Sjabloon:1963:72: verschil tussen versies

Uit Spelregels voor tafelarbiters
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''Artikel 72. Beslissing van de wedstrijdleider omtrent een betwiste eis.''' :Om te beslissen omtrent de eis, behoort de wedstrijdleider als volgt te werk te gaan:...')
 
Regel 1: Regel 1:
 
'''Artikel 72. Beslissing van de wedstrijdleider omtrent een betwiste eis.'''
 
'''Artikel 72. Beslissing van de wedstrijdleider omtrent een betwiste eis.'''
 
:Om te beslissen omtrent de eis, behoort de wedstrijdleider als volgt te werk te gaan:
 
:Om te beslissen omtrent de eis, behoort de wedstrijdleider als volgt te werk te gaan:
::a. hij moet van de leider vorderen, dat hij zijn kaarten met de beeldzijde naar boven op tafel laat liggen en moet één
+
::a. hij moet van de leider vorderen, dat hij zijn kaarten met de beeldzijde naar boven op tafel laat liggen en moet één of beide tegenspelers toestaan hun handen open te leggen. Een tegenspeler is niet aan straf onderworpen voor een
of beide tegenspelers toestaan hun handen open te leggen. Een tegenspeler is niet aan straf onderworpen voor een
 
 
overtreding, die hij mocht begaan, terwijl zijn hand openligt;
 
overtreding, die hij mocht begaan, terwijl zijn hand openligt;
 
::b. hij moet van de leider verlangen, elke reeds gegeven uiteenzetting te herhalen en zonodig van hem vorderen, dat hij de juiste volgorde vermeldt, waarin hij zijn overgebleven kaarten van plan is te spelen;
 
::b. hij moet van de leider verlangen, elke reeds gegeven uiteenzetting te herhalen en zonodig van hem vorderen, dat hij de juiste volgorde vermeldt, waarin hij zijn overgebleven kaarten van plan is te spelen;

Versie van 22 aug 2019 om 10:30

Artikel 72. Beslissing van de wedstrijdleider omtrent een betwiste eis.

Om te beslissen omtrent de eis, behoort de wedstrijdleider als volgt te werk te gaan:
a. hij moet van de leider vorderen, dat hij zijn kaarten met de beeldzijde naar boven op tafel laat liggen en moet één of beide tegenspelers toestaan hun handen open te leggen. Een tegenspeler is niet aan straf onderworpen voor een

overtreding, die hij mocht begaan, terwijl zijn hand openligt;

b. hij moet van de leider verlangen, elke reeds gegeven uiteenzetting te herhalen en zonodig van hem vorderen, dat hij de juiste volgorde vermeldt, waarin hij zijn overgebleven kaarten van plan is te spelen;
c. hij mag de leider niet toestaan te profiteren van een inlichting, die hij eerst na het stellen van zijn eis heeft verkregen, in het bijzonder omtrent de plaats van één of meer kaarten, die de tegenstanders nog in hun bezit hebben, zelfs al zou de leider deze inlichtingen toch bij een normaal spelverloop hebben gekregen;
d. hij mag de leider niet toestaan een speelwijze te volgen, die in strijd is met een eerdere uiteenzetting; en, indien de leider geen behoorlijke en afdoende verklaring onmiddellijk bij het stellen van zijn eis heeft gegeven, mag de wedstrijdleider hem niet toestaan een speelwijze te volgen, waarbij het welslagen afhankelijk is van de ontdekking, dat een bepaalde tegenspeler al of niet een bepaalde kaart heeft, tenzij een tegenspeler in de kleur van die kaart reeds niet heeft bekend, vóórdat de eis

werd kenbaar gemaakt;

e. hij moet de uitslag van het spel zo billijk mogelijk voor beide partijen vaststellen, maar elk twijfelachtig punt moet in het voordeel van de tegenspelers worden beslist.