Sjabloon:2007:HIV: verschil tussen versies

Uit Spelregels voor tafelarbiters
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'HOOFDSTUK IV Algemene bepalingen betreffende onregelmatigheden</br> {{template:2007:9|ARTIKEL 9 Gang van zaken na een onregelmatigheid}}</br>...')
 
k (Beveiligde "Sjabloon:2007:HIV" ([Bewerken=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet) [Hernoemen=Alleen beheerders toestaan] (vervalt niet)))
(geen verschil)

Versie van 7 aug 2019 om 22:49

HOOFDSTUK IV Algemene bepalingen betreffende onregelmatigheden

ARTIKEL 9 Gang van zaken na een onregelmatigheid
A. De aandacht vestigen op een onregelmatigheid
1. Tenzij de spelregels het verbieden, mag elke speler de aan-dacht vestigen op een onregelmatigheid tijdens de biedperiode, ongeacht wiens beurt het is om te bieden.

2. Tenzij de spelregels het verbieden, mag de leider of ieder van de tegenspelers de aandacht vestigen op een onregelmatigheid die plaatsvindt tijdens het spelen. Voor een kaart die in de ver¬keerde richting ligt, zie artikel 65B3.

3. Als er een onregelmatigheid heeft plaatsgehad, mag de blinde tijdens het spelen daar niet de aandacht op vestigen; dit is slechts na afloop van het spelen toegestaan. Elke speler, ook de blinde, mag echter proberen te voorkomen dat een speler een onregelmatigheid begaat (maar de blinde is onderworpen aan artikels 42 en 43).

4. Men is niet verplicht de aandacht te vestigen op een overtreding van de spelregels, begaan door de eigen partij (zie echter artikel 20F5 voor de verbetering van een kennelijk foutieve uitleg van de partner).

B. Nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid
1.   (a) De wedstrijdleider behoort onmiddellijk ontboden te worden nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid.

(b) Elke speler, met inbegrip van de blinde, mag de wedstrijdleider ontbieden, nadat de aandacht is gevestigd op een onregelmatigheid.
(c) Een speler die de wedstrijdleider ontbiedt, verliest geen en-kel recht waarop hij anders aanspraak zou kunnen maken.
(d) Het feit dat een speler de aandacht vestigt op een onregel-matigheid, begaan door zijn eigen partij, tast de rechten van de tegenstanders niet aan.

2. Een speler mag geen enkele actie ondernemen totdat de wed-strijdleider een volledige uitleg heeft gegeven inzake de toepasselijke rechtzetting.

C. Voortijdig herstel van een onregelmatigheid
Elk voortijdig herstel van een onregelmatigheid door de overtreder kan hem blootstellen aan een verdere rechtzetting (zie artikel 26 voor de voorspeelbeperkingen).


ARTIKEL 10 Het bepalen van een rechtzetting
A. Het recht te bepalen welke rechtzetting moet plaatsvinden
Alleen de wedstrijdleider heeft het recht te bepalen welke rechtzet¬ting moet plaatsvinden. Spelers hebben niet het recht op eigen initiatief rechtzettingen te bepalen of daarvan af te zien (zie artikel 81C5).

B. Het ongedaan maken van het bepalen of afzien van rechtzetting
De wedstrijdleider kan elk bepalen of afzien van rechtzetting door de spelers buiten hem om, handhaven of annuleren.

C. Keuze na een onregelmatigheid
Uiteenzetting van de keuzemogelijkheden
1. Wanneer deze spelregels een keuze openlaten na een onregelmatigheid, dient de wedstrijdleider alle keuzemogelijkheden duidelijk te maken.

2. Indien een speler na een onregelmatigheid een keuzemogelijkheid heeft, moet hij zijn keuze maken zonder overleg met zijn partner.

3. Wanneer deze spelregels de niet-overtredende partij een keuzemogelijkheid bieden na een door een tegenstander begane onregelmatigheid, is het correct de meest voordelige keuze te maken.

