Sjabloon:1975:HIV

HOOFDSTUK IV. ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE ONREGELMATIGHEDEN Art. 9 t/m 16

Artikel 9. Gang van zaken na een onregelmatigheid

De wedstrijdleider moet worden ontboden, zodra de aandacht op een onregelmatigheid is gevestigd.

Het ontbieden van de wedstrijdleider brengt geen verandering in de rechten, waarop een speler anders aanspraak zou hebben.

Elke speler - behalve de blinde, wiens beperkte rechten in de artikelen 42 en 43 zijn omschreven - kan de aandacht op een onregelmatigheid vestigen en de wedstrijdleider ontbieden. Het feit, dat een speler de aandacht vestigt op een door zijn partij begane onregelmatigheid, beïnvloedt in geen enkel opzicht de rechten van de tegenstanders.

Nadat de aandacht op een onregelmatigheid is gevestigd mag geen der spelers bieden of spelen totdat de wedstrijdleider heeft uitgelegd op welke wijze de onregelmatigheid kan worden hersteld en welke straf kan worden opgelegd. Voortijdig herstel van een onregelmatigheid door de overtreder kan hem blootstellen aan een verdere straf (zie artikel 26).

Artikel 10. Het opleggen van een straf

De wedstrijdleider legt de toepasselijke straffen op. De spelers hebben geen recht op eigen initiatief straffen op te leggen of kwijt te schelden; de wedstrijdleider kan iedere buiten hem om door de spelers opgelegde straf of kwijtschelding van een straf ongedaan maken.

Als de spelregels keuze bieden uit verschillende straffen moet de wedstrijdleider de verschillende mogelijkheden toelichten.

Indien de leider de keuze heeft uit verschillende straffen moet hij de keuze maken zonder hulp van de blinde.

Artikel 11. Het verlies van het recht straf te vorderen

Het recht straf te vorderen wegens een onregelmatigheid kan verloren gaan, indien de speler van de niet-overtredende partij enige actie onderneemt alvorens de wedstrijdleider te ontbieden. Het gaat in ieder geval verloren, indien hij biedt (artikel 34) of speelt (artikel 60) nadat door zijn rechter tegenstander een onregelmatigheid is begaan en voordat een wettige straf is bepaald en opgelegd.

Zelfs indien het recht straf te vorderen op grond van dit artikel verloren is gegaan, kan de wedstrijdleider op grond van de hem toegekende bevoegdheid naar eigen goeddunken een straf opleggen.

Overleg tussen de partners over het opleggen van een straf is niet toegestaan; als de wedstrijdleider van mening is, dat dit overleg heeft plaats gehad, verliezen deze partners het recht straf te vorderen.

Het recht straf wegens een onregelmatigheid te vorderen kan verloren gaan, indien de aandacht op de onregelmatigheid het eerst wordt gevestigd door een toeschouwer voor wiens aanwezigheid aan de tafel de niet-overtredende partij verantwoordelijk is; evenzo kan het recht om een zodanige onregelmatigheid te herstellen verloren gaan, indien de aandacht daarop is gevestigd door een toeschouwer voor wie de overtredende partij verantwoordelijk is.

Artikel 12. Bevoegdheid van de wedstrijdleider naar eigen goeddunken te handelen

De wedstrijdleider mag op eigen initiatief of op verzoek van een speler een arbitrale score (of scores) toekennen, doch slechts in de gevallen waarin deze spelregels hem daartoe machtigen (zie artikel 97) of indien naar het inzicht van de wedstrijdleider:

a. deze spelregels geen schadeloosstelling verschaffen aan een niet-overtredende deelnemer voor juist deze overtreding van de spelregels of de regels van ethiek door een tegenstander; of

b. geen herstel mogelijk is, waardoor het bord op normale wijze kan worden gespeeld; of

c. een onjuiste straf is ondergaan.

De wedstrijdleider mag niet een arbitrale score toekennen uit overweging dat de straf, die in deze spelregels is bepaald, bovenmatig zwaar of voordelig is voor één der partijen.

Een arbitrale score kan worden toegekend door wijziging van de score op het bord of door toekenning van nul of meer matchpunten (zie artikel 83). Het aantal punten, toe te kennen aan de niet- vertredende partij, mag niet hoger zijn dan nodig is om de onregelmatigheid ongedaan te maken. Het aantal punten, toegekend aan de overtredende partij, kan worden verminderd met strafpunten. Het aantal punten, toegekend als schadeloosstelling, behoeft niet gelijk te zijn aan het aantal strafpunten.

