Sjabloon:1959:17-18: verschil tussen versies

Uit Spelregels voor tafelarbiters
 
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 3: Regel 3:
 
{{template:1959:17}}</br>
 
{{template:1959:17}}</br>
 
{{template:1959:18}}</br>
 
{{template:1959:18}}</br>
 
+
<!---
  
 
[[template:1959:17]]</br>
 
[[template:1959:17]]</br>
 
[[template:1959:18]]</br>
 
[[template:1959:18]]</br>
<!---
+
 
  
 
--->
 
--->

Huidige versie van 25 aug 2019 om 12:32

Art. 17-18. Onjuist aantal kaarten.

Art. 17. Indien de wedstrijdleider constateert, dat één of meer vakken van een bord een onjuist aantal kaarten bevat, herstelt hij dit aan de hand van de genoteerde kaartverdeling (als deze bestaat), of door de spelers, die het spel te voren hebben gespeeld te raadplegen, of als het spel onjuist was gegeven, door een nieuwe gift voor te schrijven. Hij behoort dan voor te schrijven, dat het spel normaal wordt gespeeld en gewaardeerd, tenzij een speler een kaart van een andere speler heeft gezien en de wedstrijdleider de daardoor verkregen inlichting van zodanige betekenis acht, dat deze storend werkt op de normale gang van zaken, in welk geval hij een arbitrale score behoort toe te kennen en een overtreder mag straffen.

Art.l8. Een ontbrekende kaart die gevonden wordt, wordt geacht tot de onvolledige hand te behoren. Deze kaart kan een strafkaart worden en de speler met de onvolledige hand is verantwoordelijk voor een verzaking, die is begaan door die kaart niet te spelen. Indien de wedstrijdleider vaststelt, dat elk vak van het bord het juiste aantal kaarten bevatte, mag de spelregel betreffende een slag met een onjuist aantal kaarten worden toegepast.