Sjabloon:1982:HVII4

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 18 sep 2019 om 12:09 (Beveiligde "Sjabloon:1982:HVII4" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

4. Afspraken tussen partners

Het is strijdig met de ethiek zijn partner inlichtingen te verschaffen door een bieding of een speelwijze, gebaseerd op een uitdrukkelijke of een stilzwijgende afspraak, tenzij deze inlichtingen ook voor de tegenstanders volledig en vrijelijk te verkrijgen zijn (zie artikel 40).
Het is een speler toegestaan af te wijken van een bekend gemaakte afspraak, zolang zijn partner niet van de afwijking op de hoogte is (maar regelmatig voorkomende afwijkingen bij een paar kunnen leiden tot stilzwijgende afspraken, die moeten worden bekend gemaakt). Geen speler is verplicht de tegenstanders te onthullen dat hij van een bekendgemaakte afspraak is afgeweken; indien de tegenstanders als gevolg daarvan zijn benadeeld doordat zij uit een dergelijke afwijking een verkeerde conclusie hebben getrokken, kunnen zij geen aanspraak maken op schadeloosstelling.
Bij het uitleggen van de betekenis van partners bieding of spelen in antwoord op een vraag van een tegenstander (zie artikel 40) behoort een speler alle bijzondere informatie te geven die hem op grond van afspraak of ervaring met deze partner ten dienste staat, maar hij behoeft niet mede te delen welke gevolgtrekkingen hij heeft gemaakt voor zover deze berusten op zijn algemene kennis van bridge en zijn ervaring. Het is een speler niet geoorloofd, indien zijn partner een verkeerde uitleg heeft gegeven, deze onmiddellijk te verbeteren of op enigerlei wijze te laten blijken dat er een vergissing is begaan. (Hij dient geen voordeel te trekken uit de ongeoorloofde inlichting die hij hierdoor heeft ontvangen). Hij is nóch volgens de spelregels nóch moreel verplicht op welk later tijdstip dan ook de tegenstanders mede te delen dat de uitleg onjuist was. Indien een speler zich na het geven van zijn eigen uitleg realiseert dat deze onjuist was of onvolledig, behoort hij onmiddellijk de wedstrijdleider te ontbieden (die artikel 21 of artikel 40 b zal toepassen). 1)

1) Twee voorbeelden kunnen de verantwoordelijkheden van de spelers (en de wedstrijdleider} verduidelijken nadat een misleidende uitleg is gegeven aan de tegenstanders. In beide volgende voorbeelden heeft Noord geopend met 1 Sans Atout en heeft Zuid, die een zwakke hand heeft met lange Ruiten, 2 Ruiten geboden, bedoeld als stopbod; Noord geeft echter in antwoord op een desbetreffende vraag van West de uitleg, dat het bod van Zuid sterk is en conventioneel, vragend naar de hoge kleuren.
Voorbeeld 1: Foutieve uitleg. De onderhavige conventie houdt in, dat 2 Ruiten een stopbod is; de fout zit in de door Noord gegeven uitleg. Deze uitleg is een inbreuk op de regels, omdat Oost-West recht hebben op een juiste beschrijving van de door Noord-Zuid gebruikte conventie (indien een overtreding nadelige gevolgen heeft voor Oost-West, dient de wedstrijdleider een arbitrale score toe te kennen). Als Noord zich vervolgens zijn vergissing bewust wordt, is het in zijn belang onmiddellijk de wedstrijdleider hiervan in kennis te tellen - dit kan dienen om het door zijn overtreding veroorzaakte nadeel te verkleinen. Zuid moet niets doen om de foutieve uitleg te corrigeren gedurende het bieden; als hij leider of blinde wordt kan hij vrijwillig de gegeven uitleg verbeteren.
Voorbeeld 2: Foutief bod. De conventie is, zoals door Noord uitgelegd, 2 Ruiten is sterk en conventioneel; de fout lag in het bod van Zuid. Hier is geen sprake van inbreuk op de regels, aangezien Oost-West een juiste beschrijving hebben gekregen van de door Noord-Zuid gebruikte conventie; zij kunnen geen aanspraak maken op een juiste beschrijving van de handen van oord-Zuid. (Zonder rekening te houden met eventuele benadeling dient de wedstrijdleider het behaalde resultaat te handhaven). Zuid mag de uitleg van Noord niet onmiddellijk corrigeren (öf de wedstrijdleider waarschuwen) en hij is niet verplicht dit later te doen. In beide gevallen weet Zuid, na het horen van de uitleg, gegeven door Noord, dat zijn bod van 2 Ruiten verkeerd is begrepen. Deze wetenschap valt onder het begrip 'ongeoorloofde inlichtingen' (zie 2) en Zuid moet er derhalve voor zorgen, dat hij zijn volgende acties niet baseert op deze wetenschap (indien hij dat wel doet, dient de wedstrijdleider een arbitrale score toe te kennen). Als Noord bijvoorbeeld 2 Sans Atout antwoordt, heeft Zuid de ongeoorloofde informatie dat dit bod slechts een vierkaart in een hoge kleur ontkent; maar het is Zuids verantwoordelijkheid te handelen alsof Noord een krachtige poging heeft gedaan een manchebod te bereiken tegenover een zwak antwoord, maximale kracht aangevend.