4. Voor zover niet in strijd met in artikel 16D2 mogen de overtreders na rechtzetting van hun overtreding een voor hen gunstige bieding of speelwijze kiezen, ook al lijken zij hiermee voordeel te trekken uit hun eigen overtreding (maar zie artikel 27 en 50).


ARTIKEL 11 Het verlies van het recht op rechtzetting
A. Het ondernemen van actie door de niet-overtredende partij
Het recht op rechtzetting van een onregelmatigheid kan verloren gaan als een speler van de niet-overtredende partij enige actie onderneemt vóór het ontbieden van de wedstrijdleider. De wedstrijdleider beslist aldus, bijvoorbeeld wanneer de niet-overtredende partij op enigerlei wijze bevoordeeld is door verdere actie, ondernomen door een tegenstander die niet op de hoogte was van de bepalingen in het toepasselijke artikel.

B. Straf na het verloren gaan van het recht op rechtzetting
Zelfs nadat het recht op rechtzetting verloren is gegaan volgens dit artikel, kan de wedstrijdleider een procedurele straf opleggen (zie artikel 90).


ARTIKEL 12 Bevoegdheid van de wedstrijdleider naar eigen goeddunken te handelen
A. Het recht om een arbitrale score toe te kennen
Op verzoek van een speler binnen de periode bepaald in artikel 92B of op eigen initiatief mag de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen, als deze spelregels hem daartoe het recht geven (voor viertallenwedstrijden zie artikel 86). Dit houdt in:

1. De wedstrijdleider mag een arbitrale score toekennen als naar zijn oordeel de spelregels geen schadeloosstelling verschaffen aan de niet-overtredende deelnemer voor de specifieke overtreding, begaan door een tegenstander.

2. De wedstrijdleider kent een kunstmatige arbitrale score toe als er geen mogelijkheid is tot herstel waardoor het bord nog normaal gespeeld kan worden (zie artikel 12C2).

3. De wedstrijdleider mag een arbitrale score toekennen als er een onjuiste rechtzetting van een onregelmatigheid heeft plaatsgehad.

B. Bedoeling van een arbitrale score
1. De bedoeling van het toekennen van een arbitrale score is de schade die een niet-overtredende partij heeft opgelopen, te herstellen en het voordeel dat een overtredende partij uit zijn overtreding behaald heeft, weg te nemen. Er is schade als een niet-overtredende partij een resultaat behaalt dat door een overtreding slechter is dan het resultaat dat verwacht mocht worden als de overtreding niet had plaatsgevonden - maar zie C1b.

2. De wedstrijdleider mag geen arbitrale score toekennen uit de overweging dat de rechtzetting die in de spelregels is bepaald, onevenredig zwaar of voordelig is voor één der partijen.

C. Het toekennen van een arbitrale score
1.

(a) Als de wedstrijdleider door deze spelregels gerechtigd is een score aan te passen na een overtreding en hij in staat is een vervangende score te geven, doet hij dat. Deze score vervangt de score die op dit spel behaald werd.
(b) Als de niet-overtredende partij na de onregelmatigheid bijdraagt aan haar eigen schade door een ernstige fout (die geen verband houdt met de overtreding) of door een onbezonnen of speculatieve actie, krijgt ze geen herstel in de arbitrale score voor het deel van de schade dat ze zelf veroorzaakt heeft. De overtredende partij behoort de score te krijgen die haar toegekend zou zijn alleen als gevolg van haar overtreding.
(c) Tenzij het Bondsbestuur het verbiedt, mag een vervangende score uit billijkheidsoverwegingen zo berekend worden dat ze de mate van waarschijnlijkheid van een aantal mogelijke resultaten weerspiegelt.
(d) Als de mogelijkheden erg talrijk of niet duidelijk zijn, mag de wedstrijdleider een kunstmatige arbitrale score toekennen.
(e) Het Bondsbestuur mag naar eigen goeddunken de volgende procedure in haar geheel of gedeeltelijk toepassen in plaats van de bepalingen in (c):
(1) De score, toegekend in plaats van de aan tafel behaalde score, is voor de niet-overtredende partij het gunstigste resultaat dat waarschijnlijk behaald zou zijn als de onregelmatigheid niet had plaatsgevonden.
(2) Voor de overtredende partij is de toegekende score het ongunstigste resultaat dat met enige waarschijnlijkheid behaald had kunnen worden als de onregelmatigheid niet had plaatsgevonden.
(f) De scores, toegekend aan beide partijen, hoeven niet complementair te zijn.

