DERDE TIJDVAK:1936
DERDE TIJDVAK ~ HET BIEDEN.
15. HET BIEDEN EN DE DUUR DAARVAN.
Nadat het geven is afgeloopen, moet iedere speler in volgorde, te beginnen met den gever een bod doen of passen tot het eerste bod gedaan wordt. Indien in de eerste ronde van het bieden alle vier spelers passen, gaat het spel niet door, en de speler, die aan de beurt komt, geeft. In elk geval moet elke speler op zijn beurt, na het eerste bod, een bieding doen, totdat drie opeenvolgende spelers passen, op welk oogenblik het bieden is gesloten.
16. BIEDEN EN HOOGER BIEDEN.
Elk volgend bod moet óf een grooter aantal trekken noemen dan het voorafgaande bod of een gelijk aantal In een hoogere speelsoort. De biedingen van de verschillende speelsoorten volgen van beneden naar boven elkaar in rang op als volgt: Klaveren, Ruiten, Harten, Schoppen, Zonder-troef.
17. DOUBLEEREN EN REDOUBLEEREN.
Elke speler mag, als hij aan de beurt is, het laatst voorafgaande bod doubleeren. mits dit gedaan wordt door een tegenspeler, of hij mag het redoubleeren, als het door een tegenspeler gedoubleerd is. Doubleeren en redoubleeren hebben geen invloed op het aantal trekken van het bod, noch op hun waarde bij het bieden.
Een bod, dat geredoubleerd is, mag niet nog eens worden gedoubleerd of geredoubleerd.
Indien een bod is gedoubleerd of gedoubleerd en geredoubleerd, mag elke speler op zijn beurt een verder bod doen ,totdat het bieden is gesloten.
18. PASSEN.
Een speler, die geen bod wil doen, doubleeren of redoubleeren, moet dit te kennen geven door te passen.
19. HET EINDBOD EN DE LEIDER.
Het eindbod bij het bieden wordt het contract; als dit in een kleur is, wordt iedere kaart in die kleur een troefkaart. De speler, die van de partij. die het eindbod deed, het eerst de in het contract genoemde speelsoort bood, wordt de leider en zijn maat blijft geen speler meer, maar wordt de maat van den leider; (zie regel 30).
20. INLICHTINGEN BETREFFENDE GEDANE BIEDINGEN.
Gedurende het bieden mag een speler vragen de vorige biedingen te herhalen, doch slechts indien het zijn beurt is om te bieden; (zie regel 25).
21. EISCHEN VAN EEN STRAF GEDURENDE HET BIEDEN.
1. Wanneer een onregelmatigheid is begaan, is elke speler gerechtigd daar de aandacht op te vestigen, zijn maat te vragen of hij zijn rechten kent, en inlichtingen omtrent den desbetreffenden regel te geven of te krijgen.
2. Alle kwesties, met betrekking tot welke straf op een bepaalde overtreding van toepassing is, moeten, voordat de straf werkelijk wordt ondergaan dan wel andere maatregelen worden genomen, worden geregeld.
Een eens onderga ne straf of eenmaal genomen maatregel blijft geldig, al blijkt deze later onjuist te zijn geweest.
3. Wanneer een speler een keus mag doen uit meerdere op te leggen straffen, vervalt dit recht, indien:
de maats overleg plegen omtrent het voordeel te verkrijgen door dit recht uit te oefenen;
òf omtrent de vraag, welke van deze straffen op te leggen;
òf indien de daartoe niet gerechtigde maat het recht uitoefent.
22. Onjuiste biedingen
Niet bedoelde bieding of spreekvergissing.
1. Een speler mag een niet-bedoelde bieding zonder straf verbeteren; maar van dit voorrecht mag geen gebruik worden gemaakt om een fout te herstellen of meeningsveranderingen te verbergen. Elke kwestie, die zich voordoet, betreffende het feit of een bieding beschouwd moet worden als niet-bedoeld, hangt af van de feiten en omstandigheden van het onderhavige geval, en de andere spelers dienen er op het oogenblik zelf over te beslissen.
Een tegenspeler doet een bieding na een onjuiste bieding.
2. Indien na een onjuiste bieding opvolgend een bieding wordt gedaan, vóórdat de niet-overtredende partij de aandacht op de onregelmatigheid vestigt, gaat het bieden voort, alsof de onjuiste bieding een juiste bieding ware geweest in goede volgorde gedaan.
Onvoldoend bod.
