Sjabloon:1932:55
REGEL 55. HET VERZAKEN.
Straf indien de verzaking wordt hersteld.
(1) Als een speler verzaakt (Term. XXVIII) en
zijne vergissing herstelt door de onjuist voorgespeelde
of bijgespeelde kaart terug te nemen voordat de
verzaking voldongen is, dan moet hij een juiste kaart
in de plaats spelen, en-
(a) als de verkeerde kaart toebehoort aan-
(I) een tegenspeler van den leider, mag deze die
kaart behandelen als een getoonde kaart of van den
overtreder eischen, om in de juiste kleur zijn hoogste
of laagste kaart voor te spelen of bij te spelen 1);
CU) den leider in zijn eigen hand, dan mag ze worden
terug genomen; en de tegenspeler aan zijn linkerhand
mag - als hij na den leider in den slag
heeft bijgespeeld - van dezen eischen, om in de
juiste kleur zijn hoogste of laagste kaart voor te
spelen of bij te spelen 1);
(I1I) den blinde, dan is er geen straf, onverschillig
of de verzaking al dan niet wordt hersteld;
(b) een kaart, voorgespeeld of bijgespeeld door de
niet-overtredende partij in den tijd tusschen eene verzaking
en haar hersteL mag zonder straf worden te-
ruggenornen: maar een juiste kaart bijgespeeld uit de
hand van overtreders maat, mag niet worden teruggenomen.
DADEN DIE EENE VERZAKING VOLDONGEN MAKEN.
(2) Eene verzaking in elk der eerste elf slagen, welke
niet is hersteld door het terugnemen van de verkeerd
voorgespeelde of bijgespeelde kaart, wordt voldongen,
indien - al of niet aan de beurt zijnde-
(a) de overtreder of zijn maat voorspeelt vóór of
bijspeelt in den volgenden slag, als de verzaking begaan
was bij het bijspelen;
(b) de maat van den overtreder bij den slag bijspeelt,
als de verzaking begaan was bij het uitkomen.
Eene verzaking, begaan in den twaalf den slag, wordt
nooit voldongen.
ONDERZOEK NAAR MOGELIJKE VERZAKING.
(3) Elke speler (de blinde is onderworpen aan de bepalingen
in (4) van dezen regel) mag eiken anderen
speler vragen of zijn uitkomen of bijspelen eene verzaking
is, maar noch een vraag of het antwoord daarop,
noch het feit, dat een speler de vraag heeft gesteld
of een antwoord gegeven, noch eenig gesproken woord,
gedane uitroep of gemaakt gebaar kan de bepalingen
van punt (2) van dezen regel veranderen of uitstellen.
(4) De blinde mag alleen zijn maat ondervragen, en,
als hij zulks doet nadat hij opzettelijk eenige kaart in .
eenige andere hand heeft ingezien, mag zijn maat diens
kaart niet terugnemen. Als de blinde de tafel verlaat,
zonder opzettelijk eenige kaart in een andere hand te
hebben ingezien, mogen de tegenspelers geen straf
eischen voor een voldongen verzaking, tenzij een van
hen den leider heeft ondervraagd voordat eene dusdanige
verzaking voldongen werd.
(5) Een tegenspeler van den leider mag - voordat
eene verzaking voldongen is - vragen om de onjuiste
kaart door een juiste te vervangen.
STRAF VOOR VOLDONGEN VERZAKING.
(6) Wanneer eene verzaking voldongen is, geldt de
slag als gespeeld, en, als de aandacht OP de verzaking
is gevestigd, worden aan het einde van het spel twee
der door de verzakende partij gewonnen slagen aan de
'tegenpartij overgedragen. Voor iedere volgende verzaking
door dezelfde partij in hetzelfde spel, die eveneens
onderworpen wordt aan straf, wordt één slag aan de
tegenpartij overgedragen.
Altijd vooropgesteld, dat niet kan worden overgedragen
eenige slag, die ~ewonnen werd, voordat de eerste
verzaking plaats vond, noch eenige slag, die ingevolge
dezen regel door de andere partij was overgedragen.
1)
(7) Aldus overgedragen slagen gelden voor de rioteering
als door de ontvangende partij bij het spelen gewonnen
slagen.
OPEISCHEN VAN VOLDONGEN VERZAKING.
(8) Als eene voldongen verzaking wordt opgeéischt
met of zonder vermelding van een bepaalde kleur, dan
mogen de slagen aan het einde van het spel worden
nagegaan, om de verzaking vast te stellen, en wanneer
een tegenspeler van den eischer de kaarten door elkander
haalt.· nadat de eisch is insediend en voordat de
kaarten volledig zijn nagekeken, moet de eisch worden
toegewezen.
(9) Eene verzaking kan niet meer worden opgeéischt,
nadat voor de volgende gift is afgenomen of nadat de
rioteering van den robber is goedgekeurd.
*) Een speler verzaakt, wanneer hij verzuimt op de geëisehte wijze uit te komen en te spelen, indien hij daar wel toe in staat is, (Term. XXVIII). **) In zekere gevallen kan, wanneer een slag, waarin eene voldongen verzaking plaats vond, gewonnen is door de niet-overtredende partij, het voor onervaren spelers moeilijk zijn, om de volgorde der slagen uit te maken. In dit geval moet men zich houden - voor wat betreft het aantal der over te .dragen slagen - aan de beslissing der meerderheid van de spelers. Kan men niet tot zoo'n beslis- ,ing komen, dan wordt dat aantal bepaald door de niet-overtreden.de partij.