Artikel 13. Onjuist aantal kaarten

Indien de wedstrijdleider constateert, dat één of meerdere vakken van het bord een onjuist aantal kaarten bevat, herstelt hij dat aan de hand van de genoteerde spelverdeling (indien deze beschikbaar is) of door de spelers, die het spel tevoren hebben gespeeld, te raadplegen. ¹⁾ Hij behoort dan voor te schrijven, dat het bord normaal wordt gespeeld en gescoord, tenzij een speler een kaart van een andere speler heeft gezien en de wedstrijdleider de daardoor verkregen inlichting van zodanige betekenis acht, dat dit storend werkt op de normale gang van zaken. In dat geval moet hij een arbitrale score toekennen en kan hij een overtreder straffen.

---

1) Indien het bord onjuist was gegeven, zal hij een nieuwe gift voorschrijven (artikel 6).

Artikel 14. Ontbrekende kaart

Wanneer drie handen compleet zijn en de vierde onvolledig is, stelt de wedstrijdleider een onderzoek in naar de ontbrekende kaart, en:

a. indien zij tussen de gespeelde kaarten wordt gevonden, is artikel 67 van toepassing;

b. indien zij ergens anders dan tussen de gespeelde kaarten wordt gevonden, moet zij aan de onvolledige hand worden toegevoegd;

c. indien zij niet gevonden kan worden, wordt de gift met gebruikmaking van een nieuw spel zo goed mogelijk in overeenstemming gebracht met de oorspronkelijke samenstelling.

In de gevallen b en c wordt de kaart geacht steeds tot de onvolledige hand te hebben behoord en moet zij aan die hand worden toegevoegd. Deze kaart kan een strafkaart worden (artikel 50) en het verzuim deze kaart te hebben gespeeld kan een verzaking vormen.

Artikel 15. Het spelen van een verkeerd bord

Indien spelers een bord spelen, dat in die ronde niet voor hen bestemd is, kan de wedstrijdleider van hen verlangen, dat zij het juiste bord later tegen elkaar spelen; doch indien geen van hen het bord eerder heeft gespeeld, behoort hij de score te handhaven.

Indien één der spelers tevoren, al dan niet tegen de juiste tegenstanders, het bord heeft gespeeld, wordt de tweede score op het bord geannuleerd zowel voor zijn partij als voor zijn tegenstanders en de wedstrijdleider behoort aan de deelnemers, die niet in de gelegenheid zijn geweest om een geldige score te behalen, een arbitrale score toe te kennen.

Artikel 16. Ongeoorloofde inlichtingen

Indien een speler per ongeluk een ongeoorloofde inlichting ¹⁾ ontvangt over een bord, dat hij speelt of nog moet spelen, moet de wedstrijdleider hiervan onmiddellijk in kennis worden gesteld, bij voorkeur door degene, die de inlichting verkreeg. De wedstrijdleider behoort te bepalen, dat het bord op normale wijze moet worden gespeeld en gescoord, tenzij hij de verkregen inlichting van zodanig belang acht, dat dit storend werkt op de normale gang van zaken. In dat geval kan hij een arbitrale score toekennen of een tijdelijke plaatsvervanger aanwijzen voor de speler, die de ongeoorloofde inlichting heeft ontvangen.

Indien een andere speler dan de leider zijn partner een inlichting geeft door middel van een opmerking of een vraag of door een onmiskenbare aarzeling, speciale nadruk, toon, gebaar, beweging, gedraging of enige andere handeling, die een bieding, voorspelen of speelwijze suggereert en indien de aandacht wordt gevestigd op de overtreding en de wedstrijdleider onmiddellijk is ontboden, moet de wedstrijdleider verlangen dat het bieden of spelen voortgaat, waarbij hij zich het recht voorbehoudt een arbitrale score toe te kennen, indien hij van mening is dat het resultaat beïnvloed is door de ongeoorloofde inlichting.

---

1) Voorbeelden van per ongeluk verkregen ongeoorloofde inlichting: een inlichting verkregen door het inzien van de verkeerde hand, het horen van biedingen. resultaten of opmerkingen, het zien van kaarten aan een andere tafel of, voordat het bieden begint, het zien van een kaart, die aan een andere speler aan zijn eigen tafel behoort.