3. Indien een onvoldoend bod in goede volgorde gedaan, niet gevolgd is door een andere bieding (zooals bepaald in par. 2), moet het voldoende gemaakt worden in dezelfde of in een andere speelsoort, en. indien de overtreder kiest:
- a) het laagste voldoende bod van dezelfde speelsoort, dan moet zijn maat passen, zoodra deze voor de eerste maal aan de beurt is om te bieden;
- b) een ander bod, dan moet zijn maat passen, telkens wanneer het zijn beurt is om te bieden.
Gebruik van een onjuiste benaming bij het doubleeren.
4. Een speler, die bij het doubleeren of redoubleeren, op zijn beurt gedaan, een onjuist aantal slagen noemt of een verkeerde speelsoort, wordt, tenzij een andere speler daarna een bieding heeft gedaan (zooals bepaald in par. 2) geacht het gedane bod te hebben gedoubleerd of geredoubleerd en zijn maat moet passen, zoodra het de eerstvolgende keer zijn beurt is te bieden.
Niet in volgorde bieden.
5. Een juiste bieding, die niet in goede volgorde werd gedaan, vervalt, tenzij een ander daarna een bieding deed (zooals bepaald in par. 2) en het bieden gaat over op den speler, wiens beurt het was om te bieden, en indien er:
- a) gepast werd vóór het eerste bod, dan moet de overtreder passen, zoodra hij de eerste maal aan de beurt is om te bieden;
- b) een andere bieding gedaan werd, dan moet de maat van den overtreder passen, telkens wanneer het zijn beurt is om te bieden.
Zelden voorkomende onjuiste biedingen.
6. Tenzij een andere bieding gevolgd is (zooals bepaald in par. 2), als een speler:
- a) een bod, dat zijn maat heeft gedoubleerd of geredoubleerd, doubleert of redoubleert, dan wordt de overtreder geacht te hebben gepast, zijn partij moet telkens wanneer het haar beurt is om te bieden, passen en de tegenspeler aan de linkerhand van den overtreder mag het doublet of het redoublet van den maat van den overtreder nietig verklaren;
- b) het bod van zijn maat doubleert of dit redoubleert, wanneer het niet gedoubleerd is, dan wordt de overtreder geacht te hebben gepast, en zijn partij moet passen, telkens wanneer het haar beurt is om te bieden;
- c) meer dan zeven trekken biedt, hetzij onopzettelijk, hetzij om een bod voldoende te maken; biedt, doubleert of redoubleert, wanneer hij volgens een onder dezen regel opgelegde straf moet passen; of een bieding doet, die niet in de regels van dit tijdvak is erkend of behandeld; dan moet zijn partij passen, telkens wanneer het haar beurt is om te bieden, en mag de tegenspeler, die het eerst de speelsoort bood, het laatst geboden door zijn partij, of, als geen van beide tegenspelers heeft geboden, de tegenspeler aan de linkerhand van den overtreder, de verkeerde bieding nietig verklaren.
Niet bedoelde bieding of spreekvergissing.
1. Een speler mag een niet-bedoelde bieding zonder straf verbeteren; maar van dit voorrecht mag geen gebruik worden gemaakt om een fout te herstellen of meeningsveranderingen te verbergen. Elke kwestie, die zich voordoet, betreffende het feit of een bieding beschouwd moet worden als niet-bedoeld, hangt af van de feiten en omstandigheden van het onderhavige geval, en de andere spelers dienen er op het oogenblik zelf over te beslissen.
Een tegenspeler doet een bieding na een onjuiste bieding.
2. Indien na een onjuiste bieding opvolgend een bieding wordt gedaan, vóórdat de niet-overtredende partij de aandacht op de onregelmatigheid vestigt, gaat het bieden voort, alsof de onjuiste bieding een juiste bieding ware geweest in goede volgorde gedaan.
Onvoldoend bod.
3. Indien een onvoldoend bod in goede volgorde gedaan, niet gevolgd is door een andere bieding (zooals bepaald in par. 2), moet het voldoende gemaakt worden in dezelfde of in een andere speelsoort, en. indien de overtreder kiest:
- a) het laagste voldoende bod van dezelfde speelsoort, dan moet zijn maat passen, zoodra deze voor de eerste maal aan de beurt is om te bieden;
- b) een ander bod, dan moet zijn maat passen, telkens wanneer het zijn beurt is om te bieden.
Gebruik van een onjuiste benaming bij het doubleeren.
