Overleg sjabloon:2017:27D: verschil tussen versies
Regel 63: | Regel 63: | ||
De WL moet de betekenis van het onvoldoende bod kennen om te kunnen bepalen of sprake is van een vergelijkbare bieding. Daarvoor haalt hij de speler weg van de tafel, om te voorkomen dat er OI ontstaat. Als deze speler | De WL moet de betekenis van het onvoldoende bod kennen om te kunnen bepalen of sprake is van een vergelijkbare bieding. Daarvoor haalt hij de speler weg van de tafel, om te voorkomen dat er OI ontstaat. Als deze speler | ||
hem vraagt of een bepaalde bieding vergelijkbaar is geeft de WL daar antwoord op. De LT kan naar de betekenis van allerlei relevante biedingen vragen alvorens hij besluit het onvoldoende bod al of niet te accepteren. Hij heeft er geen recht op te weten óf er een vergelijkbare bieding is.</br> | hem vraagt of een bepaalde bieding vergelijkbaar is geeft de WL daar antwoord op. De LT kan naar de betekenis van allerlei relevante biedingen vragen alvorens hij besluit het onvoldoende bod al of niet te accepteren. Hij heeft er geen recht op te weten óf er een vergelijkbare bieding is.</br> | ||
− | Ook artikel 27 heeft een kapstokartikel om een | + | Ook artikel 27 heeft een kapstokartikel om een AS te kunnen geven als het bieden gewoon doorgaat en voordeel oplevert voor de overtreders (27D).</br> |
− | AS te kunnen geven als het bieden gewoon | + | In het commentaar staan veel voorbeelden om de juiste gang van zaken te illustreren.</br> |
− | doorgaat en voordeel oplevert voor de overtreders | + | - - - |
− | (27D). | ||
− | In het commentaar staan veel voorbeelden om | ||
− | de juiste gang van zaken te illustreren. |
Huidige versie van 28 jul 2019 om 03:09
Uit de commentary LC-WBF (WW144):
- - -
Artikel 27D - De niet-overtredende partij is benadeeld
Artikel 27D voorziet in situaties waar extra informatie, alleen beschikbaar door de ingetrokken bieding, de overtredende partij heeft geholpen. Als een onvoldoende antwoord van 1SA
(bijvoorbeeld 1♦ - (2♣) - 1SA) wordt vervangen door 2SA, blijft de informatie van het onvoldoende bod geoorloofd, d.w.z. partner mag er rekening mee houden dat de antwoorde hand
maximaal 9 punten heeft. Als er echter geen andere manier was om nu zonder het onvoldoende bod 2SA te bereiken dan moeten we de score aanpassen (aangenomen dat de tegenstanders ook benadeeld zijn).
Overeenkomstig, als het contract als gevolg van het onvoldoende bod in de andere hand eindigt en een andere uitkomst tot een beter resultaat leidt voor de niet-overtreders, schrijft artikel 27D voor dat de WL de score moet aanpassen naar het verwachte resultaat als de onregelmatigheid (d.w.z. het onvoldoende bod) niet had plaatsgevonden. Voorbeeld:
Spel 11 N/- |
♠ B 10 8 | |
♠ A H |
♠ 9 7 2 | |
♠ V 6 5 4 3 |
West | Noord | Oost | Zuid |
---|---|---|---|
- | pas | 1♣ | 2♣ (toont 5-4 in de hoge kleuren) |
1SA | WL! | ||
2SA | pas | pas | pas |
West zag het 2♣-bod niet. Hij maakt zijn bod voldoende met 2SA en het bieden gaat verder zonder beperking. De WL blijft in de buurt en ziet 2SA kalmpjes twee down gaan. Moet hij nog iets doen?
Als hij het spelen aan tafel blijft volgen kan hij misschien vaststellen of hetzelfde gebeurd zou
zijn zonder het onvoldoende bod. Een goed in de spelregels ingevoerde speler zou zelfs al bij de behandeling van de onregelmatigheid de mogelijkheid van een arbitrale score kunnen opperen. Andere ervaren paren zullen soms zelf wel vermoeden dat ze benadeeld zijn. Minder ervaren spelers zouden wel in de gaten kunnen hebben dat er iets aan de hand is zonder te weten hoe dat te verwoorden. Kijk wat er gebeurt zonder 1SA-bod. West kan niet anders dan passen en noord zal dan 2♠ bieden, wat dan het eindcontract wordt. De waarschijnlijke uitkomst is negen slagen, wat genoeg reden is voor een aanpassing van de score.
Toelichting Ton Kooijman artikel 27
Twee wijzigingen. In B1a gaat het nu om dezelfde aangegeven kleur of kleuren en hoeven
ze niet meer natuurlijk te zijn, maar dus ook niet vergelijkbaar. In B1b gaat het bieden gewoon door als de legale bieding vergelijkbaar is met het onvoldoende bod. Als voldaan is aan B1 kan er geen voorspeelstraf zijn.
De WL moet de betekenis van het onvoldoende bod kennen om te kunnen bepalen of sprake is van een vergelijkbare bieding. Daarvoor haalt hij de speler weg van de tafel, om te voorkomen dat er OI ontstaat. Als deze speler
hem vraagt of een bepaalde bieding vergelijkbaar is geeft de WL daar antwoord op. De LT kan naar de betekenis van allerlei relevante biedingen vragen alvorens hij besluit het onvoldoende bod al of niet te accepteren. Hij heeft er geen recht op te weten óf er een vergelijkbare bieding is.
Ook artikel 27 heeft een kapstokartikel om een AS te kunnen geven als het bieden gewoon doorgaat en voordeel oplevert voor de overtreders (27D).
In het commentaar staan veel voorbeelden om de juiste gang van zaken te illustreren.
- - -