Sjabloon:2017:69

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 19 jul 2019 om 14:47 (Nieuwe pagina aangemaakt met ' ARTIKEL 69 Het instemmen met het opeisen of afstaan van slagen A. Instemming is definitief {{template:2017:69A|69A}}...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)


ARTIKEL 69 Het instemmen met het opeisen of afstaan van slagen

A. Instemming is definitief

Instemming met het opeisen of afstaan van slagen wordt definitief als een partij het eens is met het opeisen of afstaan van slagen door een tegenstander en hiertegen geen bezwaar aantekent voordat ze een bieding doet in een volgend spel of voor het einde van de ronde als dat eerder is. De score op het bord wordt berekend alsof het spel normaal gespeeld is.

B. Intrekken van de instemming

Het instemmen met een opeisen of afstaan van slagen (zie A) kan ingetrokken worden binnen de periode van herstel zoals vastgesteld in artikel 79C:
  1. als een speler ingestemd heeft met het verlies van een slag die zijn partij daadwerkelijk heeft gemaakt; of
  2. als een speler ingestemd heeft met het verlies van een slag die zijn partij waarschijnlijk gewonnen had als het spel doorgegaan was.
De score op het bord wordt opnieuw berekend, waarbij een dergelijke slag wordt toegekend aan de partij van die speler.

ARTIKEL 70 Betwist opeisen of afstaan van slagen

A. Algemene doelstelling

Bij het beslissen over een betwist opeisen of afstaan van slagen stelt de wedstrijdleider het resultaat op het spel voor beide partijen zo billijk mogelijk vast maar elk twijfelachtig punt in verband met het opeisen of afstaan dient in het nadeel van de eiser te worden beslist. De wedstrijdleider gaat als volgt te werk:

B. Herhalen van de toelichting

  1. De wedstrijdleider verlangt van de eiser dat hij de toelichting die hij bij zijn opeisen gegeven heeft, herhaalt.
  2. Vervolgens luistert de wedstrijdleider naar de bezwaren die de tegenstanders tegen het opeisen of afstaan hebben (maar in zijn overwegingen is de wedstrijdleider niet uitsluitend beperkt tot de bezwaren van de tegenstanders).
  3. De wedstrijdleider kan van de spelers verlangen dat zij hun overgebleven kaarten met de beeldzijde naar boven op tafel leggen.

C. Tegenpartij heeft nog een troef

Wanneer een van de tegenstanders nog een troef heeft, moet de wedstrijdleider de tegenpartij nog een of meerdere slagen toekennen indien voldaan wordt aan elk van de volgende drie voorwaarden:
  1. de eiser maakte geen melding van die troef; en
  2. het is aannemelijk dat de eiser op het moment van zijn claim vergeten was dat de tegenpartij nog een troef had; en
  3. bij een normale 1) speelwijze zou met die troef een slag gemaakt kunnen worden.

1) Voor het gebruik van de artikelen 70 en 71 geldt dat “normaal” omvat: een speelwijze die zorgeloos of minder goed zou zijn, rekening houdend met het niveau van de betrokken speler.

D. Overwegingen van de wedstrijdleider

Wanneer een van de tegenstanders nog een troef heeft, moet de wedstrijdleider de tegenpartij nog een of meerdere slagen toekennen indien voldaan wordt aan elk van de volgende drie voorwaarden:
  1. de eiser maakte geen melding van die troef; en
  2. het is aannemelijk dat de eiser op het moment van zijn claim vergeten was dat de tegenpartij nog een troef had; en
  3. bij een normale 1) speelwijze zou met die troef een slag gemaakt kunnen worden.

1) Voor het gebruik van de artikelen 70 en 71 geldt dat “normaal” omvat: een speelwijze die zorgeloos of minder goed zou zijn, rekening houdend met het niveau van de betrokken speler.

E. Niet genoemde speelwijze

  1. Als de eiser een nog niet genoemde speelwijze voorstelt waarbij het succes afhankelijk is van het ontdekken of een bepaalde kaart al dan niet in de hand van een bepaalde tegenstander aanwezig is, mag de wedstrijdleider dit niet accepteren, tenzij een tegenstander niet heeft bekend in die kleur voordat slagen werden opgeëist, of later niet zou bekennen bij iedere normale 1) speelwijze.
  2. Het Bondsbestuur mag een volgorde bepalen (bijvoorbeeld “te beginnen met de hoogste”) waarin een kleur gespeeld moet worden, die de wedstrijdleider moet opleggen als die volgorde niet duidelijk was in de toelichting van het opeisen (maar altijd ondergeschikt aan alle andere bepalingen van dit artikel) 2).

1) Voor het gebruik van de artikelen 70 en 71 geldt dat “normaal” omvat: een speelwijze die zorgeloos of minder goed zou zijn, rekening houdend met het niveau van de betrokken speler.
2) Het Bondsbestuur heeft zo’n volgorde niet bepaald.

ARTIKEL 71 Het afstaan van slagen geannuleerd

Indien eenmaal slagen afgestaan zijn, moet dit gehandhaafd blijven, behalve wanneer binnen de periode van herstel zoals vastgesteld in artikel 79C de wedstrijdleider het afstaan van slagen moet annuleren, namelijk als:
A. een speler een slag heeft afgestaan die zijn partij daadwerkelijk had gemaakt; of
B. een speler een slag heeft afgestaan die niet verloren had kunnen gaan bij iedere normale 1) voortzetting van het spelen.
De score op het bord wordt opnieuw berekend, waarbij een dergelijke slag wordt toegekend aan de partij van die speler.

1) Voor het gebruik van de artikelen 70 en 71 geldt dat “normaal” omvat: een speelwijze die zorgeloos of minder goed zou zijn, rekening houdend met het niveau van de betrokken speler.