STOP-regel: verschil tussen versies

Uit Spelregels voor tafelarbiters
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<big>'''De STOP-regel.'''</big><sup>1)</sup> :Het zou ideaal zijn als iedere bridger al zijn biedingen altijd in hetzelfde tempo zou maken, op dezelfde toon, met he...')
 
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
<big>'''De STOP-regel.'''</big><sup>1)</sup>
 
<big>'''De STOP-regel.'''</big><sup>1)</sup>
 
:Het zou ideaal zijn als iedere bridger al zijn biedingen altijd in hetzelfde tempo zou maken, op dezelfde toon, met hetzelfde stemvolume, min of meer als een robot. Een ethische speler kan dit zo doen voor de meeste routinematige biedingen. Er ontstaat echter een probleem wanneer men geconfronteerd met iets onverwachts. Stel bijvoorbeeld dat de bieding als volgt verloopt:  
 
:Het zou ideaal zijn als iedere bridger al zijn biedingen altijd in hetzelfde tempo zou maken, op dezelfde toon, met hetzelfde stemvolume, min of meer als een robot. Een ethische speler kan dit zo doen voor de meeste routinematige biedingen. Er ontstaat echter een probleem wanneer men geconfronteerd met iets onverwachts. Stel bijvoorbeeld dat de bieding als volgt verloopt:  
{| class="wikitable"
+
:{| class="wikitable"
 
|-
 
|-
 
! Noord !! Oost !! Zuid !! West
 
! Noord !! Oost !! Zuid !! West
Regel 8: Regel 8:
 
|}
 
|}
 
:Het 3♠-bod is gekomen als een donderslag. Vanzelfsprekend heeft Oost nu een beetje extra nodig tijd om zijn opties te overwegen wanneer hij overweegt te bieden. Aan de andere kant, als Oost een Yarborough heeft of iets dergelijks, heeft hij absoluut geen probleem en zal hij zonder meer passen.
 
:Het 3♠-bod is gekomen als een donderslag. Vanzelfsprekend heeft Oost nu een beetje extra nodig tijd om zijn opties te overwegen wanneer hij overweegt te bieden. Aan de andere kant, als Oost een Yarborough heeft of iets dergelijks, heeft hij absoluut geen probleem en zal hij zonder meer passen.
Ziedaar het probleem. West is in staat iets af te leiden (illegaal, mind you) over Oost’s hand aan de hand van de hoeveelheid gebruikte denktijd die Oost nodig heeft om te bieden. Bijvoorbeeld, een snelle pas van Oost suggereert niets, terwijl een langzame pas waarden impliceert. Ook zal een snel bod vertrouwen aangeven, terwijl een langzaam bod twijfel portretteert. Natuurlijk wordt West niet verondersteld voordeel te trekken uit deze OI, maar ondertussen is die informatie wel over tafel gegaan.  
+
:Ziedaar het probleem. West is in staat iets af te leiden (illegaal, mind you) over Oost’s hand aan de hand van de hoeveelheid gebruikte denktijd die Oost nodig heeft om te bieden. Bijvoorbeeld, een snelle pas van Oost suggereert niets, terwijl een langzame pas waarden impliceert. Ook zal een snel bod vertrouwen aangeven, terwijl een langzaam bod twijfel portretteert. Natuurlijk wordt West niet verondersteld voordeel te trekken uit deze OI, maar ondertussen is die informatie wel over tafel gegaan.  
 
:De STOP-regel is een maatregel om dit probleem te verlichten. In 1938 is het bedacht door Sam Fry, Jr., en werd in 1957 door de ACBL aangenomen, en het werkt als volgt: een speler kondigt een sprongbod aan (om het even wat voor sprongbod), gevolgd door zijn sprongbod. Na een dergelijke waarschuwing, is het de plicht van de volgende speler om ongeveer tien seconden te pauzeren voordat hij biedt, '''zelfs wanneer hij totaal geen enkel probleem heeft'''.
 
:De STOP-regel is een maatregel om dit probleem te verlichten. In 1938 is het bedacht door Sam Fry, Jr., en werd in 1957 door de ACBL aangenomen, en het werkt als volgt: een speler kondigt een sprongbod aan (om het even wat voor sprongbod), gevolgd door zijn sprongbod. Na een dergelijke waarschuwing, is het de plicht van de volgende speler om ongeveer tien seconden te pauzeren voordat hij biedt, '''zelfs wanneer hij totaal geen enkel probleem heeft'''.
 
:Zo zal de bieding van het vorige voorbeeld als volgt verlopen:  
 
:Zo zal de bieding van het vorige voorbeeld als volgt verlopen:  
 
:Noord: "STOP. Drie schoppen."  
 
