Sjabloon:1997:74B: verschil tussen versies

Uit Spelregels voor tafelarbiters
(Nieuwe pagina aangemaakt met ''''B. Fatsoen'''</br> Uit oogpunt van fatsoen behoort een speler niet:</br> 1. onvoldoende aandacht aan het spel te besteden;</br> 2. ongevraagd commentaar te leve...')
 
k (Beveiligde "Sjabloon:1997:74B" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
 
(Een tussenliggende versie door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 2: Regel 2:
  
 
Uit oogpunt van fatsoen behoort een speler niet:</br>
 
Uit oogpunt van fatsoen behoort een speler niet:</br>
1. onvoldoende aandacht aan het spel te besteden;</br>
+
# onvoldoende aandacht aan het spel te besteden;</br>
2. ongevraagd commentaar te leveren tijdens het bieden en spelen;</br>
+
# ongevraagd commentaar te leveren tijdens het bieden en spelen;</br>
3. een kaart klaar te houden voordat hij aan de beurt is;</br>
+
# een kaart klaar te houden voordat hij aan de beurt is;</br>
4. het spelen onnodig te rekken (door bijvoorbeeld door te spelen terwijl hij weet dat alle slagen zeker voor hem zijn) met het oogmerk een tegenstander van zijn stuk te brengen;</br>
+
# het spelen onnodig te rekken (door bijvoorbeeld door te spelen terwijl hij weet dat alle slagen zeker voor hem zijn) met het oogmerk een tegenstander van zijn stuk te brengen;</br>
5. de wedstrijdleider te ontbieden en hem toe te spreken op een voor deze of voor de andere spelers onhoffelijke wijze.</br>
+
# de wedstrijdleider te ontbieden en hem toe te spreken op een voor deze of voor de andere spelers onhoffelijke wijze.</br>

Huidige versie van 15 aug 2019 om 16:07

B. Fatsoen

Uit oogpunt van fatsoen behoort een speler niet:

  1. onvoldoende aandacht aan het spel te besteden;
  2. ongevraagd commentaar te leveren tijdens het bieden en spelen;
  3. een kaart klaar te houden voordat hij aan de beurt is;
  4. het spelen onnodig te rekken (door bijvoorbeeld door te spelen terwijl hij weet dat alle slagen zeker voor hem zijn) met het oogmerk een tegenstander van zijn stuk te brengen;
  5. de wedstrijdleider te ontbieden en hem toe te spreken op een voor deze of voor de andere spelers onhoffelijke wijze.