Sjabloon:1963:HVII-3: verschil tussen versies
Uit Spelregels voor tafelarbiters
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''(3) Naleving van goede manieren.''' :Een speler behoort te allen tijde tegenover zijn maat en tegenstander hoffelijke manieren in acht te nemen. Hij behoort zorg...') |
k (Beveiligde "Sjabloon:1963:HVII-3" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet))) |
(geen verschil)
|
Huidige versie van 22 aug 2019 om 10:50
(3) Naleving van goede manieren.
- Een speler behoort te allen tijde tegenover zijn maat en tegenstander hoffelijke manieren in acht te nemen. Hij behoort zorgvuldig te vermijden een opmerking te maken of een handeling te doen, die een andere speler ergernis of hinder zou kunnen bezorgen of die het genoegen van het spel zou kunnen verstoren.
- Iedere speler behoort een onveranderlijke correcte wijze van bieden en spelen in acht te nemen, aangezien een afwijking van de juiste normen het ordelijk verloop van het spel kan verstoren.
- Een speler dient zich te onthouden van:
- a. het gebruik van verschillende uitdrukkingen voor dezelfde bieding 1);
- b. veelvuldig herzien van biedingen of gespeelde kaarten tengevolge van eigen onoplettendheid;
- c. ongevraagd inlichtingen geven, die slechts als antwoord op een gestelde vraag verstrekt behoren te worden;
- d. aandachtig kijken naar een andere speler gedurende de bied- of speelperiode of naar de hand van een andere speler zoals bijv. met de bedoeling vast te stellen van welke plaats de te spelen kaart uit de hand wordt genomen;
- e. tijdens het spelen ongevraagd commentaar leveren op het bieden of op de juistheid van het contract;
- f. met de maat van hand wisselen, of zijn hand aan de maat laten zien, ongeacht of men de kans loopt hiervoor straf te krijgen;
- g. een kaart uit zijn hand nemen, vóórdat het zijn beurt is om voor- of bij te spelen;
- h. wanordelijk rangschikken van gespeelde kaarten, waardoor het moeilijk kan zijn de volgorde vast te stellen, waarin zij gespeeld zijn;
- i. slagen opeisen of afstaan indien er nog twijfel bestaat omtrent de afloop van het spel.
1) In Nederland moet het bieden volgens het wedstrijdreglement geschieden door het aantal trekken en de speelsoort te noemen of door het gebruik van één der woorden: pas. doublet of redoublet. Dus b.v. één klaveren, twee ruiten, drie sans-atout.