Sjabloon:1997:6

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 13 aug 2019 om 13:08 (Beveiligde "Sjabloon:1997:6" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

ARTIKEL 6 Het schudden en geven

A. Het schudden

Voordat het spelen begint, wordt elk spel grondig geschud. De kaarten moeten worden afgenomen (gecoupeerd), indien één van de tegenstanders dit wenst.

B. Het geven

De kaarten moeten, kaart voor kaart, met de beeldzijde naar beneden, worden gegeven in vier handen van dertien kaarten elk. Elke hand wordt daarna met de beeldzijde naar beneden in één van de vier vakken van het bord gestoken. Het verdient aanbeveling de kaarten te delen volgens de wijzers van de klok.

C. Vertegenwoordiging van beide paren

Bij het schudden en geven moet een speler van elk paar aanwezig zijn, tenzij de wedstrijdleider een andere regeling treft.

D. Opnieuw schudden en opnieuw geven
1. Foutief gegeven of getoonde kaarten

Er moet opnieuw worden geschud en gegeven als voordat de bieding voor beide partijen begonnen is (zie artikel 17A), blijkt dat de kaarten op onjuiste wijze zijn gegeven of dat een speler de beeldzijde van een kaart die toebehoort aan een andere hand dan de zijne, had kunnen zien.

2. Niet geschud of niet gegeven

Een resultaat mag niet gehandhaafd worden als de kaarten zijn gegeven met een voorgesorteerd spel kaarten zonder te zijn geschud, of als het spel al voordien in een andere zitting gespeeld was.

3. Op aanwijzing van de wedstrijdleider

Met inachtname van artikel 22A, moet er opnieuw geschud en opnieuw gegeven worden als de wedstrijdleider dit voorschrijft om enige met de Spelregels verenigbare reden (maar zie artikel 86C).

E. Keuzemogelijkheden van de wedstrijdleider

1. Door de spelers

De wedstrijdleider mag voorschrijven, dat het schudden en geven aan iedere tafel moet geschieden onmiddellijk voordat het spelen begint.

2. Door de wedstrijdleider

De wedstrijdleider mag vooraf zélf schudden en geven.

3. Door derden of assistenten

De wedstrijdleider mag zijn assistenten of andere daartoe aangewezen personen vooraf laten schudden en geven.

4. Andere methode van geven of vooraf geven

De wedstrijdleider mag voor het geven of het vooraf geven een andere methode voorschrijven.

F. Het dupliceren van een bord

Indien de voorwaarden waaronder wordt gespeeld dat nodig maken, mag, in opdracht van de wedstrijdleider, elk oorspronkelijk spel één of meer malen worden gedupliceerd.