Overleg sjabloon:2017:6B

Dat er geen twee kaarten na het schudden achter elkaar op hetzelfde stapeltje terecht mogen komen, is een harde eis van de Spr.

Uit WW140:

Welke wijzen van geven zijn toegestaan?

Vraag: De arbiter van mijn bridgeclub heeft jl. dinsdag een korte uitleg gegeven over de wijzigingen in de spelregels van september 2017. Daarbij constateerde hij dat het niet meer toegestaan is dat je geeft op vijf stapeltjes waarbij je uitkomt op twee van elf en drie van tien kaarten. Als je dan een van de drie van tien gebruikt en verder deelt krijg je ook vier handen van dertien kaarten waarbij er nooit twee opeenvolgende kaarten in één hand komen. Is deze uitleg juist?
Antwoord: De Weko heeft al in 2006 het volgende standpunt over correcte wijzen van geven ingenomen:

• Geen twee achtereenvolgend gedeelde kaarten komen bij dezelfde speler terecht;
• elke vier achtereenvolgend gedeelde kaarten te beginnen met de 1e, 5e, 9e etc. kaarten moeten bij vier verschillende spelers terechtkomen.
  

Het heen en weer delen in vijf stapeltjes, waarbij de uiterste twee stapeltjes worden samengevoegd, voldoet aan bovenstaande voorwaarden.

In de spelregels van 2017 is voor het eerst expliciet opgenomen dat geen twee achtereenvolgend gedeelde kaarten bij dezelfde speler terecht mogen komen. Overigens blijft de aanbeveling gewoon volgens de wijzers van de klok in vier stapels te delen.

De methode die u beschrijft heb ik nog nooit in de praktijk gezien. Ik neem aan dat men dan vijf stapeltjes geeft en na telkens vijf kaarten weer met de eerste stapel begint. Je pakt dan zeg de vijfde stapel en de bovenste kaart daarvan komt dan op stapel 3 terecht en zo verder. Met deze methode komen bijv. de 40e en 41e gedeelde kaart op het eerste stapeltje en dus bij dezelfde persoon terecht en dat is dus niet toegestaan.

Schematisch ziet het er als volgt uit nadat de kaarten van het vijfde stapeltje aan het eind van het geven over de vier andere stapeltjes zijn verdeeld. Het cijfer geeft het volgnummer van de gedeelde kaart aan:

1	2	3	4
1	2	3	4
6	7	8	9
11	12	13	14
16	17	18	19
21	22	23	24
26	27	28	29
31	32	33	34
36	37	38	39
41	42	43	44
46	47	48	49
51	52	50	45
40	35	30	25
20	15	10	5

Na het aanvankelijk in vijf stapels delen neem je de vijfde stapel op. De bovenste kaart daarvan is de 50e gedeelde kaart en die gaat naar stapel drie en zo vullen we de eerste vier stapels op. We krijgen dan netjes vier stapels van dertien kaarten. Kijken we naar de eerste stapel dan zien we dat daar uiteindelijk de 4e en 5e gedeelde kaart terechtkomen en dus is deze methode niet toegestaan. Dit geldt ook voor 20-21, 24-25, 40-41 en 44-45.

Naschrift:
We moeten in deze heel precies zijn om vast te stellen of een methode van geven wel of niet geoorloofd is. De door de inzender gehanteerde methode is dat dus niet. Het geven in vijf stapeltjes met heen en weer geven kunnen we schematisch als volgt weergeven

1	2	3	4	5
1	2	3	4	5
9	8	7	6
	10	11	12	13
17	16	15	14
	18	19	20	21
25	24	23	22
	26	27	28	29
33	32	31	30
	34	35	36	37
41	40	39	38
	42	43	44	45
49	48	47	46
	50	51	52

Boven de streep staat de aanduiding van het stapeltje, onder de streep geven de cijfers weer de volgorde van de gedeelde kaarten aan. Na samenvoegen van het eerste en vijfde stapeltje ziet de tabel er zo uit:

1	2	3	4
1	2	3	4
5	8	7	6
9	10	11	12
13	16	15	14
17	18	19	20
21	24	23	22
25	26	27	28
29	32	31	30
33	34	35	36
37	40	39	38
41	42	43	44
45	48	47	46
49	50	51	52

En dat voldoet aan de eis van artikel 6B van de spelregels dat er kaart voor kaart is gegeven in vier handen van dertien kaarten elk en dat er geen twee achtereenvolgend gedeelde kaarten bij dezelfde speler terecht mogen komen.