Sjabloon:1959:138-139: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met ' template:1959:138</br> template:1959:139</br> <!--- template:1959:138</br> template:1959:139</br> --->') |
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | '''Art. 138-139. Invallers bij viertallenwedstrijden.'''</br> | ||
− | + | {{template:1959:138}}</br> | |
+ | {{template:1959:139}}</br> | ||
[[template:1959:138]]</br> | [[template:1959:138]]</br> | ||
[[template:1959:139]]</br> | [[template:1959:139]]</br> | ||
<!--- | <!--- | ||
− | + | ||
− | |||
---> | ---> |
Versie van 24 aug 2019 om 17:35
Art. 138-139. Invallers bij viertallenwedstrijden.
Art. 138. Bij viertallenwedstrijden mag elk team uit vijf spelers bestaan. (De wedstrijdorganisatie mag meer spelers toestaan).
Indien oorspronkelijk slechts vier spelers zijn ingeschreven, mag later nog een vijfde worden ingeschreven, maar dit mag niet een speler zijn, die reeds voor een ander viertal werd ingeschreven. Indien voor een viertal vijf spelers zijn ingeschreven, doch er slechts vier gespeeld hebben, mag de vijfde worden vervangen door opgave aan de wedstrijdleider. Indien alle vijf spelers hebben gespeeld en een zesde wegens een geldige reden nodig is, mag de wedstrijdleider een invaller aan wijzen, maar dit mag niet een speler zijn, die reeds voor een ander viertal werd ingeschreven.
Art. 139. Een viertal mag bepalen, welke van zijn spelers in een bepaalde zitting zullen spelen en in welke opstelling, maar een wijziging van spelers of paren tijdens een zitting is slechts met toestemming van de wedstrijdleider toegestaan.