Sjabloon:1936:23
Uit Spelregels voor tafelarbiters
Versie door Kees (overleg | bijdragen) op 4 aug 2019 om 12:48 (Beveiligde "Sjabloon:1936:23" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
23. KAART OPENGELEGD, GEZIEN OF KENBAAR GEMAAKT.
Indien, gedurende het tijdvak van het bieden, een speler een kaart open op tafel legt, of de beeldzijde ziet van een kaart, die aan zijn maat behoort, of een opmerking maakt, die een kaart in zijn eigen hand kenbaar maakt aan zijn maat, dan moet zulk een kaart met de beeldzijde naar boven gekeerd gedurende het bieden op tafel gelegd worden en :
- a) als de bezitter tegenspeler wordt, mag de leider verhinderen, dat wordt uitgekomen in de kleur van een dergelijke kaart of kaarten of een dergelijke kaart of kaarten behandelen als strafkaarten (zie regel 32); en
- b) als zulk een kaart een honneur is of als er twee of meer van dergelijke kaarten zijn, moet ook de maat van den bezitter passen, telkens wanneer het zijn beurt is om te bieden.