Sjabloon:2017:45C: verschil tussen versies
Uit Spelregels voor tafelarbiters
(Nieuwe pagina aangemaakt met ' 1. Een kaart van een tegenspeler die zo gehouden wordt, dat zijn partner de beeldzijde zou kunnen zien, wordt geacht in de lopende slag gespeeld te zijn (zie te...') |
|||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | 1. Een kaart van een tegenspeler die zo gehouden wordt, dat zijn partner de beeldzijde zou kunnen zien, wordt geacht in de lopende slag gespeeld te zijn (zie [[template:2017:45E|artikel 45E]] als de tegenspeler al een reglementaire kaart in die slag heeft gespeeld). | + | :1. Een kaart van een tegenspeler die zo gehouden wordt, dat zijn partner de beeldzijde zou kunnen zien, wordt geacht in de lopende slag gespeeld te zijn (zie [[template:2017:45E|artikel 45E]] als de tegenspeler al een reglementaire kaart in die slag heeft gespeeld). |
− | + | :2. De leider wordt geacht een kaart uit zijn hand gespeeld te hebben als ze | |
− | 2. De leider wordt geacht een kaart uit zijn hand gespeeld te hebben als ze | + | ::(a) met de beeldzijde naar boven zo wordt gehouden, dat ze de tafel raakt of nagenoeg raakt; of |
− | :(a) met de beeldzijde naar boven zo wordt gehouden, dat ze de tafel raakt of nagenoeg raakt; of | + | ::(b) zo wordt gehouden dat aangegeven wordt dat de kaart gespeeld is. |
− | :(b) zo wordt gehouden dat aangegeven wordt dat de kaart gespeeld is. | + | :3. Een kaart van de blinde is gespeeld als ze opzettelijk door de leider is aangeraakt anders dan om de kaarten te rangschikken, of een kaart onder of boven de aangeraakte kaart te bereiken. |
− | + | :4. (a) Een kaart is gespeeld als een speler haar noemt of anderszins aanduidt als de kaart die hij wil spelen (maar zie [[template:2017:47|artikel 47]]). | |
− | 3. Een kaart van de blinde is gespeeld als ze opzettelijk door de leider is aangeraakt anders dan om de kaarten te rangschikken, of een kaart onder of boven de aangeraakte kaart te bereiken. | + | ::(b) De leider mag een onbedoeld aangeduide kaart van de blinde veranderen tot hij een kaart speelt uit ofwel zijn eigen hand ofwel uit die van de blinde. Hij mag de kaart veranderen na een verspreking, maar niet na concentratieverlies of een verandering van gedachte. Maar als een tegenstander op zijn beurt een kaart heeft gespeeld die reglementair was vóór de wijziging van de aanduiding, mag die tegenstander de aldus gespeelde kaart terugnemen en vervangen door een andere (zie [[template:2017:47D|artikel 47D]] en [[template:2017:16C|16C1]]). |
− | + | :5. Een grote of kleine strafkaart kan verplicht gespeeld moeten worden (zie [[template:2017:50|artikel 50]]). | |
− | 4. | ||
− | |||
− | :(b) De leider mag een onbedoeld aangeduide kaart van de blinde veranderen tot hij een kaart speelt uit ofwel zijn eigen hand ofwel uit die van de blinde. Hij mag de kaart veranderen na een verspreking, maar niet na concentratieverlies of een verandering van gedachte. Maar als een tegenstander op zijn beurt een kaart heeft gespeeld die reglementair was vóór de wijziging van de aanduiding, mag die tegenstander | ||
− | de aldus gespeelde kaart terugnemen en vervangen door een andere (zie [[template:2017:47D|artikel 47D]] en [[template:2017:16C|16C1]]). | ||
− | |||
− | 5. Een grote of kleine strafkaart kan verplicht gespeeld moeten worden (zie [[template:2017:50|artikel 50]]). |
Huidige versie van 2 sep 2019 om 09:40
- 1. Een kaart van een tegenspeler die zo gehouden wordt, dat zijn partner de beeldzijde zou kunnen zien, wordt geacht in de lopende slag gespeeld te zijn (zie artikel 45E als de tegenspeler al een reglementaire kaart in die slag heeft gespeeld).
- 2. De leider wordt geacht een kaart uit zijn hand gespeeld te hebben als ze
- (a) met de beeldzijde naar boven zo wordt gehouden, dat ze de tafel raakt of nagenoeg raakt; of
- (b) zo wordt gehouden dat aangegeven wordt dat de kaart gespeeld is.
- 3. Een kaart van de blinde is gespeeld als ze opzettelijk door de leider is aangeraakt anders dan om de kaarten te rangschikken, of een kaart onder of boven de aangeraakte kaart te bereiken.
- 4. (a) Een kaart is gespeeld als een speler haar noemt of anderszins aanduidt als de kaart die hij wil spelen (maar zie artikel 47).
- (b) De leider mag een onbedoeld aangeduide kaart van de blinde veranderen tot hij een kaart speelt uit ofwel zijn eigen hand ofwel uit die van de blinde. Hij mag de kaart veranderen na een verspreking, maar niet na concentratieverlies of een verandering van gedachte. Maar als een tegenstander op zijn beurt een kaart heeft gespeeld die reglementair was vóór de wijziging van de aanduiding, mag die tegenstander de aldus gespeelde kaart terugnemen en vervangen door een andere (zie artikel 47D en 16C1).
- 5. Een grote of kleine strafkaart kan verplicht gespeeld moeten worden (zie artikel 50).