Sjabloon:1959:EBL: verschil tussen versies
k (Beveiligde "Sjabloon:1959:EBL" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet))) |
|||
Regel 6: | Regel 6: | ||
{{template:1959:136-137|Art. 136-137. Invallers bij parenwedstrijden en persoonlijke wedstrijden.}}</br> | {{template:1959:136-137|Art. 136-137. Invallers bij parenwedstrijden en persoonlijke wedstrijden.}}</br> | ||
{{template:1959:138-139|Art. 138-139. Invallers bij viertallenwedstrijden.}}</br> | {{template:1959:138-139|Art. 138-139. Invallers bij viertallenwedstrijden.}}</br> | ||
+ | |||
+ | |||
+ | [[template:1959:131|Art. 131. Verhouding tussen het wedstrijdcomité en de wedstrijdleider.]]</br> | ||
+ | [[template:1959:132|Art. 132. Selectie-zittingen.]]</br> | ||
+ | [[template:1959:133-135|Art. 133-135. Plaatsvervangers.]]</br> | ||
+ | [[template:1959:136-137|Art. 136-137. Invallers bij parenwedstrijden en persoonlijke wedstrijden.]]</br> | ||
+ | [[template:1959:138-139|Art. 138-139. Invallers bij viertallenwedstrijden.]]</br> | ||
+ | <!--- | ||
+ | ---> |
Huidige versie van 25 aug 2019 om 12:40
BEPALINGEN VAN DE EUROPEAN BRIDGE LEAGUE. Art. 131 t/m 139
Art. 131. Verhouding tussen het Wedstrijdcomité en de Wedstrijdleider.
- Het Wedstrijdcomité heeft te beslissen over de voorafgaande regeling van de wedstrijd en de wedstrijdleider over de technische gang van zaken. Het Wedstrijdcomité mag aan de wedstrijdleider instructies geven over de wijze, waarop het de wedstrijd wenst te zien geleid, mits deze tijdig genoeg worden gegeven voor een behoorlijke organisatie en regeling van de wedstrijd. Indien de voorschriften van het Wedstrijdcomité in strijd zijn met relementair voorgeschreven bepalingen moeten de laatste worden toegepast en moet de wedstrijdleider het Comité hiervan in kennis stellen. Het recht van het Wedstrijdcomité voorwaarden voor de wedstrijden vast te stellen eindigt 24 uren voordat het spelen begint. Daarna gelden de beslissingen van de wedstrijdleider over de technische gang van zaken.
Art. 132. Selectie-zittingen.
- Bij wedstrijden van twee of meer zittingen mogen één of meer daarvan worden bestemd voor selectie, om de deelnemers aan te wijzen die in aanmerking komen, de wedstrijd in de overige zittingen voort te zetten. In zulk een geval moet de wedstrijdleider vóór de aanvang van de eerste selectiezitting bekendmaken:
- het aantal deelnemers, dat voor de overige zittingen wordt geplaatst;
- de methode volgens welke zij worden aangewezen;
- of (zo ja in hoeverre) de resultaten van de selectie-zittingen voor de eindstand zullen tellen.
Art. 133-135. Plaatsvervangers.
Art. 133. Nadat het vastgestelde aantal deelnemers voor de volgende zittingen is aangewezen, worden alle andere deelnemers als plaatsvervangers ingedeeld.
Indien de geplaatsten uit alle deelnemers zijn aangewezen, verkrijgen de plaatsvervangers een rangnummer volgens de door hen behaalde resultaten.
Indien de oorspronkelijke deelnemers in groepen zijn verdeeld met een voor elke groep bepaald aantal te plaatsen deelnemers, wordt de eerste opengevallen plaats in enige groep ingenomen door de daarop volgende deelnemer van die groep. De daarna opengevallen plaatsen worden ingenomen door deelnemers uit die groep of door andere deelnemers op de wijze, zoals de wedstrijdorganisatie zulks heeft bepaald.
Art. 134. Indien een deelnemer niet kan spelen in een zitting, waarvoor hij is geplaatst, of niet aanwezig is wanneer er gespeeld moet worden, laat de wedstrijdleider de eerstvolgende plaatsvervanger meespelen. Bij een wedstrijd tussen paren moeten beide spelers van het paar present zijn, anders verbeurt dit paar zijn plaats en wordt een plaatsvervangend paar opgesteld.
