Sjabloon:1997:73F

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 15 aug 2019 om 16:03 (Beveiligde "Sjabloon:1997:73F" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

F. Overtreding van de gedragsregels

Indien een overtreding van de gedragsregels die in dit artikel zijn beschreven, leidt tot nadeel voor een niet in overtreding zijnde tegenstander, geldt het volgende:
1. Speler maakt gebruik van ongeoorloofde informatie

Als de wedstrijdleider van oordeel is dat een speler uit de voor de hand liggende mogelijkheden er één koos die onloochenbaar zou kunnen zijn gesuggereerd door woord, gebaar, tempo of andere gedragingen van zijn partner, moet hij een arbitrale score toekennen (zie artikel 16).

2. Speler is benadeeld door onreglementaire misleiding

Als de wedstrijdleider van oordeel is dat een niet in overtreding zijnde speler een onjuiste gevolgtrekking heeft gemaakt uit een woord, gebaar, tempo of iets dergelijks van een tegenstander die hiervoor geen duidelijke bridgetechnische reden had en die ten tijde van zijn handeling kon weten dat hij hiervan voordeel zou kunnen hebben, moet de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen (zie artikel 12C).