2.

(a) Als tengevolge van een onregelmatigheid geen resultaat kan worden behaald (en zie C1d), kent de wedstrijdleider een kunstmatige arbitrale score toe in overeenstemming met de mate waarin de partijen verantwoordelijk zijn voor de onregelmatigheid: gemiddelde-min (ten hoogste 40% van het totaal aan matchpunten in parenwedstrijden) aan een deelnemer die onmiskenbaar in overtreding is; gemiddelde (50% in parenwedstrijden) aan een deelnemer die slechts tot op zekere hoogte in overtreding is; gemiddelde-plus (ten minste 60% in parenwedstrijden) aan een deelnemer die op geen enkele wijze in overtreding is.
(b) Als de wedstrijdleider een kunstmatige arbitrale score van gemiddelde-plus of gemiddelde-min in internationale matchpunten toekent, bedraagt die score gewoonlijk +3 IMPs of -3 IMPs, zie echter artikel 86A voor hiervan afwijkende mogelijkheden.
(c) De voorgaande bepalingen gelden niet voor een niet-overtredende deelnemer die over de hele zitting meer dan 60% van de matchpunten behaalt of voor een overtredende deelnemer die over de hele zitting minder dan 40% van de matchpunten behaalt (of het equivalent in IMPs). Deze deelnemers krijgen het percentage (of het equivalent in IMPs) dat ze behaald hebben op de andere borden van die zitting.

3. In individuele wedstrijden past de wedstrijdleider de rechtzettin-gen van de spelregels en de bepalingen omtrent het toekennen van een arbitrale score gelijkelijk toe op beide spelers van de overtredende partij, ook al is slechts één van hen verantwoordelijk voor de onregelmatigheid. De wedstrijdleider mag echter geen procedurele straf aan de partner van de overtreder opleggen als naar zijn mening deze partner op geen enkele manier blaam treft.

4. Als de wedstrijdleider niet-complementaire arbitrale scores (zie artikel 12C) toekent in wedstrijden volgens een afvalsysteem, wordt van iedere deelnemer de score op het bord apart berekend en het gemiddelde ervan wordt dan aan beide deelnemers toegekend.


ARTIKEL 13 Onjuist aantal kaarten
A. Wedstrijdleider acht normaal spel mogelijk
Wanneer de wedstrijdleider constateert dat één of meer handen van het bord een onjuist aantal kaarten bevat (maar zie artikel 14) en als een speler met een onjuiste hand een bieding heeft gedaan, kan de wedstrijdleider besluiten dat het spel na herstel van het bord toch normaal gespeeld wordt. Er mag geen wijziging van bieding plaatsvinden. Na het spel kan de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen.

B. Arbitrale score en mogelijke straf
Als het spel naar de mening van de wedstrijdleider niet hersteld en normaal gespeeld kan worden, moet hij een arbitrale score toekennen en kan hij een overtreder bestraffen.

C. Na afloop van het spel
Wanneer na afloop van het spelen vastgesteld wordt dat de hand van een speler oorspronkelijk meer dan dertien kaarten bevatte, terwijl een andere speler een aantal kaarten minder bezat (maar zie artikel 13F), moet het resultaat geannuleerd worden. Er wordt een arbitrale score toegekend (artikel 86D kan van toepassing zijn). Een overtreder kan een procedurele straf worden opgelegd.

