Sjabloon:2007:67

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 8 aug 2019 om 14:33 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''ARTIKEL 67 Onjuiste slag'''</br> {{template:2007:67A|A. Hooguit één partij heeft in de volgende slag gespeeld}}</br> {{template:2007:67B|B. Een speler van beid...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

ARTIKEL 67 Onjuiste slag
A. Hooguit één partij heeft in de volgende slag gespeeld
Als een speler verzuimd heeft in een slag bij te spelen of te veel kaarten in een slag heeft gespeeld, moet de fout hersteld worden als er op de onregelmatigheid wordt geattendeerd voordat een speler van elke partij in de volgende slag gespeeld heeft.

  1. Om het verzuim een kaart te spelen goed te maken voegt de overtreder een reglementair juiste kaart toe.
  2. Om het spelen van te veel kaarten in een slag te herstellen moet artikel 45E (vijfde kaart in een slag) of artikel 58B (twee of meer kaarten gelijktijdig uit één hand) toegepast worden.

B. Een speler van beide partijen heeft in de volgende slag gespeeld
Wanneer er, nadat een speler van beide partijen in de volgende slag heeft gespeeld, geattendeerd wordt op een onjuiste slag of als de wedstrijdleider vaststelt dat een slag onjuist is geweest (vanwe¬ge het feit dat een speler te veel of te weinig kaarten in zijn hand heeft en een overeenkomstig onjuist aantal gespeelde kaarten bezit), bepaalt de wedstrijdleider welke slag onjuist is geweest. Om het aantal kaarten te herstellen, behoort de wedstrijdleider als volgt te handelen:
1. Als de overtreder verzuimd heeft in de onjuiste slag bij te spelen, moet de wedstrijdleider eisen dat hij direct een kaart open op tafel legt en die correct tussen zijn gespeelde kaarten plaatst (met deze kaart kan de betreffende slag niet alsnog gemaakt worden).

(a) Als de overtreder kan bekennen in de onjuiste slag, moet hij een kaart in de voorgespeelde kleur tussen zijn gespeelde kaarten plaatsen. Hij wordt geacht verzaakt te hebben in de onjuiste slag en moet één slag overdragen in overeenstemming met artikel 64A2.
(b) Als de overtreder niet kan bekennen in de onjuiste slag, plaatst hij een willekeurige kaart tussen zijn gespeelde kaarten. Hij wordt geacht verzaakt te hebben in de onjuiste slag en moet één slag overdragen in overeenstemming met artikel 64A2.

2.

(a) Als de overtreder meer dan één kaart in de onjuiste slag heeft gespeeld, controleert de wedstrijdleider de gespeelde kaarten en schrijft voor dat de overtreder alle extra kaarten 1) terugneemt en aan zijn hand toevoegt, waarbij hij de getoonde kaart die in de onjuiste slag is gespeeld, bij de gespeelde kaarten laat liggen (als de wedstrijdleider niet in staat is vast te stellen welke kaart getoond is, laat de overtreder de hoogste kaart die hij reglementair in die slag had kunnen spelen, bij de gespeelde kaarten liggen). De slag blijft aan de speler die de onjuiste slag won.
(b) Een aan de hand toegevoegde kaart wordt geacht voortdurend te hebben behoord tot de hand van de overtreder en indien deze kaart in een eerdere slag had moeten worden gespeeld, is dit verzuim een verzaking.

1) De wedstrijdleider behoort zo mogelijk te vermijden dat er gespeelde kaarten van een tegenspeler worden getoond maar als een extra kaart die aan de hand van een tegenspeler wordt toegevoegd, reeds getoond is, wordt dit een strafkaart (zie artikel 50).