Sjabloon:1997:75D

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 15 aug 2019 om 16:22

D. Het herstellen van een foutieve uitleg
1. Speler die uitleg gaf, bemerkt zijn eigen fout

Als een speler zich na het geven van zijn eigen uitleg realiseert dat die foutief was of onvolledig, moet hij onmiddellijk de wedstrijdleider roepen (die artikel 21 of artikel 40C zal toepassen).

2. Foutieve uitleg wordt opgemerkt door de partner

Een speler wiens partner een foutieve uitleg heeft gegeven, mag die fout niet herstellen vóór de afsluitende pas of op enigerlei wijze laten blijken dat er een vergissing is begaan; een tegenspeler mag de fout niet herstellen voordat het spelen is afgelopen. Bij de eerste reglementaire gelegenheid die zich voordoet, moet de speler de wedstrijdleider roepen (de toekomstige leider of blinde moet dit doen na de afsluitende pas, de toekomstige tegenspeler na afloop van het spelen) en zijn tegenstanders op de hoogte brengen van het feit dat, volgens hem, de uitleg van zijn partner verkeerd was 1).

1) Twee voorbeelden kunnen de verantwoordelijkheden van de spelers (en de wedstrijdleider) verduidelijken nadat een misleidende uitleg is gegeven aan de tegenstanders. In beide volgende voorbeelden heeft Noord geopend met 1SA en heeft Zuid, die een zwakke hand heeft met lange ruiten, 2♦ geboden, bedoeld als stopbod; Noord geeft echter in antwoord op een desbetreffende vraag van West de uitleg dat het bod van Zuid sterk en conventioneel is en naar de hoge kleuren vraagt.

VOORBEELD 1: Foutieve uitleg De werkelijke afspraak houdt in dat 2♦ niet conventioneel is en een stopbod; de fout zit in de door Noord gegeven uitleg. Deze uitleg is een inbreuk op de regels omdat Oost-West recht hebben op een juiste beschrijving van de door Noord-Zuid gebruikte afspraak (indien de overtreding nadelige gevolgen heeft voor Oost-West, moet de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen). Als Noord zich vervolgens van zijn vergissing bewust wordt, moet hij onmiddellijk de wedstrijdleider hiervan in kennis stellen. Zuid mag niets doen om de foutieve uitleg te corrigeren tijdens het bieden; als hij leider of blinde wordt, behoort Zuid na de afsluitende pas de wedstrijdleider te roepen en de foutieve uitleg uit eigen beweging te verbeteren. Als Zuid tegenspeler wordt, roept hij de wedstrijdleider direct na afloop van het spel en verbetert de uitleg.

VOORBEELD 2: Foutief bod Noord heeft de conventie correct uitgelegd: 2♦ is sterk en conventioneel; de fout lag in het bod van Zuid. Hier is geen sprake van inbreuk op de regels, aangezien Oost-West wel een juiste beschrijving hebben gekregen van de door Noord-Zuid gebruikte afspraak; zij kunnen geen aanspraak maken op een juiste beschrijving van de Noord-Zuid handen. (Zonder rekening te houden met eventuele benadeling, dient de wedstrijdleider het behaalde resultaat te handhaven; zonder bewijs van het tegendeel zal de wedstrijdleider echter eerder uitgaan van een foutieve uitleg dan van een foutief bod.) Zuid mag de uitleg van Noord niet onmiddellijk corrigeren (of de wedstrijdleider waarschuwen) en hij is niet verplicht dit later te doen.

In beide gevallen weet Zuid, na het horen van de uitleg gegeven door Noord, dat zijn bod van 2♦ verkeerd is begrepen. Deze informatie valt onder het begrip “Ongeoorloofde informatie” (zie artikel 16A) en Zuid moet er dus voor zorgen, dat hij zijn volgende acties niet baseert op deze wetenschap (indien hij dit wel doet, dient de wedstrijdleider een arbitrale score toe te kennen). Als Noord bijvoorbeeld 2SA antwoordt, heeft Zuid de ongeoorloofde informatie dat dit bod alleen maar een vierkaart in een hoge kleur ontkent; maar het is Zuids verantwoordelijkheid te handelen alsof Noord, maximale kracht aangevend, een krachtige poging heeft gedaan een manchebod te bereiken tegenover een zwak antwoord.