Art. 135. Een plaatsvervanger speelt slechts tijdelijk voor de geplaatste deelnemer, totdat het sein om te spelen voor de tweede ronde van de zitting is gegeven. Daarna heeft hij alle rechten en kan de oorspronkelijk geplaatste deelnemer zijn plaats niet meer opeisen.
Art. 136-137. Invallers bij parenwedstrijden en persoonlijke wedstrijden.
Art. 136. Indien een speler, die naar behoren voor een wedstrij d is ingeschreven, wegens ziekte, dringende zaken of een andere geldige reden niet kan spelen, mag hij of zijn maat aan de wedstrijdleider vergunning vragen tot het laten spelen door een invaller. De wedstrijdleider mag dit behoudens de beperkingen van het volgende artikel goedkeuren, als hij van mening is, dat de reden geldig is en dat de rechten van de overige deelnemers niet in gedrang komen.
Art. 137. Het aantal zittingen, waarvoor een speler een invaller mag hebben, wordt beperkt door de volgende voorwaarden:
- a. Bij een wedstrijd van één zitting wordt een speler uitgesloten als hij voor meer dan de helft van de spellen een invaller heeft gehad. Indien de invaller meer dan de helft van de spellen heeft gespeeld, verkrijgt hij de rechten van de oorspronkelijke deelnemer.
- b. Bij een wedstrijd van twee of meer zittingen (doch zonder afvalsysteem) wordt een speler uitgesloten als hij voor meer dan één volledige zitting een invaller heeft gehad.
- c. Bij een wedstrijd met één selectie-zitting wordt een speler niet geplaatst voor de andere zittingen, tenzij hij in ongeveer een derde deel van de selectie-zitting heeft gespeeld.
- d. Bij een wedstrijd met twee of meer selectie-zittingen mag een speler niet een invaller voor meer dan één gehele selectie-zitting hebben. Een invaller heeft echter het recht te worden geplaatst, als hij niet meer dan één volledige selectie-zitting heeft gemist.
- e. Geen enkele speler, die aanvankelijk voor de wedstrijd was ingeschreven, mag als invaller meespelen.
- f. Invallen, in strijd met bovenvermelde voorwaarden en elk invallen, dat niet door de wedstrijdleider is goedgekeurd, heeft tot gevolg, dat de oorspronkelijke speler, de invaller en (in paren wedstrijden) de maat wordt uitgesloten.
- g. De wedstrijdleider mag in dringende gevallen invallers aanwijzen, als dit voor het vlotte verloop van de wedstrijd nodig is. Indien dit geval ontstaat, doordat een deelnemer wordt uitgesloten, wordt dit aan hem bekendgemaakt op het tijdstip van de vervanging.
Art. 138-139. Invallers bij viertallenwedstrijden.
Art. 138. Bij viertallenwedstrijden mag elk team uit vijf spelers bestaan. (De wedstrijdorganisatie mag meer spelers toestaan).
Indien oorspronkelijk slechts vier spelers zijn ingeschreven, mag later nog een vijfde worden ingeschreven, maar dit mag niet een speler zijn, die reeds voor een ander viertal werd ingeschreven. Indien voor een viertal vijf spelers zijn ingeschreven, doch er slechts vier gespeeld hebben, mag de vijfde worden vervangen door opgave aan de wedstrijdleider. Indien alle vijf spelers hebben gespeeld en een zesde wegens een geldige reden nodig is, mag de wedstrijdleider een invaller aan wijzen, maar dit mag niet een speler zijn, die reeds voor een ander viertal werd ingeschreven.
Art. 139. Een viertal mag bepalen, welke van zijn spelers in een bepaalde zitting zullen spelen en in welke opstelling, maar een wijziging van spelers of paren tijdens een zitting is slechts met toestemming van de wedstrijdleider toegestaan.
Art. 131. Verhouding tussen het wedstrijdcomité en de wedstrijdleider.
Art. 132. Selectie-zittingen.
Art. 133-135. Plaatsvervangers.
Art. 136-137. Invallers bij parenwedstrijden en persoonlijke wedstrijden.
Art. 138-139. Invallers bij viertallenwedstrijden.