Sjabloon:1997:45F
Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 14 aug 2019 om 23:15 (Beveiligde "Sjabloon:1997:45F" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
F. De blinde duidt een kaart aan
Nadat de blinde zijn hand heeft opengelegd, mag hij zonder opdracht van de leider geen kaarten meer aanduiden of aanraken (behalve om ze te rangschikken). Doet hij dit toch, dan behoort de wedstrijdleider direct te worden ontboden. De wedstrijdleider moet beslissen of de handeling van de blinde daadwerkelijk een suggestie inhield voor de leider. Als dit naar het oordeel van de wedstrijdleider het geval is, laat hij het spel doorgaan, maar behoudt zich het recht voor een arbitrale score toe te kennen als de tegenspelers door de gesuggereerde speelwijze zijn benadeeld.