Sjabloon:1959:86-87: verschil tussen versies

Uit Spelregels voor tafelarbiters
Regel 3: Regel 3:
 
{{template:1959:86}}</br>
 
{{template:1959:86}}</br>
 
{{template:1959:87}}</br>
 
{{template:1959:87}}</br>
<!---
+
 
 
[[template:1959:86]]</br>
 
[[template:1959:86]]</br>
 
[[template:1959:87]]</br>
 
[[template:1959:87]]</br>
 
+
<!---
  
 
--->
 
--->

Versie van 26 aug 2019 om 16:05

Art. 86-87. Opeisen of afstaan van slagen door een tegenspeler.

Art. 86. Een tegenspeler mag één of meer van zijn overgebleven kaarten aan de leider tonen, met de bedoeling een aantal slagen op te eisen of af te staan. Indien hij op een andere wijze slagen opeist of afstaat, is eventueel art. 20 van toepassing.

Art. 87. Het afstaan van slagen door een tegenspeler is alleen dan geldig, als zijn maat er in toestemt. Deze bepaling sluit niet het opleggen van een straf voor een onregelmatigheid van een tegenspeler uit.

template:1959:86
template:1959:87