Hoofdstuk X De wedstrijdleider: verschil tussen versies

Uit Spelregels voor tafelarbiters
(Versie 2403 van Kees (overleg) ongedaan gemaakt)
Label: Ongedaan maken
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 21: Regel 21:
 
{{template:2017:83_Aanhef}}
 
{{template:2017:83_Aanhef}}
  
[[template:2017:84|<span style="color:black">'''ARTIKEL 84 Beslissingen inzake feiten waarover overeenstemming bestaat'''</span>]]
+
[[template:2017:84|<span style="color:black">'''ARTIKEL 84 Beslissingen inzake feiten waarover overeenstemming bestaat'''</span>]]</br>
 
 
 
{{template:2017:84_Aanhef}}
 
{{template:2017:84_Aanhef}}
  

Huidige versie van 28 jul 2019 om 04:03

ARTIKEL 81 De wedstrijdleider

A. Officiële positie

De wedstrijdleider is de officiële vertegenwoordiger van de toernooiorganisator.

B. Beperkingen en verantwoordelijkheden

  1. De wedstrijdleider is ter plaatse verantwoordelijk voor de technische leiding van de wedstrijd. Hij heeft de bevoegdheid tekortkomingen van de toernooiorganisator te verhelpen.
  2. De wedstrijdleider past de spelregels toe en is gebonden aan de spelregels en aanvullende bepalingen die in overeenstemming met deze spelregels zijn aangekondigd.

C. Taken en bevoegdheden van de wedstrijdleider

Het is de wedstrijdleider (niet de spelers) die de bevoegdheid heeft onregelmatigheden recht te zetten en schade te herstellen. De taken en bevoegdheden van de wedstrijdleider omvatten over het algemeen ook:
  1. het handhaven van de orde en de zorg voor het ordelijk verloop van het spelen;
  2. het toepassen en uitleggen van de spelregels en het inlichten van de spelers over hun rechten en verantwoordelijkheden volgens de spelregels;
  3. het herstellen van een fout of onregelmatigheid die hem op enigerlei wijze ter kennis komt binnen de termijnen van correctie, vastgesteld in overeenstemming met de artikelen 79C en 92B;
  4. het toepassen van rechtzettingen waar nodig en het uitoefenen van de bevoegdheden die hem in artikel 90 en 91 gegeven worden;
  5. het naar eigen goeddunken annuleren van rechtzettingen om enigerlei reden, op verzoek van de niet-overtredende partij;
  6. het beslechten van onenigheden;
  7. het verwijzen van een aangelegenheid naar een bevoegd comité;
  8. het aanleveren van uitslagen voor officiële registratie als de toernooiorganisator dit verlangt en het afhandelen van alle andere zaken die door de toernooiorganisator aan hem gedelegeerd zijn.

D. Delegeren van taken

De wedstrijdleider mag elk van zijn taken delegeren aan zijn assistenten maar hij blijft verantwoordelijk voor de juiste uitvoering.

ARTIKEL 82 Herstel van fouten in de gang van zaken

A. Taak van de wedstrijdleider

Het is de verantwoordelijkheid van de wedstrijdleider fouten in de gang van zaken te herstellen en het spel te laten verlopen op een wijze die niet met de spelregels in strijd is.

B. Herstel van fouten

Om een fout in de gang van zaken te herstellen mag de wedstrijdleider:
  1. een arbitrale score toekennen zoals toegestaan volgens de spelregels;
  2. voorschrijven dat een bord wordt gespeeld, het spelen ervan naar een later tijdstip verschuiven of een bord annuleren;
  3. elke andere bevoegdheid uitoefenen die aan hem in de spelregels gegeven wordt.

C. Fout van de wedstrijdleider

Als de wedstrijdleider een beslissing heeft genomen die later door hem als onjuist wordt beoordeeld en er geen mogelijkheid tot herstel is om op het bord alsnog een normaal resultaat te verkrijgen, dient hij een arbitrale score toe te kennen waarbij hij beide partijen als niet-overtredend beschouwt.

ARTIKEL 83 Wijzen op het recht om te protesteren

Indien de wedstrijdleider meent dat een herziening van zijn beslissing omtrent een feit of omtrent de uitoefening van zijn bevoegdheid om naar eigen goeddunken te handelen aan de orde zou kunnen zijn, moet hij een deelnemer in kennis stellen van diens recht om te protesteren of mag hij de aangelegenheid doorgeven aan een bevoegd comité.

