TOEVOEGSEL AAN DE REGELS:1932: verschil tussen versies
(3 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | '''TOEVOEGSEL AAN DE REGELS.'''</br> | + | '''TOEVOEGSEL AAN DE REGELS.'''</br></br> |
− | + | {{template:1932:TOEVOEGSEL1|Welvoegelijkheid in het spel}} | |
− | |||
− | : | ||
− | : | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− |
Huidige versie van 1 aug 2019 om 11:56
TOEVOEGSEL AAN DE REGELS.
WELVOEGELIJKHEID IN HET SPEL.
1. Het wezen van Contract-Bridge en de omstandigheden, waaronder het gespeeld wordt, zijn van dien aard, dat men door sommige handelingen of woorden den goeden gang van het spel kan verstoren. In vele gevallen zien spelers niet in dat en hoe zij ongeoorloofde inlichtingen aan hun maat geven. Het is, daarom, wenschelijk om ieder die het spel speelt te waarschuwen, dat een speler ernstig zondigt tegen de hoogste eischen der welvoegelijkheid, als hij verzuimt te vermijden, -
- I. Onnoodig talmen bij het bieden, wanneer er geen noodzaak bestaat om een ander bod te overwegen.
- II. Bieden met bijzonderen nadruk, stembuiging of klemtoon.
- III. Verandering in de gebruikelijke bied-termen.
- IV. Buitengewone haast of traagheid bij passen of dubbelen.
- V. Een onnoodig verzoek om de gedurende het bieden gedane biedingen te herhalen.
- VI. Op eenige wijze de aandacht op de noteering te vestigen, uitgezonderd wanneer zulks noodig is voor eigen voorlichting.
- VII. Zorgeloos passen of spelen voor de beurt.
- VIII. Door woord, gedrag of gebaar eenige aanwijzing te geven over den aard van het spel in eigen hand.
- IX. Eenige opmerking, vraag of gebaar, waaruit eene gevolgtrekking kan worden gemaakt.
- X. De aandacht te vestigen op het aantal slagen dat noodig is, om het contract te winnen of te doen verliezen, of op het feit dat aan het contract reeds voldaan is.
- XI. Gedurende het spelen eenige ongeoorloofde inlichting te geven over eenig voorval bij het bieden.
- XII. Op eenigerlei wijze goedkeuring of afkeuring te kennen te geven aangaande het bieden of het spelen van den maat.
- XIII. Zich te laten beïnvloeden bij zijn bieden of spelen door aarzeling, eene opmerking of de houding van den maat.
- XIV. Eenig onnoodig verzoek om aan te geven welke spelers bepaalde kaarten van een slag speelden.
- XV. Een kaart te spelen met bijzonderen nadruk.
- XVI. Onnoodig te talmen bij het spelen van een kaart, als zulks geen overweging vordert.
- XVII. Toebereidselen te maken voor het bijeenvoegen van een slag, voordat alle vier spelers hebben bijgespeeld.
- XVIII. Een kaart uit zijn spel te halen voordat het zijn beurt is om voor te spelen of bij te spelen; b.v. het gereed houden van een kaart voordat de maat in den onvoltooiden slag heeft bijgespeeld, kan den wensch te kennen geven om aan slag te blijven; en het gereed houden van een kaart, nadat men is uitgekomen, kan den maat aanwijzen dat de voorgespeelde kaart - hoewel niet de hoogste - toch een winnende kaart is en dit kan nog duidelijker zijn, als speler den volgenden keer in een andere kleur uitkomt.
- XIX. Het vrijwillig geven van inlichtingen, die slechts op verzoek mogen worden gegeven.
2. Om andere redenen is het noodig om met bijzondere zorg te vermijden: -
- I. De kaarten tijdens het geven zoo hoog op te lichten of daarna zoo te houden dat ze kunnen worden gezien. Dit kan een anderen speler eene verplichting opleggen, waarvan de oplegging ongewenscht zouden zijn.
- II. Eenige biedconventie te gebruiken waarvan het gebruik niet is aangekondigd.
De uitdrukking "conventie" is hier gebruikt als aanduiding van biedingen. óf met eene willekeurige of kunstmatige beteekenis, öf gedaan door een speler met de zekerheid dat zijn maat die niet in hare natuurlijke beteekenis zal opvatten. De noodzakelijkheid, dat eene zoodanig gebruikte conventie door de tegenpartij ten volle begrepen wordt, ligt voor de hand; en spelers, die eenige bied-conventie toepassen behooren bereid te zijn, om volledig te antwoorden op elke
redelijke vraag van een tegenspeler naar de bedoeling en het gebruik.
- III. Op het einde van een spel het andere spel kaarten op te nemen of te verleggen, als het niet zijn beurt is om te geven.
- IV. Na te laten om de gemaakte slagen in behoorlijke volgorde en duidelijk afgescheiden van elkaar te bewaren, of toe te staan, dat eenige daarvan aan de tegenovergestelde zijde van de tafel geplaatst worden.
- V. Om, als maat van den leider, het spel van den leider in te zien, nadat het bieden gesloten is; of van de tafel op te staan, om het spelen van het spel door den leider gade te slaan.
3. Het is niet verkeerd om, behalve in de gevallen waarin voor den blinde bepaalde regels gelden, een maat te waarschuwen tegen het overtreden van eenigen spelregel, b.v. tegen bieden, uitkomen of bijspelen voor zijn beurt. Evenmin is het verkeerd, om te zwijgen bij eene verzaking van de eigen partij, behalve wanneer het eene verzaking in den twaalf den slag is.
4. Toeschouwers of leden, die niet spelen, behooren - als ze het spel aan een tafel gade slaan - zich ervan te onthouden, om de aandacht te vestigen op eenige onregelmatigheid of vergissing, hetzij bij het bieden hetzij bij het spelen, dan wel op eenig feit of eenigen regel, uitgezonderd wanneer zij gevraagd worden, hunne meening te uiten.
5. Het ligt buiten het bestek van dit toevoegsel om oneervolle praktijken te bespreken, zooals het gebruik van eene niet bekend gemaakte of geheime conventie; maar - om elken mogelijken twijfel buiten te sluiten -- wordt hier bepaald, dat geen speler - ook al is hij bereid, de straf te aanvaarden - opzettelijk een regel mag overtreden, en dat dit insluit het voor een tweede maal verzaken ten einde eene vorige onopzettelijke verzaking te verbergen.