreft de tegenspelers, artikel 49 - strafkaart).

C. Om een onopzettelijke aanduiding te wijzigen
Een gespeelde kaart mag straffeloos worden teruggenomen na een wijziging van een aanduiding zoals toegestaan in artikel 45C4(b).

D. Na wijziging van het spelen door een tegenstander
Na een wijziging van het spelen door een tegenstander mag een gespeelde kaart straffeloos (maar zie 62C2) worden teruggenomen en vervangen door een andere.

E. Wijziging van het spelen op basis van verkeerde informatie
1. Voor de beurt voorgespeelde kaart

Wie voor de beurt heeft voorgespeeld, mag de voorgespeelde kaart straffeloos terugnemen als hij van een tegenstander de foutieve informatie had gekregen dat het zijn beurt was om voor te spelen (de LT behoort het voorspelen niet te aanvaarden).

2. Terugnemen van gespeelde kaart

(a) Niemand heeft daarna bijgespeeld
Een speler mag de kaart die hij gespeeld heeft als gevolg van een verkeerde uitleg van een bied- of speelwijze en voordat die verbeterd werd, terugnemen, maar alleen als er in die slag geen volgende kaart is gespeeld. Een uitkomst mag niet meer teruggenomen worden nadat de blinde een kaart met de beeldzijde naar boven op tafel heeft gelegd.
(b) Eén of meer kaarten zijn daarna bijgespeeld
Wanneer het te laat is voor herstel volgens (a) hierboven, is artikel 40C van toepassing.

F. Onreglementair terugnemen
Tenzij één van de bepalingen onder A tot en met E van dit artikel van toepassing is, mag een eenmaal gespeelde kaart niet worden teruggenomen.