D. Geen bieding gedaan
Als een speler een onjuist aantal kaarten blijkt te hebben en met zijn hand nog geen bieding heeft gedaan, gelden de volgende bepalingen:

1. De wedstrijdleider moet het spel herstellen en als dan geen van de spelers een kaart van een andere speler gezien heeft, be¬palen dat het bord normaal gespeeld wordt.

2. Wanneer de wedstrijdleider constateert dat één of meer vakken van het bord een onjuist aantal kaarten bevatte en een speler één of meer kaarten van een andere speler heeft gezien

(a) als de wedstrijdleider van oordeel is dat de ongeoorloofde informatie waarschijnlijk geen invloed zal hebben op het normale bieden of spelen, laat de wedstrijdleider het bord spelen. Als hij nadien oordeelt dat de informatie het resultaat op het bord beïnvloed heeft, moet de wedstrijdleider een ar¬bitrale score toekennen en kan hij een overtreder bestraffen.
(b) als de wedstrijdleider van oordeel is dat de ongeoorloofde informatie die hierdoor verkregen werd, van voldoende belang is om van invloed te zijn op het bieden en spelen, moet hij een kunstmatige arbitrale score toekennen en kan hij een overtreder bestraffen.

E. Toevoegen of verplaatsen van kaart
Als de wedstrijdleider op basis van dit artikel het spel laat spelen, is de wetenschap dat de wedstrijdleider een kaart heeft toegevoegd of verplaatst, ongeoorloofde informatie voor de partner van de speler wiens hand een onjuist aantal kaarten bevatte.

F. Overtollige kaart
Overtollige kaarten maken geen deel uit van het spel en worden verwijderd. Het bieden en het spelen gaan gewoon door. Als vastgesteld wordt dat een dergelijke kaart in een reeds voltooide slag gespeeld werd, kan een arbitrale score worden toegekend.


ARTIKEL 14 Ontbrekende kaart
A. Incomplete hand - geconstateerd voordat het spelen begint
Als vóór de opengelegde uitkomst blijkt dat één of meer handen minder dan dertien kaarten bevatten maar geen hand meer dan dertien, stelt de wedstrijdleider een onderzoek in naar elke ontbrekende kaart en:
1. als de kaart gevonden wordt, wordt zij toegevoegd aan de incomplete hand.
2. als de kaart niet gevonden kan worden, reconstrueert de wedstrijdleider het spel zo goed mogelijk, met gebruikmaking van een ander spel kaarten.
3. het bieden en het spelen gaan normaal door zonder wijziging van de gedane biedingen; alle kaarten die behoren tot de herstelde hand, worden verondersteld voortdurend deel te hebben uitgemaakt van de herstelde hand.

B. Incomplete hand - geconstateerd na de aanvang van het spelen
Als op enig moment nadat de uitkomst open op tafel gelegd is (tot aan het einde van de periode waarin verbeterd mag worden), blijkt dat één of meer handen minder dan dertien kaarten bevatten maar geen hand meer dan dertien, stelt de wedstrijdleider een onderzoek in naar elke ontbrekende kaart en:
1. als de kaart gevonden wordt tussen de gespeelde kaarten, is artikel 67 van toepassing.
2. als de kaart ergens anders gevonden wordt, wordt ze toegevoegd aan de incomplete hand. Rechtzettingen en strafbepalingen kunnen van toepassing zijn (zie verder onder 4).
3. als de kaart niet gevonden wordt, wordt het spel zo goed mogelijk gereconstrueerd met een ander spel kaarten. Rechtzettingen en strafbepalingen kunnen van toepassing zijn (zie verder onder 4).
4. een kaart die volgens de bepalingen onder punt B van dit artikel toegevoegd wordt aan een hand, wordt geacht steeds deel uitgemaakt te hebben van de incomplete hand. Deze kaart kan een strafkaart worden (artikel 50). Indien de toegevoegde kaart eerder had moeten worden gespeeld, is dit verzuim een verzaking.

