Sjabloon:1987:HVI1II

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 18 aug 2019 om 11:21 (Beveiligde "Sjabloon:1987:HVI1II" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

§ II Onregelmatigheden Art. 46 t/m 47

Artikel 46 Onvolledige of foutieve benaming van een kaart uit de blinde

A. Juiste wijze om kaart uit de blinde aan te duiden

Bij het noemen van een uit de hand van de blinde te spelen kaart behoort de leider duidelijk zowel de kleur als de hoogte van de gewenste kaart te noemen.

B. Onvolledige of foutieve benaming

In geval van een onvolledige of foutieve benaming door de leider ten aanzien van de te spelen kaart uit de blinde gelden de volgende beperkingen (tenzij de andere bedoeling van de leider onomstotelijk vaststaat):

1. Onvolledige aanduiding van de hoogte van de kaart
Als de leider bij het spelen uit de blinde "hoog" zegt of woorden van gelijke strekking gebruikt, wordt hij geacht de hoogste kaart van de aangeduide kleur te hebben genoemd; als hij de blinde opdraagt de slag te nemen, wordt hij geacht de laagste kaart te hebben genoemd waarmee de slag kan worden gemaakt. Als hij "laag" zegt of woorden van gelijke strekking gebruikt, wordt hij geacht de laagste kaart te hebben genoemd.
2. Aanduiding van de kleur, niet van de hoogte van de kaart
Als de leider de kleur aanduidt maar niet de hoogte van de kaart, wordt hij geacht de laagste van de aangegeven kleur te hebben genoemd.
3. Aanduiding van de hoogte van de kaart, niet van de kleur
Als de leider de hoogte van de kaart aanduidt maar niet de kleur:
(a) Bij het voorspelen
De leider wordt in dit geval geacht de kleur te vervolgen waarmee de blinde de voorafgaande slag gemaakt heeft, aangenomen dat er een kaart van de aangegeven hoogte in die kleur aanwezig is.
(b) In alle andere gevallen
In alle andere gevallen moet de leider een kaart van de aangegeven hoogte uit de blinde spelen als dit reglementair mogelijk is; maar als er twee of meer kaarten zijn die reglementair gespeeld kunnen worden, moet de leider aangeven welke hij bedoelt.
4. Aanduiding van kaart die niet in de blinde aanwezig is
Als de leider een kaart noemt die niet in de blinde aanwezig is, is de aanduiding ongeldig en mag de leider elke andere reglementaire kaart kiezen.
5. Noch kleur, noch hoogte wordt aangeduid
Als de leider het spelen van een kaart aangeeft zonder de kleur of de hoogte te noemen (door bijvoorbeeld te zeggen "speel maar iets" of woorden van gelijke strekking), mag elke tegenspeler aangeven welke kaart uit de blinde gespeeld moet worden.

Artikel 47 Terugnemen van gespeelde kaart

A. Om te voldoen aan een straf

Een eenmaal gespeelde kaart mag teruggenomen worden om te voldoen aan een straf (maar een teruggenomen kaart van een tegenspeler kan een strafkaart worden - zie artikel 49).

B. Om een onreglementair spelen te herstellen

Een gespeelde kaart mag teruggenomen worden om een onreglementair of gelijktijdig spelen te herstellen (zie artikel 58 voor gelijktijdig spelen; zie bovendien, wat betreft de tegenspelers, artikel 49 - strafkaart).

C. Om een onopzettelijke aanduiding te wijzigen

Een gespeelde kaart mag straffeloos worden teruggenomen na een wijziging van een aanduiding zoals toegestaan in artikel 45 C4(b).

D. Na wijziging van het spelen door een tegenstander

Na een wijziging van het spelen door een tegenstander mag een gespeelde kaart straffeloos worden teruggenomen en vervangen door een andere.

E. Wijziging van het spelen op basis van verkeerde informatie

1. Voor de beurt voorgespeelde kaart
Wie voor de beurt heeft voorgespeeld, mag de voorgespeelde kaart straffeloos terugnemen als hij van een tegenstander de foutieve informatie had gekregen dat het zijn beurt was om voor te spelen.
2. Terugnemen van gespeelde kaart
(a) Niemand heeft daarna bijgespeeld
Een speler mag een kaart, gespeeld nadat van een conventionele bied- of speelwijze een verkeerde uitleg was gegeven maar voordat die verbeterd werd, terugnemen maar alleen als er in die slag geen volgende kaart is gespeeld.
(b) Eén of meer kaarten zijn daarna bijgespeeld
Wanneer het te laat is voor herstel volgens (a) hierboven, is artikel 40 C van toepassing.

F. Door de benadeelde partij getoonde en teruggenomen kaart

Als een volgens de bovenstaande punten C, D of E teruggenomen kaart belangrijke informatie heeft verschaft aan de overtredende partij, mag de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen.

G. Onreglementair terugnemen

Tenzij een van de bepalingen onder A tot en met E van dit artikel van toepassing is, mag een eenmaal gespeelde kaart niet worden teruggenomen.