Sjabloon:1932:7

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 31 jul 2019 om 16:30

REGEL 7. SCHUDDEN.
(1) Nadat de spelers aan de tafel gezeten zijn om een robber te spelen, schudt de speler, die aan gevers linker hand zit, de door den gever uitgekozen kaarten. Elke speler heeft het recht ecns te schudden. De gever heeft het recht het laatst te schudden.
(2) De kaarten moeten geheel zichtbaar voor alle spelers geschud worden en zoo, dat de beeldzijde van geen der kaarten zichtbaar wordt. Als het laatste schudden niet geheel aan deze eischen voldoet, mag elke speler - voordat het geven aanvangt - eischen, dat er opnieuw geschud wordt.
(3) Gedurende elke gift moet de maat van den gever de andere kaarten verzamelen, schudden en ze als een pak - met de beeldzijde naar beneden - aan zijne rechterzijde neerleggen, d.w.z. aan de linkerhand van den speler, die daarna moet geven; en dit pak moet daar dan blijven liggen tot de volgende gever het opneemt voor zijn gift.