Hoofdstuk XI Protesten
Uit Spelregels voor tafelarbiters
ARTIKEL 92 Het recht om te protesteren
- Een deelnemer of zijn aanvoerder kan protesteren om herziening te verkrijgen van een beslissing die aan zijn tafel door de wedstrijdleider is genomen. Elk dusdanig verzoek kan, indien het als ongemotiveerd wordt beschouwd, onderhevig zijn aan sancties zoals voorzien in de wedstrijdbepalingen.
- Het recht een beslissing van de wedstrijdleider te vragen of te protesteren tegen een beslissing van de wedstrijdleider eindigt dertig minuten nadat de officiële uitslag ter inzage is gegeven, tenzij de toernooiorganisator een andere periode heeft vastgesteld.
- Alle verzoeken om een herziening van een beslissing moeten worden ingediend via de wedstrijdleider.
D. Overeenstemming bij de protesterende spelers
- Een protest zal niet in behandeling worden genomen tenzij:
- in een parenwedstrijd beide spelers van het paar instemmen met het protest (maar in een individuele wedstrijd heeft een speler die protest aantekent, de instemming van zijn partner niet nodig);
- in een viertallenwedstrijd de aanvoerder van het viertal instemt met het protest.
ARTIKEL 93 Gang van zaken bij het indienen van een protest
- De hoofdwedstrijdleider moet alle protesten in behandeling nemen en erover beslissen indien er geen protestcomité is (of als er daarvoor niet een alternatief voorzien is volgens artikel 80B2(k)), of indien een comité zijn taak niet kan uitvoeren zonder het ordelijk verloop van de wedstrijd te verstoren.
- Indien een comité (of een gevolmachtigd alternatief) beschikbaar is, geldt het volgende:
- De hoofdwedstrijdleider moet enkel dat gedeelte van het protest behandelen en beslissen over dat gedeelte van het protest, dat betrekking heeft op spelregels of wedstrijdbepalingen. Tegen zijn beslissing kan bij het comité in beroep worden gegaan.
- De hoofdwedstrijdleider moet alle andere protesten ter beoordeling voorleggen aan het bevoegde orgaan.
- Bij het beslissen over protesten mag het comité (of het gevolmachtigde alternatief) alle bevoegdheden uitoefenen die in deze spelregels zijn toegekend aan de wedstrijdleider, met dien verstande dat het de beslissing van de hoofdwedstrijdleider niet mag herroepen als het gaat om een kwestie betreffende spelregels of wedstrijdbepalingen, of als het gaat om beslissingen genomen bij de uitoefening van zijn disciplinaire bevoegdheden in het kader van artikel 91. (Het kan de hoofdwedstrijdleider adviseren een dergelijke beslissing te herzien.)
C. Verdere protestmogelijkheden
- 1. Het Bondsbestuur kan procedures vaststellen voor een verdere beroepsgang als de hierboven vermelde middelen zijn uitgeput. Een dergelijke verdere beroepsgang kan onderhevig zijn aan een sanctie voorzien in een toepasselijk reglement, als het beroep als ongemotiveerd beschouwd wordt.
- 2. De hoofdwedstrijdleider of het bevoegde orgaan kunnen een aangelegenheid voor een uiteindelijke beslissing naar het Bondsbestuur verwijzen. Het Bondsbestuur heeft de bevoegdheid elk geval definitief te beslissen.
- 3. (a) Waar het noodzakelijk geacht wordt voor het verloop van het toernooi, kan het Bondsbestuur, niettegenstaande 1 en 2 hierboven, de verantwoordelijkheid van een definitieve beslissing over een protest toewijzen aan een speciaal toernooiorgaan; zowel het Bondsbestuur als de partijen betrokken bij het protest zijn dan gebonden aan die beslissing.
- (b) Het Bondsbestuur kan elk onderdeel van de beroepsprocedure zoals bepaald in deze spelregels weglaten of wijzigen, mits het de deelnemers hiervan tijdig op de hoogte brengt. 1)
- 1) Het Bondsbestuur is er verantwoordelijk voor dat al zijn handelingen overeenstemmen met de nationale voorschriften.