Sjabloon:1932:5
Uit Spelregels voor tafelarbiters
ARTIKEL 5. AANWIJZING VAN SPELERS EN MAATS VOOR DEN VOLGENDEN ROBBER.
Aan het einde van elken robber moet eerst plaats aan de tafel worden gemaakt voor elk lid, dat wacht om te spelen, en - zoo lang de tafel nog niet volledig is - voor elken gegadigde, die, voor dat een kaart is getrokken voor de aanwijzing van spelers of maats, zijn wensch uit, om aan de tafel deel te nemen.
Bij de aanwijzing onder hen, die den laatsten robber speelden, van de twee of meer, die kunnen doorspelen, wordt voorrang gegeven aan ieder, die een kleiner aantal opeenvolgende robbers heeft gespeeld, terwijl tusschen hen met gelijke rechten door het trekken van kaarten
wordt beslist.
De vier leden, die gerechtigd zijn om te spelen, trekken daarna voor maat en gift.