Sjabloon:1936:9

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 4 aug 2019 om 09:23 (Nieuwe pagina aangemaakt met ''''9. SCHUDDEN.'''</br> Nadat de spelers hebben getrokken voor maats en ieder zijn plaats heeft ingenomen, schudt de speler, die aan gevers' linkerhand zit, de door...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

9. SCHUDDEN.
Nadat de spelers hebben getrokken voor maats en ieder zijn plaats heeft ingenomen, schudt de speler, die aan gevers' linkerhand zit, de door den gever uitgekozen kaarten.
Gedurende elke gift moet de maat van den gever het andere spel kaarten verzamelen, schudden en ze als een pak - met de beeldzijde naar beneden - aan zijn rechterzijde neerleggen, d.w.z. aan de linkerhand van den speler, die daarna moet geven; en dit pak moet daar dan blijven liggen, tot de volgende gever het opneemt voor zijn gift.
De kaarten moeten geheel zichtbaar voor alle spelers goed geschud worden en zoo, dat de beeldzijde van geen der kaarten zichtbaar wordt.
Desgewenscht heeft iedere speler het recht ééns te schudden, de gever heeft het recht het laatst te schudden. Indien aan de bovenstaande vereischten niet ten volle is voldaan, heeft iedere speler het recht om voordat het geven begint, te verzoeken de kaarten opnieuw te schudden.