Sjabloon:1963:Art. 122 en 123

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 21 aug 2019 om 18:14

Artikel 122. en Artikel 123. Invallers in .paren- of persoonlijke wedstrijden.

Artikel 122. Indien een speler, die op de juiste wijze heeft ingeschreven in een wedstrijd, door ziekte, dringende zaken

of andere voldoende redenen verhinderd is te spelen, mag hij of zijn maat van de wedstrijdleider toestemming vragen van een invaller gebruik te maken. De wedstrijdleider kan de invaller aanvaarden, - met inachtneming van de in het volgende artikel genoemde beperkingen - indien hij meent, dat de opgegeven reden geldig is en dat de rechten van de andere deelnemers niet zullen worden geschaad.

Artikel 123. Het aantal zittingen, waarvoor een speler een invaller mag hebben, is beperkt door de volgende bepalingen:
a. een deelnemer, die in een wedstrijd van één enkele zitting in meer dan 50% van het aantal borden een vervanger heeft, is uitgeschakeld. Indien de vervanger 50% of meer der borden heeft gespeeld, krijgt hij de rechten van de oorspronkelijke deelnemer;
b. in een wedstrijd van twee of meer zittingen (maar zonder afvalsysteem) is een speler, die gedurende meer dan een gehele zitting door een invaller is vervangen, uitgeschakeld;
c. in een wedstrijd met één selectie-zitting is een speler niet verkiesbaar voor de vervolg-wedstrijd(en), indien hij niet tenminste ongeveer 1/3 der spellen van de selectiezitting heeft gespeeld;
d. in een wedstrijd met twee of meer selectie-zittingen mag een speler gedurende niet meer dan één volledige selectiezitting

een invaller hebben. Een invaller kan echter een eigen recht op selectie verkrijgen, indien hij aan op één na alle selectie-zittingen van begin tot eind heeft deelgenomen;

e. een speler, die eerder als deelnemer aan de wedstrijd was ingeschreven, mag niet als invaller optreden;
f. vervanging door een invaller, waarbij deze bepalingen zijn overtreden en elke niet door de wedstrijdleider goedgekeurde

vervanging, schakelen de oorspronkelijke speler, de invaller en (in 'een paren-wedstrijd) de maat uit;

g. de wedstrijdleider mag in geval van nood invallers opstellen, indien dit noodzakelijk is voor het regelmatig verloop

van de wedstrijd. Indien dit aanleiding geeft tot uitschakeling van enig deelnemer, dan behoort deze hiervan te worden verwittigd op het tijdstip, dat de invaller wordt opgesteld.