4. Een speler, die bij het doubleeren of redoubleeren, op zijn beurt gedaan, een onjuist aantal slagen noemt of een verkeerde speelsoort, wordt, tenzij een andere speler daarna een bieding heeft gedaan (zooals bepaald in par. 2) geacht het gedane bod te hebben gedoubleerd of geredoubleerd en zijn maat moet passen, zoodra het de eerstvolgende keer zijn beurt is te bieden.
Niet in volgorde bieden.
5. Een juiste bieding, die niet in goede volgorde werd gedaan, vervalt, tenzij een ander daarna een bieding deed (zooals bepaald in par. 2) en het bieden gaat over op den speler, wiens beurt het was om te bieden, en indien er:
- a) gepast werd vóór het eerste bod, dan moet de overtreder passen, zoodra hij de eerste maal aan de beurt is om te bieden;
- b) een andere bieding gedaan werd, dan moet de maat van den overtreder passen, telkens wanneer het zijn beurt is om te bieden.
Zelden voorkomende onjuiste biedingen.
6. Tenzij een andere bieding gevolgd is (zooals bepaald in par. 2), als een speler:
- a) een bod, dat zijn maat heeft gedoubleerd of geredoubleerd, doubleert of redoubleert, dan wordt de overtreder geacht te hebben gepast, zijn partij moet telkens wanneer het haar beurt is om te bieden, passen en de tegenspeler aan de linkerhand van den overtreder mag het doublet of het redoublet van den maat van den overtreder nietig verklaren;
- b) het bod van zijn maat doubleert of dit redoubleert, wanneer het niet gedoubleerd is, dan wordt de overtreder geacht te hebben gepast, en zijn partij moet passen, telkens wanneer het haar beurt is om te bieden;
- c) meer dan zeven trekken biedt, hetzij onopzettelijk, hetzij om een bod voldoende te maken; biedt, doubleert of redoubleert, wanneer hij volgens een onder dezen regel opgelegde straf moet passen; of een bieding doet, die niet in de regels van dit tijdvak is erkend of behandeld; dan moet zijn partij passen, telkens wanneer het haar beurt is om te bieden, en mag de tegenspeler, die het eerst de speelsoort bood, het laatst geboden door zijn partij, of, als geen van beide tegenspelers heeft geboden, de tegenspeler aan de linkerhand van den overtreder, de verkeerde bieding nietig verklaren.
23. KAART OPENGELEGD, GEZIEN OF KENBAAR GEMAAKT.
Indien, gedurende het tijdvak van het bieden, een speler een kaart open op tafel legt, of de beeldzijde ziet van een kaart, die aan zijn maat behoort, of een opmerking maakt, die een kaart in zijn eigen hand kenbaar maakt aan zijn maat, dan moet zulk een kaart met de beeldzijde naar boven gekeerd gedurende het bieden op tafel gelegd worden en :
- a) als de bezitter tegenspeler wordt, mag de leider verhinderen, dat wordt uitgekomen in de kleur van een dergelijke kaart of kaarten of een dergelijke kaart of kaarten behandelen als strafkaarten (zie regel 32); en
- b) als zulk een kaart een honneur is of als er twee of meer van dergelijke kaarten zijn, moet ook de maat van den bezitter passen, telkens wanneer het zijn beurt is om te bieden.
24. Nieuwe gift gedurende het tijdvak van het bieden.
Opnemen van de kaarten van een anderen speler. Het spel kaarten blijkt onvoltallig.
1. Er moet opnieuw worden gegeven door denzelfden gever met hetzelfde of een juist spel kaarten, indien, nadat het geven is voltooid, een speler de kaarten van een anderen speler opneemt en deze inziet, of wanneer wordt vastgesteld, dat de eene speler meer kaarten heeft dan het juiste aantal en een andere minder, of dat het aantal kaarten van het spel niet voltallig is of dat er twee dezelfde kaarten in het spel zijn.
Onvolledige hand.
2. De gever moet opnieuw geven met hetzelfde of een juist spel kaarten, indien er wordt vastgesteld, dat een speler minder en geen speler meer dan het juiste aantal kaarten heeft en dat, na behoorlijk zoeken, hetwelk verplicht is, de ontbrekende kaart Of niet gevonden kan worden Of op zulk een plaats wordt gevonden, dat de spelers uitmaken, dat de kaart niet behoorlijk was gegeven aan de onvolledige hand. Als een ontbrekende kaart in een ander spel wordt gevonden, of op zulk een plaats dat de spelers uitmaken, dat de kaart naar behooren aan de onvoltallige hand was gegeven, moet zij zonder straf op te leggen, worden teruggegeven, tenzij de maat er de beeldzijde van ziet, in welk geval regel 23 moet worden toegepast.
