Sjabloon:1963:73
Uit Spelregels voor tafelarbiters
Artikel 73. Opeisen en afstaan van slagen door de tegenspelers.
- Indien een tegenspeler één of meer slagen opeist of afstaat, kan hij dit doen door enige of al zijn kaarten alleen aan de leider te tonen, doch dit betekent niet, dat hij daardoor is gevrijwaard voor de straffen volgens art. 16.
- Indien een tegenspeler bij zijn eis of afstand van slagen zijn kaarten openlegt, een kaart uit zijn hand noemt of het mogelijk
maakt, dat zijn maat één of meer van zijn resterende kaarten kan zien, worden zijn kaarten geen strafkaarten, maar de leider mag desgewenst de resterende kaarten van de andere tegenspeler als strafkaarten behandelen.