ARTIKEL 84 Beslissingen inzake feiten waarover overeenstemming bestaat
Wanneer de wedstrijdleider wordt ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende spelregels of bepalingen en als overeenstemming over de feiten bestaat, beslist hij als volgt:

A. Geen rechtzetting

Als in de spelregels geen rechtzetting is bepaald en er voor hem geen aanleiding bestaat gebruik te maken van zijn bevoegdheid naar eigen goeddunken te handelen, geeft hij de spelers opdracht verder te gaan met bieden of spelen.

B. Spelregels voorzien een rechtzetting

Indien de onregelmatigheid duidelijk onder een spelregel valt waarin een rechtzetting wordt beschreven, bepaalt de wedstrijdleider die rechtzetting en ziet hij erop toe dat ze uitgevoerd wordt.

C. Keuze voor de speler

Als een spelregel een speler een keuze biedt uit meerdere rechtzettingen, legt de wedstrijdleider de mogelijkheden uit en ziet erop toe dat een keuze wordt gemaakt en uitgevoerd.

D. Keuze voor de wedstrijdleider

De wedstrijdleider beslist ieder twijfelachtig punt in het voordeel van de niet-overtredende partij. Hij tracht een zo rechtvaardig mogelijk resultaat te bereiken. Als het volgens hem waarschijnlijk is dat de niet-overtredende partij benadeeld werd door een onregelmatigheid waarvoor in deze spelregels geen rechtzetting is bepaald, kent de wedstrijdleider een arbitrale score toe (zie artikel 12).

ARTIKEL 85 Beslissingen inzake feiten waarover geen overeenstemming bestaat

Wanneer de wedstrijdleider wordt ontboden om te beslissen over een kwestie betreffende spelregels of bepalingen, gaat hij, indien er geen overeenstemming over de feiten bestaat, als volgt te werk:

A. Beoordeling door de wedstrijdleider

  1. Voor het vaststellen van de feiten baseert de wedstrijdleider zich op de verschillende waarschijnlijkheden, dat wil zeggen in overeenstemming met het bewijsmateriaal dat hij kan verzamelen.
  2. Als de wedstrijdleider dan van oordeel is dat hij de feiten juist heeft vastgesteld, beslist hij volgens artikel 84.

B. Feiten zijn niet duidelijk vast te stellen

Als de wedstrijdleider niet in staat is de feiten tot zijn tevredenheid vast te stellen, neemt hij een beslissing die het voortgaan van het spelen mogelijk maakt.

ARTIKEL 86 Viertallenwedstrijden

A. Vervangend bord

De wedstrijdleider mag niet van zijn bevoegdheid gebruik maken om volgens artikel 6 één bord opnieuw te laten geven, als het eindresultaat van een wedstrijd zonder dat bord bij een deelnemer bekend zou kunnen zijn. In plaats daarvan kent hij een arbitrale score toe.

B. Resultaat behaald aan andere tafel

1. Slechts één resultaat behaald
Wanneer de wedstrijdleider in een viertallenwedstrijd een arbitrale score geeft en er aan de andere tafel door dezelfde deelnemers een resultaat behaald werd dat duidelijk gunstig is voor één partij, dan moet de wedstrijdleider een vervangende arbitrale score geven (zie artikel 12C1(c), maar voor meer dan één arbitrale score zie B2 hieronder).
2. Meer dan één resultaat behaald aan een of meer tafels 1)
Wanneer in een viertallenwedstrijd twee of meer niet vergelijkbare resultaten behaald zijn door dezelfde deelnemers of als de wedstrijdleider op basis van deze spelregels meer dan één arbitrale score moest toekennen, dan
(a) Als geen enkele deelnemer schuld heeft, moet de wedstrijdleider de desbetreffende borden annuleren en een of meer kunstmatige arbitrale scores toekennen (zie artikel 12C2) of, als de tijd het toelaat, bepalen dat er een of meer vervangende borden gespeeld moeten worden (maar zie A hierboven);
(b) Als slechts één deelnemer schuld heeft, moet de wedstrijdleider voor elk desbetreffend bord aan de niet-overtredende partij ofwel een kunstmatige arbitrale score toekennen van gemiddelde-plus (zie artikel 12C2(b)) ofwel een vervangende arbitrale score, afhankelijk van welke van de twee het meest gunstig is. De overtredende partij krijgt het complement van de score die aan haar tegenstanders toegekend werd.
(c) Als beide deelnemers schuld hebben, moet de wedstrijdleider de borden annuleren en een of meer kunstmatige arbitrale scores toekennen (zie artikel 12C2).
3. Het Bondsbestuur mag bepalen wat er moet gebeuren als verscheidene borden slechts aan één tafel door dezelfde of meer deelnemers gespeeld werden. Voor het toekennen van de score op elk van die borden kan ze een andere regeling treffen dan voorgeschreven in B2 hierboven. Is er echter geen relevante regeling voorzien, dan handelt de wedstrijdleider zoals hierboven beschreven.