:Noord: "STOP. Drie schoppen."  
 
:Oost: (tien seconden pauze) "Pass."  
 
:Oost: (tien seconden pauze) "Pass."  
:Ervan uitgaande dat deze procedure '''altijd''' (en correct <sup>2)</sup>) wordt gevolgd, kan West niets meer af te leiden uit de hoeveelheid tijd die Oost verbruikt. Met of zonder probleem, moet Oost tien seconden wachten.
+
:Ervan uitgaande dat deze procedure '''altijd''' (en correct <sup>2)</sup>) wordt gevolgd, kan West niets meer af te leiden uit de hoeveelheid tijd die Oost verbruikt. Met of zonder probleem, maakt niet uit, moet Oost tien seconden ''nadenken''.
 
--------------------
 
--------------------
 
<small>1) vertaald vanuit "Modern Bridge Conventions", William S.Root & Richard Pavlicek, CrownTrade Paperbacks, New York, vertaling KAvdW.</small> </br>
 
<small>1) vertaald vanuit "Modern Bridge Conventions", William S.Root & Richard Pavlicek, CrownTrade Paperbacks, New York, vertaling KAvdW.</small> </br>
<small>2) Als Oost voor iedereen merkbaar tot 10 zit te tellen is het ook wel duidelijk dat hij niets te bieden heeft. Dat is net zo goed OI. Er moet dus echt geacteerd worden dat men denkt.</small>
+
<small>2) Als Oost voor iedereen merkbaar tot 10 zit te tellen is het ook wel duidelijk dat hij niets te bieden heeft (en staat dat gelijk met een snelle pas). Dat is net zo goed OI. Er moet dus echt geacteerd worden dat men denkt.</small>

Huidige versie van 27 aug 2019 om 11:14

De STOP-regel.1)

Het zou ideaal zijn als iedere bridger al zijn biedingen altijd in hetzelfde tempo zou maken, op dezelfde toon, met hetzelfde stemvolume, min of meer als een robot. Een ethische speler kan dit zo doen voor de meeste routinematige biedingen. Er ontstaat echter een probleem wanneer men geconfronteerd met iets onverwachts. Stel bijvoorbeeld dat de bieding als volgt verloopt:
Noord Oost Zuid West
3♠ ?
Het 3♠-bod is gekomen als een donderslag. Vanzelfsprekend heeft Oost nu een beetje extra nodig tijd om zijn opties te overwegen wanneer hij overweegt te bieden. Aan de andere kant, als Oost een Yarborough heeft of iets dergelijks, heeft hij absoluut geen probleem en zal hij zonder meer passen.
Ziedaar het probleem. West is in staat iets af te leiden (illegaal, mind you) over Oost’s hand aan de hand van de hoeveelheid gebruikte denktijd die Oost nodig heeft om te bieden. Bijvoorbeeld, een snelle pas van Oost suggereert niets, terwijl een langzame pas waarden impliceert. Ook zal een snel bod vertrouwen aangeven, terwijl een langzaam bod twijfel portretteert. Natuurlijk wordt West niet verondersteld voordeel te trekken uit deze OI, maar ondertussen is die informatie wel over tafel gegaan.
De STOP-regel is een maatregel om dit probleem te verlichten. In 1938 is het bedacht door Sam Fry, Jr., en werd in 1957 door de ACBL aangenomen, en het werkt als volgt: een speler kondigt een sprongbod aan (om het even wat voor sprongbod), gevolgd door zijn sprongbod. Na een dergelijke waarschuwing, is het de plicht van de volgende speler om ongeveer tien seconden te pauzeren voordat hij biedt, zelfs wanneer hij totaal geen enkel probleem heeft.
Zo zal de bieding van het vorige voorbeeld als volgt verlopen:
Noord: "STOP. Drie schoppen."
Oost: (tien seconden pauze) "Pass."
Ervan uitgaande dat deze procedure altijd (en correct 2)) wordt gevolgd, kan West niets meer af te leiden uit de hoeveelheid tijd die Oost verbruikt. Met of zonder probleem, maakt niet uit, moet Oost tien seconden nadenken.

1) vertaald vanuit "Modern Bridge Conventions", William S.Root & Richard Pavlicek, CrownTrade Paperbacks, New York, vertaling KAvdW.
2) Als Oost voor iedereen merkbaar tot 10 zit te tellen is het ook wel duidelijk dat hij niets te bieden heeft (en staat dat gelijk met een snelle pas). Dat is net zo goed OI. Er moet dus echt geacteerd worden dat men denkt.