Sjabloon:1936:28: verschil tussen versies

Uit Spelregels voor tafelarbiters
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''28. Slagen.'''</br> {{template:1936:28-1|28.1 Navraag naar gespeelde kaarten}} </br> {{template:1936:28-2|28.2 Opnemen van slagen}} </br> {{template:1936:28-3|28...')
 
k (Beveiligde "Sjabloon:1936:28" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''28. Slagen.'''</br>
+
'''28. Slagen.'''</br></br>
 
{{template:1936:28-1|28.1 Navraag naar gespeelde kaarten}} </br>
 
{{template:1936:28-1|28.1 Navraag naar gespeelde kaarten}} </br>
 
{{template:1936:28-2|28.2 Opnemen van slagen}} </br>
 
{{template:1936:28-2|28.2 Opnemen van slagen}} </br>

Huidige versie van 4 aug 2019 om 13:59

28. Slagen.

Navraag naar gespeelde kaarten.
1. Een speler mag, totdat de slag is losgelaten. van de spelers vorderen, dat zij de kaarten noemen, die zij uit elke hand gespeeld hebben.

Opnemen van slagen.
2. Een volledige slag moet worden opgenomen en omgekeerd op tafel neergelegd, door een speler van de partij, die den slag won. De kaarten van elken losgelaten slag behooren bijeen te worden gehouden, zoodat zijn aard gevoegelijk kan worden vastgesteld, en de slagen, gemaakt door een partij, behooren zoo te worden gerangschikt, dat hun aantal en volgorde duidelijk is.

Inzien van een losgelaten slag.
3. Indien voor het einde van het spel een losgelaten slag wordt ingezien, teekent de tegenpartij 50 premiepunten op, tenzij;

a) er een verschil van meening is betreffende welke hand den slag won;
b) deze een onjuist aantal kaarten blijkt te bevatten; of
c) het noodig is den slag om te keeren, ten einde een verkeerde kaart te vervangen door een juiste.

De verkeerde partij neemt den slag op.
4. Een slag, welke bij vergissing door de partij wordt opgenomen, die hem niet won, behoort te worden overgedragen, of mag worden opgeëischt volgens regel 38.

Vestigen van de aandacht van den maat op een slag.
5. Wanneer de aandacht van een speler op eenige wijze wordt gevestigd op den loopenden slag voordat hij er in bijgespeeld heeft en zonder dat hij er naar gevraagd heeft (bijv. door te zeggen, dat de slag aan hem is, door zijn kaart te noemen, of door de kaarten naar zich toe te halen), mag de leider of de teqenspeler aan de linkerhand van den blinde, naar gelang het geval is, van den maat van den overtreder eischen, in de voorgespeelde kleur zijn hoogste of laagste kaart bij te spelen, en mocht hij geen kleur kunnen bekennen, een kaart van een bepaalde kleur.