Sjabloon:2007:86

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 8 aug 2019 om 15:08 (Beveiligde "Sjabloon:2007:86" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

ARTIKEL 86 In wedstrijden van viertallen of gelijksoortige wedstrijden
A. Arbitrale score bij het spelen om IMP
Wanneer de wedstrijdleider besluit een kunstmatige arbitrale score van gemiddelde-plus of gemiddelde-min toe te kennen, bedraagt die score +3 IMP respectievelijk -3 IMP. Als het Bondsbestuur het toestaat, kan de toernooiorganisator een andere regeling treffen.

B. Niet-complementaire scores in wedstrijden volgens afvalsysteem
Wanneer de wedstrijdleider niet-complementaire arbitrale scores (zie artikel 12C) toekent in wedstrijden volgens het afvalsysteem, wordt van iedere deelnemer de score op het bord apart berekend. Het gemiddelde van de twee scores wordt dan aan elke deelnemer toegekend.

C. Vervangend bord
De wedstrijdleider mag niet van zijn bevoegdheid gebruik maken om volgens artikel 6 één bord opnieuw te laten geven, als het eindresultaat van een wedstrijd zonder dat bord bij een deelnemer bekend zou kunnen zijn. In plaats daarvan kent hij een arbitrale score toe.

D. Resultaat behaald aan andere tafel
Wanneer de wedstrijdleider in een viertallenwedstrijd een arbitrale score geeft (met uitzondering van een score die voortkomt uit de toepassing van artikel 6D2) en er aan een andere tafel een resultaat behaald 1) werd door de spelers van dezelfde viertallen, kan de wedstrijdleider een arbitrale score geven in IMPs of in scorepunten (hij behoort dit te doen als dat resultaat gunstig blijkt te zijn voor de niet-overtredende partij).


1) Als het bord door dezelfde viertallen aan de andere tafel begonnen werd, mag het spel uitgespeeld worden.