Sjabloon:1997:72B

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 15 aug 2019 om 15:54 (Beveiligde "Sjabloon:1997:72B" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

B. Overtreding van de Spelregels

1. Arbitrale score

Wanneer de wedstrijdleider van mening is dat een overtreder ten tijde van zijn onregelmatigheid had kunnen weten dat de onregelmatigheid de niet-overtredende partij waarschijnlijk schade zou toebrengen, moet hij het bieden en het spelen laten voortgaan. Na afloop kent hij een arbitrale score toe als hij meent dat de overtredende partij voordeel heeft getrokken uit de onregelmatigheid.

2. Opzettelijk

Een speler mag een spelregel niet opzettelijk overtreden, ook al is hij bereid de daarvoor bepaalde straf te ondergaan.

3. Onopzettelijk

Men is niet verplicht de aandacht te vestigen op een onopzettelijke overtreding van de spelregels begaan door de eigen partij (zie echter de voetnoot bij artikel 75 betreffende een foutieve uitleg).

4. Verborgen houden van een overtreding

Een speler mag niet proberen een onopzettelijke overtreding verborgen te houden, bijvoorbeeld door opnieuw te verzaken, door een kaart achter te houden waarmee verzaakt is, of door de kaarten voortijdig dooreen te mengen.