Sjabloon:1930:IV

IV. Het geven

Bij den aanvang van het spelen geeft No. 1, nadat hij de gecoupeerde kaarten op elkaar heeft gelegd; het afgenomen gedeelte komt daarbij onderaan, De gever deelt de kaarten één voor één, linksom, uit; de speelzijden moeten daarbij onzichtbaar blijven.

Achtereenvolgens geven de spelers No. 1. 2, 3 en 4.

De kaarten worden door elken speler eerst opgenomen, wanneer de laatste kaart is uitgedeeld.

Wordt door één der spelers, vóór het uitgedeeld zijn van de kaarten opgemerkt, dat gegeven wordt door een speler, die niet aan de beurt is, of wel, dat met het verkeerde spel wordt gegeven, dan wordt de gift ongedaan gemaakt.

Zou in dit geval een speler, ondanks het verbod, zijn reeds uitgedeelde kaarten hebben ingezien en een aanmerking op de gift maken, dan is dit ongeldig; de gift gaat in dit geval door, tenzij de opvolger, na eventueel eveneens inzage in zijn kaarten te hebben genomen. eischt, dat wordt overgegeven.

Wordt bij het geven de speelzijde van een der kaarten zichtbaar, dan wordt overgegeven.

Komt de gift niet uit, dan wordt eveneens overgegeven, nadat zoo noodig de ontbrekende kaarten zijn aangevuld.

Elk speler heeft bij het opzetten van zijn kaarten zorg te dragen. dat de speelzijde van een of meer van zijn kaarten niet voor een der medespelers zichtbaar is.