Opnemen van de kaarten van een anderen speler. Het spel kaarten blijkt onvoltallig.
1. Er moet opnieuw worden gegeven door denzelfden gever met hetzelfde of een juist spel kaarten, indien, nadat het geven is voltooid, een speler de kaarten van een anderen speler opneemt en deze inziet, of wanneer wordt vastgesteld, dat de eene speler meer kaarten heeft dan het juiste aantal en een andere minder, of dat het aantal kaarten van het spel niet voltallig is of dat er twee dezelfde kaarten in het spel zijn.
Onvolledige hand.
2. De gever moet opnieuw geven met hetzelfde of een juist spel kaarten, indien er wordt vastgesteld, dat een speler minder en geen speler meer dan het juiste aantal kaarten heeft en dat, na behoorlijk zoeken, hetwelk verplicht is, de ontbrekende kaart Of niet gevonden kan worden Of op zulk een plaats wordt gevonden, dat de spelers uitmaken, dat de kaart niet behoorlijk was gegeven aan de onvolledige hand. Als een ontbrekende kaart in een ander spel wordt gevonden, of op zulk een plaats dat de spelers uitmaken, dat de kaart naar behooren aan de onvoltallige hand was gegeven, moet zij zonder straf op te leggen, worden teruggegeven, tenzij de maat er de beeldzijde van ziet, in welk geval regel 23 moet worden toegepast.
SPEELMANIEREN.
Vermijdt:
- Onnoodig talmen bij het bieden, hetgeen kan leiden tot het geven van ongeoorloofde inlichtingen aan een maat.
- Afwisseling brengen in de gebruikelijke biedtermen. *)
- Een onnoodig verzoek om de gedane biedingen te herhalen.
- Door woord, gedrag of gebaar een aanwijzing geven over den aard van het spel in eigen hand.
- Elke opmerking, vraag of gebaar, waaruit een gevolgtrekking kan worden gemaakt.
- Op eenigerlei wijze goedkeuring of afkeuring te kennen geven aangaande het bieden van den maat.
- Zich bij het bieden laten beïnvloeden door een aarzeling, een opmerking of de houding van den maat.
- Ongevraagd geven van inlichtingen, die slechts op verzoek mogen worden gegeven.
Het is bijzonder af te keuren om :
- Te bieden met bijzonderen nadruk, stembuiging of klemtoon.
- Met buitengewone haast of tegenzin te passen of te doubleeren.
- De aandacht op den stand te vestigen, behalve wanneer zulks noodig is voor eigen voorlichting.
- Ongeoorloofde inlichting te geven over eenig voorval bij het bieden.
Het is onbetamelijk bij het bieden een conventie te gebruiken, waarvan de beteekenis niet is aangekondigd.
De uitdrukking "conventie" duidt aan een bieding
òf met een willekeurige of kunstmatige beteekenis
òf
gedaan door een speler met de zekerheid, dat zijn maat die niet in haar natuurlijke beteekenis zal opvatten.
Zulk een bieding is niet aan de straf, bepaald in regel 23 onderworpen. Een zoodanige gebruikte conventie
moet noodzakelijkerwijs door de tegenpartij ten volle kunnen worden begrepen en spelers, die biedconventies toepassen, behooren bereid te zijn om volledig te antwoorden op een redelijke vraag van een tegenspeler naar de bedoeling of het gebruik ervan. Mocht het noodig zijn gedurende de bieding een dergelijke vraag te stellen, dan behoort de maat van den speler, die de biedconventie gebruikt, te antwoorden.
Het Bestuur of Commissie van eenige vereeniging, wedstrijd of club, of groepen personen, die contractbridge spelen, mogen bovenbedoelde biedconventies verbieden of het bieden beperken tot zoodanige, huns inziens toelaatbare conventies.
Het is niet verkeerd om een maat tegen het overtreden van een spelregel te waarschuwen, bijv. tegen bieden voor zijn beurt.
Toeschouwers of leden, die niet spelen, behooren zich ervan te onthouden gedurende het bieden eenige opmerking te maken. Zij behooren niet de aandacht te vestigen op eenige onregelmatigheid of vergissing, of op eenig feit of eenigen regel, uitgezonderd, wanneer zij worden gevraagd hun meening te uiten.
*)Voorbeelden van de aanbevolen biedtermen zijn: "pas"; "één harten"; "één zonder-troef": "twee ruiten"; "doublet" (vermijdt het aantal trekken op te noemen of de gedoubleerde speelsoort aan te duiden); "zes schoppen" (vermijdt "klein slem").