C. Informatie van toevoegen van kaart
De wetenschap dat een kaart werd toegevoegd, is ongeoorloofde informatie voor de partner van de speler wiens hand een onjuist aantal kaarten bevatte.


ARTIKEL 15 Het spelen van een verkeerd bord
A. Spelers hebben het bord niet eerder gespeeld
Als spelers een bord spelen dat in die betreffende ronde niet voor hen bestemd is (maar zie C):

1. In de regel handhaaft de wedstrijdleider de score als geen der vier spelers het bord eerder heeft gespeeld.

2. De wedstrijdleider kan beide paren gebieden het juiste spel op een later tijdstip tegen elkaar te spelen.

B. Eén of meer spelers hebben het bord reeds gespeeld
Als een speler een bord speelt dat hij, al dan niet tegen de juiste tegenstanders, reeds heeft gespeeld, wordt de tweede score op het bord geannuleerd, zowel voor zijn partij als voor zijn tegenstanders. De wedstrijdleider moet een kunstmatige arbitrale score toekennen aan de deelnemers die niet in de gelegenheid zijn geweest een geldige score te behalen.

C. Verkeerd bord - ontdekt tijdens de biedperiode
Als de wedstrijdleider tijdens de biedperiode ontdekt dat een deelnemer een bord speelt dat in die ronde niet voor hem bestemd is, moet hij het bieden annuleren en ervoor zorgen dat de juiste deelnemers plaatsnemen en op de hoogte worden gebracht van hun rechten, zowel nu als in volgende ronden. Een tweede biedverloop begint. De spelers moeten hun vorige biedingen herhalen. Als één van de biedingen op één of andere manier afwijkt van de overeenkomstige bieding in het eerste biedverloop, moet de wedstrijdleider het bord annuleren. Zo niet, dan gaat het bieden en spelen normaal verder. De wedstrijdleider kan een procedurele straf (en een arbitrale score) geven als hij van mening is dat een van beide partijen bewust trachtte het normale spelen van het bord te beletten.


ARTIKEL 16 Geoorloofde en ongeoorloofde informatie
A. Gebruik van informatie door de spelers
1. Een speler mag informatie bij het bieden of spelen gebruiken als:

(a) de informatie voortkomt uit het reglementaire bieden en spelen van het betreffende bord (met inbegrip van onreglementair bieden en spelen dat geaccepteerd werd) en niet beïn¬vloed is door ongeoorloofde informatie van een andere bron; of
(b) het geoorloofde informatie is uit een ingetrokken handeling (zie D); of
(c) het informatie is die in een artikel of regeling als geoorloofd is aangemerkt, of, indien niet anders bepaald, voortkomt uit reglementaire procedures die in deze spelregels of regelingen als geoorloofd zijn aangemerkt (maar zie verder B1); of
(d) het informatie is die de speler bezat voordat hij zijn hand uit het bord nam (artikel 7B) en de spelregels het gebruik van deze informatie niet verbieden.

2. Spelers mogen ook rekening houden met de inschatting van hun eigen score, het gedrag van de tegenstanders en de toer-nooibepalingen.

3. Spelers mogen hun bieden of spelen niet baseren op andere informatie (dergelijke informatie wordt aangeduid als “anderszins verkregen”).

4. Als er schade ontstaat als gevolg van een overtreding van dit artikel, past de wedstrijdleider de score aan volgens artikel 12C.

B. Anderszins verkregen informatie van de zijde van de partner
1.

(a) Nadat een speler aan zijn partner op andere wijze informatie heeft verschaft waarmee een bieding of speelwijze zou kunnen worden gesuggereerd, mag de partner uit de voor de hand liggende mogelijkheden er niet één kiezen die onloochenbaar door deze informatie zou kunnen zijn gesuggereerd. Onder “anderszins verkregen informatie” wordt onder meer verstaan: een opmerking, vraag, antwoord op een vraag, een onverwachte alert of het niet alerteren, onmiskenbare aarzeling, ongewone snelheid, bijzondere nadruk, intonatie, gebaar, beweging, hebbelijkheid.
(b) Een voor de hand liggende mogelijkheid is een mogelijkheid die door een significant aantal spelers van vergelijkbaar niveau en gebruikmakend van hetzelfde systeem serieus zou worden overwogen en waarvoor enkelen ook daadwerkelijk zouden kiezen.

