Sjabloon:2017:44
Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 19 jul 2019 om 13:04 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'ARTIKEL 44 Volgorde en verloop van het spelen A. Voorspelen in een slag {{template:2017:44A|44A}} template:2017:44B|B. Bijspelen in een sl...')
ARTIKEL 44 Volgorde en verloop van het spelen
- De speler die in een slag voorspeelt, mag elke kaart uit zijn hand spelen (tenzij hij is onderworpen aan een beperking na een onregelmatigheid, begaan door zijn partij).
- Na het voorspelen speelt iedere speler op zijn beurt een kaart en de vier aldus gespeelde kaarten vormen een slag (voor de wijze waarop de kaarten moeten worden gespeeld en gerangschikt, zie artikel 45 respectievelijk 65).
C. Verplichting om te bekennen
- Bij het spelen in een slag moet elke speler indien mogelijk bekennen. Deze verplichting gaat boven alle andere voorschriften van de spelregels.
- Indien een speler niet kan bekennen, mag hij elke andere kaart spelen (tenzij hij is onderworpen aan een beperking na een onregelmatigheid, begaan door zijn partij).
- Een slag die troef bevat, wordt gemaakt door de speler die de hoogste troef heeft gespeeld.
- Een slag die geen troef bevat, wordt gemaakt door de speler die de hoogste kaart van de voorgespeelde kleur heeft gespeeld.
G. Voorspelen na de eerste slag
- Het voorspelen in de volgende slag gebeurt vanuit de hand die de vorige slag gewonnen heeft.