Overleg sjabloon:2017:25
Uit de commentary LC-WBF (WW144):
- - -
ARTIKEL 25 - Het wijzigen van biedingen
Spelers mogen geen bedoelde biedingen wijzigen. Als een speler dat toch al gedaan heeft is artikel 25B1 van toepassing. Een WL behoort een speler niet de mogelijkheid te bieden een bedoelde bieding te wijzigen.
Dan resteert de afhandeling van onbedoelde biedingen, een regelmatig voorkomend fenomeen bij het spelen met bidding boxes, waar een verkeerde kaart uit de box is gepakt en op tafel gelegd. Zolang partner nog geen bieding heeft gedaan na zo’n onregelmatigheid kan de verkeerde biedkaart teruggestopt worden en vervangen door de bedoelde bieding. Zo’n actie levert op zich geen ongeoorloofde inlichting op aangezien de verkeerde kaart geen biedinformatie bevat. Het wordt geacht nooit gebeurd te zijn. Echter, als de LT al een bieding heeft gedaan na de onbedoelde bieding (mechanische fout) mag deze zijn bieding intrekken zonder straf. De informatie m.b.t. de ingetrokken bieding is ongeoorloofd voor zijn tegenstanders en geoorloofd voor zijn partner. Normaal gesproken eindigt het bieden na vier passen. Maar als ofwel de derde ofwel de vierde onbedoeld was dan kan dit worden hersteld totdat alle vier de handen in het bord zijn teruggestoken (artikel 17D2).
Het is niet altijd eenvoudig om vast te stellen of een bieding onbedoeld is. De WL behoort alleen te beslissen dat het onbedoeld was als hij ervan overtuigd is dat een speler nooit, zelfs niet een split-second, die bieding wilde doen. De fout moet echt van de handen zijn en niet van de hersens. Een voorbeeld van een bieding
die zeker een grote fout was maar niettemin bedoeld, is het volgende:
Voorbeeld:
Noord opent 1♥. Pas bij oost en zuid biedt 4♣, een splinter, sleminteresse in harten aangevend. West past, noord denkt een tijdje na en concludeert dat hij geen slempoging gaat doen. Maar hij vergeet dat hij nog wel 4♥ moet bieden en past. Hij bemerkt meteen zijn vergissing en roept de WL.
Noord zal de WL vertellen dat hij nooit van plan was te passen maar de WL moet die verklaring niet accepteren. Een split-second dacht noord dat zijn pas het bieden beëindigde in 4♥. Hij was nooit van plan in 4♣ te eindigen maar dat is geen relevante overweging.
Een aspect van de spelregels van 2017 is de verbetering van formuleringen. Artikel 25A2 en zijn neefje voor de speelperiode 45C4(b) bevatten nu formuleringen zoals ‘verlies van concentratie’ om het de WL gemakkelijker te maken om uit te leggen waarom ze een speler al dan niet hebben toegestaan een bieding te veranderen.
In eerdere versies van de spelregels was een van de voorwaarden dat er geen denkpauze mocht zijn geweest. Die voorwaarde is geschrapt omdat het moeilijk uit te leggen was. De vraag of een bieding bedoeld of onbedoeld
was is niet gerelateerd aan de duur van een pauze. Het is mogelijk dat een speler een kaart uit de bidding box neemt zonder überhaupt te hebben besloten wat te gaan bieden. Als zo’n bieding voor de speler zelf ook een verrassing is dan mag hij die voortaan wijzigen.
Terugkerend naar het onderwerp bedoeld of onbedoeld. De WL, in het algemeen geen helderziende, kan dat onderscheid niet altijd maken. Toch is het onderdeel van zijn taak te oordelen en de feiten en omstandigheden te interpreteren en te besluiten wat er gebeurd is. Als een partnership diverse biedingen heeft om conventioneel hun handen te beschrijven en frequent vraagbiedingen of relays gebruiken is een fout in de bieding snel gemaakt en behoort een speler niet weg te komen met een verklaring dat hij een onbedoelde bieding deed. Maar als de WL echt geen verklaring kan vinden waarom een speler besloten kan hebben zijn
betwiste bieding te doen is het niet onredelijk om te beslissen dat ze onbedoeld was. Zulke
dingen gebeuren.
Dat brengt ons bij de vraag wat precies de procedure behoort te zijn om te beslissen om een wijziging conform artikel 25A toe te staan. Vergelijk met de behandeling van het vermijden van het verstrekken van informatie aan de spelers bij beslissingen inzake OI en verkeerde uitleg. We proberen bij onze afhandeling niets te
verklappen van een speler zijn hand. Met artikel 25 ligt dat anders; als de bieding onbedoeld was bevatte het nooit enige zinvolle informatie. Als het wel bedoeld was staat de WL geen wijziging toe. Dus bij toepassing van artikel 25 oordeelt de WL meteen, daarbij de bepalingen voor bedoeld en onbedoeld toepassend. De voormalige voetnoot dat de onbedoelde bieding mag worden gewijzigd ongeacht de wijze waarop de speler zich ervan bewust werd is nu onderdeel van de hoofdtekst geworden (zie artikel 25A3).
Toelichting Ton Kooijman artikel 25
Een belangrijke eerdere aanvulling stond tot nu toe in een voetnoot en is nu in een artikel opgenomen: 25A3. Het doet er niet toe hoe een speler erachter komt dat hij een nooit bedoelde bieding heeft gedaan, hij mag deze wijzigen als hij op tijd is. Dus partner mag hem erop wijzen, maar ook een toeschouwer kan zich ermee bemoeien, of noem maar op.
- - -