2. Als een speler van oordeel is dat een tegenstander dergelijke informatie heeft verschaft en hij de kans groot acht dat hij benadeeld kan worden, mag hij aankondigen, tenzij het Bondsbestuur 1) het verbiedt (wat kan betekenen dat de wedstrijdleider geroepen moet worden) dat hij zich het recht voorbehoudt de wedstrijdleider op een later tijdstip te ontbieden (de tegenstanders behoren de wedstrijdleider onmiddellijk te ontbieden als zij de eventuele overdracht van ongeoorloofde informatie bestrijden).

3. Wanneer een speler gegronde redenen heeft om aan te nemen dat een tegenstander die een redelijk alternatief had, gekozen heeft voor een actie die mogelijkerwijs was gesuggereerd door dergelijke informatie, behoort hij de wedstrijdleider na het spel 2) te ontbieden. De wedstrijdleider moet een arbitrale score toe¬kennen (zie artikel 12C) als hij van oordeel is dat de overtreding resulteerde in een voordeel voor de overtreder.


1) Het Bondsbestuur heeft dit niet verboden.
2) Het is geen overtreding de wedstrijdleider vroeger of later te ontbieden.

C. Anderszins verkregen informatie uit andere bronnen
1. Wanneer een speler onbedoeld ongeoorloofde informatie ontvangt over een bord dat hij speelt of nog moet spelen, behoort de wedstrijdleider onmiddellijk op de hoogte gesteld te worden, bij voorkeur door degene die de inlichtingen heeft ontvangen. Als ongeoorloofde informatie in deze zin worden onder meer beschouwd: het inzien van een verkeerde hand, het horen van biedingen, resultaten of opmerkingen, het zien van kaarten aan een andere tafel of, voordat het bieden begint, het zien van een kaart die aan een andere speler aan de eigen tafel toebehoort.

2. Als de wedstrijdleider van oordeel is dat de informatie de normale voortgang van het spel zou kunnen verhinderen, mag hij voordat er een bieding gedaan is:

(a) de plaatsen van de spelers aanpassen, als het type wedstrijd en de wijze van scoren dit toelaten, zodanig dat de speler die informatie bezit over een bepaalde hand, deze hand zal krijgen; of
(b) als de vorm van de wedstrijd het toelaat, voorschrijven dat het bord opnieuw gedeeld wordt voor deze deelnemers; of
(c) toelaten dat het spelen van het bord voltooid wordt; hij kent een arbitrale score toe als hij van oordeel is dat de ongeoorloofde informatie het resultaat beïnvloed kan hebben; of
(d) een kunstmatige arbitrale score toekennen.

3. Als dergelijke informatie verkregen wordt nadat de eerste bie-ding is gedaan maar voordat het spelen van het bord is voltooid, beslist de wedstrijdleider als in 2c.

D. Informatie uit ingetrokken handelingen
Ingeval een bieding of spelen conform de spelregels ingetrokken wordt, geldt:

1. Voor een niet-overtredende partij is alle informatie geoorloofd die voortkomt uit een ingetrokken handeling, ongeacht welke partij deze handeling heeft verricht.

2. Voor een overtredende partij is informatie die voortkomt uit een ingetrokken handeling van de eigen partij of uit ingetrokken handelingen van de niet-overtredende partij, niet geoorloofd. Een speler van een overtredende partij mag uit de voor de hand liggende mogelijkheden er niet een kiezen die onloochenbaar door de ongeoorloofde informatie zou kunnen zijn gesuggereerd.