1) met inbegrip van resultaten op een onklaar bord

ARTIKEL 87 Onklaar bord

A. Definitie

Een bord wordt als onklaar beschouwd als de wedstrijdleider vaststelt dat een kaart (of meer dan één kaart) in een verkeerd vak is gestoken, of als hij vaststelt dat de gever of de kwetsbaarheid niet voor alle exemplaren van hetzelfde bord gelijk zijn en dat de deelnemers die met elkaar vergeleken hadden moeten worden, het bord daardoor niet in identieke vorm hebben gespeeld.

B. Scoreberekening in paren- en individuele wedstrijden

Bij het berekenen van de score van een onklaar bord stelt de wedstrijdleider zo goed mogelijk vast welke scores op het bord zijn behaald in de correcte vorm en welke in de afwijkende vorm. Hij verdeelt de behaalde scores op deze basis in groepen en berekent elke groep afzonderlijk volgens de bepalingen van het toernooi. (Als dergelijke bepalingen niet voorzien zijn, kiest de wedstrijdleider een methode en maakt hij deze kenbaar.)

C. Scoreberekening in viertallenwedstrijden

Zie artikel 86B2.

ARTIKEL 88 Toekennen van punten als schadeloosstelling

Zie artikel 12C2.

ARTIKEL 89 Rechtzettingen in individuele wedstrijden

Zie artikel 12C3.

ARTIKEL 90 Procedurele straffen

A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider

Naast het toepassen van de rechtzettingen van de spelregels mag de wedstrijdleider ook procedurele straffen geven voor iedere overtreding die het spel overmatig vertraagt of belemmert, andere deelnemers overlast bezorgt, de juiste gang van zaken verstoort of het toekennen van een arbitrale score noodzakelijk maakt.

B. Overtredingen onderworpen aan procedurele straf

Voorbeelden van overtredingen die onderworpen zijn aan een procedurele straf, zijn onder meer:
  1. de komst van een deelnemer na de aangekondigde aanvangstijd;
  2. het overmatig langzaam spelen van een deelnemer;
  3. het bespreken van het bieden, het spelen of het resultaat van een spel, zodanig dat dit aan een andere tafel kan worden gehoord;
  4. het ongeoorloofd vergelijken van de scores met een andere deelnemer;
  5. het aanraken of in de hand nemen van kaarten die aan een andere speler behoren (zie artikel 7);
  6. het steken van een of meer kaarten in een verkeerd vak van het bord;
  7. een foutieve handelwijze (bijvoorbeeld verzuimen de kaarten te tellen, het verkeerde bord spelen, enz.) die het toekennen van een arbitrale score aan een deelnemer noodzakelijk maakt;
  8. het niet dadelijk voldoen aan de wedstrijdbepalingen of aan voorschriften van de wedstrijdleider.

ARTIKEL 91 Bestraffen of schorsen

A. Bevoegdheid van de wedstrijdleider

Bij het uitoefenen van zijn taak om orde en discipline te handhaven is de wedstrijdleider bevoegd disciplinaire straffen, uitgedrukt in punten, op te leggen of een speler of deelnemer voor de duur van de zitting of een gedeelte daarvan te schorsen. De beslissing van de wedstrijdleider in dit geval is definitief (zie artikel 93B3).

B. Recht van uitsluiting

De wedstrijdleider is bevoegd een speler of deelnemer om enigerlei reden uit te sluiten, waarbij hij goedkeuring behoeft van de toernooiorganisator.