Sjabloon:1936:22

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 4 aug 2019 om 10:39

22. Onjuiste biedingen

Niet bedoelde bieding of spreekvergissing.
1. Een speler mag een niet-bedoelde bieding zonder straf verbeteren; maar van dit voorrecht mag geen gebruik worden gemaakt om een fout te herstellen of meeningsveranderingen te verbergen. Elke kwestie, die zich voordoet, betreffende het feit of een bieding beschouwd moet worden als niet-bedoeld, hangt af van de feiten en omstandigheden van het onderhavige geval, en de andere spelers dienen er op het oogenblik zelf over te beslissen.

Een tegenspeler doet een bieding na een onjuiste bieding.
2. Indien na een onjuiste bieding opvolgend een bieding wordt gedaan, vóórdat de niet-overtredende partij de aandacht op de onregelmatigheid vestigt, gaat het bieden voort, alsof de onjuiste bieding een juiste bieding ware geweest in goede volgorde gedaan.

Onvoldoend bod.
3. Indien een onvoldoend bod in goede volgorde gedaan, niet gevolgd is door een andere bieding (zooals bepaald in par. 2), moet het voldoende gemaakt worden in dezelfde of in een andere speelsoort, en. indien de overtreder kiest:

a) het laagste voldoende bod van dezelfde speelsoort, dan moet zijn maat passen, zoodra deze voor de eerste maal aan de beurt is om te bieden;
b) een ander bod, dan moet zijn maat passen, telkens wanneer het zijn beurt is om te bieden.

Gebruik van een onjuiste benaming bij het doubleeren.
4. Een speler, die bij het doubleeren of redoubleeren, op zijn beurt gedaan, een onjuist aantal slagen noemt of een verkeerde speelsoort, wordt, tenzij een andere speler daarna een bieding heeft gedaan (zooals bepaald in par. 2) geacht het gedane bod te hebben gedoubleerd of geredoubleerd en zijn maat moet passen, zoodra het de eerstvolgende keer zijn beurt is te bieden.

Niet in volgorde bieden.
5. Een juiste bieding, die niet in goede volgorde werd gedaan, vervalt, tenzij een ander daarna een bieding deed (zooals bepaald in par. 2) en het bieden gaat over op den speler, wiens beurt het was om te bieden, en indien er:

a) gepast werd vóór het eerste bod, dan moet de overtreder passen, zoodra hij de eerste maal aan de beurt is om te bieden;
b) een andere bieding gedaan werd, dan moet de maat van den overtreder passen, telkens wanneer het zijn beurt is om te bieden.

Zelden voorkomende onjuiste biedingen.
6. Tenzij een andere bieding gevolgd is (zooals bepaald in par. 2), als een speler:

a) een bod, dat zijn maat heeft gedoubleerd of geredoubleerd, doubleert of redoubleert, dan wordt de overtreder geacht te hebben gepast, zijn partij moet telkens wanneer het haar beurt is om te bieden, passen en de tegenspeler aan de linkerhand van den overtreder mag het doublet of het redoublet van den maat van den overtreder nietig verklaren;
b) het bod van zijn maat doubleert of dit redoubleert, wanneer het niet gedoubleerd is, dan wordt de overtreder geacht te hebben gepast, en zijn partij moet passen, telkens wanneer het haar beurt is om te bieden;
c) meer dan zeven trekken biedt, hetzij onopzettelijk, hetzij om een bod voldoende te maken; biedt, doubleert of redoubleert, wanneer hij volgens een onder dezen regel opgelegde straf moet passen; of een bieding doet, die niet in de regels van dit tijdvak is erkend of behandeld; dan moet zijn partij passen, telkens wanneer het haar beurt is om te bieden, en mag de tegenspeler, die het eerst de speelsoort bood, het laatst geboden door zijn partij, of, als geen van beide tegenspelers heeft geboden, de tegenspeler aan de linkerhand van den overtreder, de verkeerde bieding nietig verklaren.